Tripletest: Suzuki GSX-R600 vs GSX-R750 vs GSX-R1000
Pagina 2
Inhoudsopgave |
---|
Tripletest: Suzuki GSX-R(acing) |
Pagina 2 |
Pagina 3 |
Pagina 4 |
Pagina 5 |
Pagina 6 |
Pagina 7 |
Pagina 8 |
Pagina 9 |
Pagina 10 |
Pagina 11 |
...het hok staat open
Weliswaar afgeschermd van direct contact met regen, sneeuw, pekel en kou melden onze drie nieuwelingen, onder de veilige vleugels van Willem (nog bedankt voor het rijden!), zich keurig op tijd in Rimini. Dit, in schril contrast ten opzichte van hun "brothers in arms", die aan de andere kant van de wereld inmiddels act de présence hebben gegeven op het zon-overgoten circuit van Phillip Island. Hoe dan ook, de ogen van de wereldse motorpers zijn even in z'n geheel gefocust op de jongelingen uit de Suzuki familie. En terecht...
Het is inmiddels al weer een tijdje geleden dat ik voor het laatst op Suzuki's dikke duizend had gere- den, en dat was toen in het mooie Duitse Eifel gebergte. Toen al was ik zwaar onder de indruk van het vermogen van deze fiets Overbodig te vertellen dat ik dan ook zwaar verheugd was toen mij werd verteld dat de Suzuki en ik wederom kennis zouden maken, alleen ditmaal én op het roemruchte circuit van Misano én in de prachtige omgeving van San Marino. Drie dagen lang de Nederlandse winter ontvluchten om met een Italiaanse winterse zon en temperaturen van 17°C Suzuki's GSX-R familie stevig aan de tand te voelen. Waarbij ook nog eens de dikke duizend was vervangen door de van spinazie voorziene Hoegee editie. Waarom deze fiets werd gekozen? Daar komen we later nog uitvoerig op terug.
Terug weer naar die dikke duizend, want daarmee was voor mij de test begonnen. En om maar meteen met de deur in huis te vallen: geen slechtere fiets voor je eigen moraal dan deze creatie van Marc Hoegee. Niet dat die fiets slecht is, integendeel. Hij legt alleen vrij snel bij jou als rijder de vinger op de zere plek. Je bent niet goed genoeg, je bent een amateur, je bent een prutser. Tenminste, dat is wat deze duizend al snel tegen mij vertelde toen we voor het eerst samen gingen spelen in de speeltuin die Autodromo di Santamonica heet. Meteen was me duidelijk waarom heren als Troy Corser of Yanagawa de hele winter door blijven testen. Ben je niet 200% fit en 300% scherp gefocust, dan kun je het wel shaken op een fiets van dit kaliber. Laat staan dat je, net als ik, nog volop bezig bent het winterse stof uit je overall te kloppen.
En dan nog... het was wel opmerkelijk hoe de snel de andere fietsen al waren verdeeld. Ed stond te trappelen om op de zevenenhalf te knallen en "hoe-sneller-hoe-beter" Leon had voor ik het in de gaten had de zeshonderd al geannexeerd. "Mwohh, die duizend heb ik al op Almeria gereden. Rij jij maar lekker." Ja lekker hoor. Terwijl de anderen al redelijk in hun ritme lijken te komen zit ik nog steeds in gevecht met tweehonderd paarden die niet bepaald hun medewerking willen verlenen. Natuurlijk, ik had ook gewoon rustig aan kunnen beginnen, maar het bloed kruipt vaak waar het niet laten kan. En áls je dan - volgens opgave - tweehonderdenvijf paarden onder je kont hebt, dan wil je dat voelen ook.
Wisseling van de wacht
Net als ik op het punt sta om mijn rijsessie te hervatten komt Ed met de zevenenhalf binnengereden, en gebaart daarbij een rijderswissel. Ondanks dat het vanaf de zijlijn er niet verkeerd uitzag geeft hij aan dat de combinatie van én een nieuwe (net ingereden) fiets én z"n nieuwe Lookwell koe verre van ideaal is: "...alsof het zadel met WD40 is ingespoten..." zo weet hij me te vertellen. Tijd voor een wissel dus: terwijl hij zich over de Hoegee special gaat ontfermen neem ik plaats op de zevenenhalf. Voor de zekerheid schuif ik even met m"n kont over het zadel, maar in tegenstelling tot Ed gaat het bij mij wel lekker stroef. Tijd om deze koe eens bij z'n hoorns te vatten.
Zo zwaar als mijn kennismaking met de Yoshi me was gevallen, zo goed gaat het me af met de zevenenhalf. Alsof we al jaren samen door het leven gaan. Gelukkig maar, ik was al bijna gaan twijfelen aan mijn rijcapaciteiten. Natuurlijk, het is nog altijd een eerste kennismaking, maar dat deze GSX-R750 een complete metamorfose is ondergaan merk je meteen zodra je gaat rijden. Al vanaf de eerste meters is het duidelijk: we hebben hier met een topper te maken. En wat een geweldig goede zet van Suzuki om nog steeds vast te houden aan het concept van de zeveneneenhalf. Zeker in een segment waarin de dikke duizend is verworden tot een ongeleid projectiel laat de zeveneneenhalf zien waarom juist deze cilinderinhoud decennia lang de toon heeft aangevoerd in motorland. Het zou me dan ook niets verbazen als in de toekomst meer fabrikanten de weg naar de zeveneneenhalf weer terug weten te vinden, maar dat terzijde. Sluit je ogen en beeld je even in: een nieuwe generatie ZX-7R, R7 en CBR750RR. Wat zou het leven toch mooi kunnen zijn.
Dat er in de tussentijd nog steeds één motor onopvallend zijn rondjes aan het draaien is waren we al bijna vergeten. Als we na afloop van onze eerste sessie de balans van de eerste kennis- making opmaken krijgen we verslag van een razend enthousiaste Leon. Wat een ontzettend lekkere fiets! En dan zijn we nog maar net begonnen. Dat wordt wat als deze eerste klap de spreekwoordelijke daalder waard is. Dat de GSX-R600 slechts in klein detail verschillend is ten opzichte van de GSX-R750 is alleen al optisch een waarheid als een koe. Je moet dan ook een verdomd goede kenner zijn wil je (los van het logo 600 of 750 op het kontje en de iets andere kleurstelling) deze twee fietsen uit elkaar kunnen houden. Slechts twee details verraden dat het hier om de zeshonderd gaat en niet de zeven en een half. Eerste verschil is de toerenteller die vijfhonderd toeren meer maakt. Het tweede verschil is de voorvork, bij de zeshonderd in blanke uitvoering en bij de zeveneneenhalf voorzien van een nitride-coating. Overbodig te vertellen dat ook de GSX-R600 van a tot z is vernieuwd en dat je dat al vanaf de eerste meters voelt.