Zoeken

Tripletest: Suzuki GSX-R600 vs GSX-R750 vs GSX-R1000

Tripletest: Suzuki GSX-R(acing)

31 maart 2006
Inhoudsopgave
Tripletest: Suzuki GSX-R(acing)
Pagina 2
Pagina 3
Pagina 4
Pagina 5
Pagina 6
Pagina 7
Pagina 8
Pagina 9
Pagina 10
Pagina 11

Wees gewaarschuwd...

Terwijl ik over de railing van de pitstraat leun en daarbij snel even wat vocht tot me neem, staar ik naar de laatste chicane voor Start-Finish, te wachten tot de anderen voorbij zullen komen. Ondanks dat er een lichte ochtendwind fris over het circuit waait staat het zweet me op het voorhoofd.  Ben ik nu zo loom geworden of is die fiets zo belachelijk sterk? Leon en Ed lijken maar van geen ophouden te weten en hier sta ik dan met m"n goede gedrag. Tien rondjes op de duizend en het voelt alsof ik net een marathon heb gelopen.

Het is druk op het circuit, en daar weten we inmid- dels alles van. Zo"n 170 piloten uit alle Europese hoeken zijn naar dit circuit gekomen voor de eerste "Racing for fun" race van het jaar. Op drie na dan, die - eigenwijs als wij Hollanders zijn - tegen de stroom in proberen te fietsen. Dus niets geen raceklare sport- fietsen, maar drie gekentekende supersports uit het land van sushi en sake. En met als doel dus niet de beker voor de eerste prijs, maar om zowel op straat als ook op het circuit Suzuki"s supersport familie stevig aan de tand te voelen.

Tussen het gehuil van open uitlaten ontwaar ik in de verte de twee motorfietsen met verlichting. Het kan niet missen, dat zullen ze zijn. Nog voor ik het in de gaten heb zijn ze al weer voorbij, op weg naar turn one, om vervolgens weer uit mijn gezichtsveld te verdwijnen. Toegegeven, een oorverdovend gebulder is anders, maar toch laten beide motoren een diepe - muzikale - indruk op me achter. En dan heb ik het nog niet gehad over het apparaat dat nu achter me staat uit te rusten.

De bidon is leeg, m"n accu weer vol. Helm op, handschoenen aan en rijden maar weer. Wie denkt er nu aan uitrusten met zulk speelgoed binnen handbereik! Misano opgepast, de beren zijn weer los!

Tekst: Peter Beljaars
Beeld: Ruud van Hoevelaken