Zoeken

Interview: Raymond Schouten

Pagina 8

12 oktober 2005
Inhoudsopgave
Interview: Raymond Schouten
Pagina 2
Pagina 3
Pagina 4
Pagina 5
Pagina 6
Pagina 7
Pagina 8

Over talenten

Raymond Schouten is van jongs af aan al een tweetakt coureur. De grootste namen die zijn voortgebracht in de twintig recente motorsportjaren komen allemaal uit tweetaktklassen. Toch zien we de laatste jaren een negatieve trend in de tweetakt klassen. Zeker in Nederland gaat het slecht met de 125cc en 250cc. In Raymond"s beginjaren vocht hij met gigantische startvelden om elke meter in de 125cc. Hij betreurt het dan ook dat dat de startvelden anno 2005 niet meer zo groot zijn. Toch hoopt hij dat de klassen de komende tijd weer wat aantrekken.

In het ONK 250cc doen ze redelijk wat om de startvelden wat te vergroten, maar de 125cc is er momenteel erg slecht aan toe. Al hebben ook die de laatste races wat vollere velden. Mijn eerste ONK, een jaar of vijf geleden, was er een met zo'n vijftig starters. Daar reed ik met leuke tijden als dertigste getraind. Dat niveau was heel pittig. Nu zijn er maar twee, drie die heel hard gaan. Nederland blijft een beetje hangen in de ontwikkeling. Wereldwijd zie je dat veel meer groeien. Daar gaat het echt hard vooruit, zowel in de 125cc als in de 250cc. Ik denk dat ook de 250cc nog lange tijd blijft groeien. Dat blijft nog wel even bestaan. 

Aangezien straatmotoren tegenwoordig eigenlijk alleen viertakten betreffen, spreken de tweetakten de mensen steeds minder aan. Toch vinden de meeste racers tweetakt-motoren echt pure racers en hebben een bijsmaak bij de viertakten. Ook Raymond ziet dat zo. Tweetakt motoren in de Grand Prix" zijn puur gebaseerd op racerij, viertakt motoren op straatgebruik.

Met een tweetakt racen is moeilijker, dat is écht racen. Als je met een viertakt een keer een foutje maakt of te laag in de toeren zit, ach, wat maakt het uit, dat ding trekt toch wel. In de tweetakt is je ronde verknald en in de wedstrijd komen er drie man voorbij. Tweetakt zie ik als echt racen, de viertakt is toch iets makkelijker. Je kunt je een foutje permitteren, dat wordt niet zo hard afgestraft als in de tweetakt. In de 125 zie je toch meer highsiders, in de viertakt zet je een zwarte streep neer en komt hij netjes terug. Natuurlijk zie je ook daar wel eens highsiders, maar veel minder. De techniek in de tweetakt is ook heel uniek. Het kan gaan om 500 toeren, terwijl je in de viertakten met een verschil van 2000 toeren nog makkelijk rond kan komen. Al is het dwars zetten voor de bocht in de viertakten ook wel erg leuk. Op elke motor hard gaan is leuk, maar op een tweetakt net iets moeilijker.


Raymond Schouten heeft het racen geleerd in de Junior Cup. Een cup die elk jaar grote namen voortbracht. Helaas is de cup de laatste twee jaar, vooral vanwege het wegvallen van Aprilia, bijna verdwenen. Als vijf coureurs over de meet komen, zijn het er veel. Tegenwoordig wordt de SV-Cup als de ideale opstapklasse getekend, langzaam maar zeker dreigt de Junior Cup daardoor te verdwijnen. Dat doet Raymond pijn. Hij wijst op het feit dat overal ter wereld een Junior Cup zorgt voor grote talenten.

Waarom moeten de jonge coureurs SV-Cup gaan rijden? Dan maken ze de ONK 125cc en 250cc helemaal kapot. Ze beginnen op een viertakt, maar stappen nooit meer over op een tweetakt. Ze moeten de Junior Cup 125cc gewoon laten bestaan. Kijk naar Duitsland, waar de Cup mee reed op de Sachsenring, daar stonden 45 man aan de start. Daar zijn coureurs als Giuseppetti, Bradl, Fröhlich, Ranseder, Cortese uit voort gekomen. Dat zijn nou goede Grand Prix coureurs. Ook in Nederland komen er grote namen uit de Junior Cup. Ik reed met Jarno van der Marel, Bram Appelo, Peter Politiek, Robbie Kiewiet, Ghisbert van Ginhoven, Didier van Keymeulen, Stuart Voskamp, Jan Roelofs, Ron van Steenbergen. Dat waren wedstrijden met kopgroepen van 13 man. De laatste wedstrijd kwam ik de laatste ronde door als 13e en ik won de race! Dat waren geweldige wedstrijden! Een jaar later werd het al minder, het jaar daarna werd het de Aprilia Cup, toen werd het minder. Maar toch, nog steeds doen de top vijf coureurs uit die Cup het enorm goed. Die rijden gewoon in de top van het ONK en het EK. Dat zijn gewoon goede coureurs. Als je ziet wat coureurs als De Boer, Ter Braake en Ten Napel doen, daar hoor je pas twee jaar van en rijden al EK Superstock! Er wordt veel verwacht van de jongens, maar doen het gewoon goed. Ze rijden lekker mee, pakken wat puntjes, wat kun je nog meer van ze verwachten? Het is heel dom om te zeggen dat ze top 5 moeten rijden in een klasse waarvan je niet weet waar je tussen komt. Het is een nieuwe klasse met Italianen en Spanjaarden, een niveau waar Nederlanders moeilijk tegenop kunt. 

Niet alleen in Duitsland, maar ook in Spanje wordt hard gestreden in hun versie van de Junior Cup. De winnaar van de cup mag een jaar later al uitkomen in het WK. Tientallen fanatieke coureurs rijden daar ontzettend hard rond. Ook het Spaanse kampioenschap staat heel hoog aangeschreven. Hugo van den Berg heeft niet voor niets gekozen voor een leerschool in het zuiden van Spanje. Ook Raymond reed ooit een wedstrijd in het Spaanse kampioenschap en verbaasde zich over het hoge niveau daar.

Ik heb het Spaans kampioenschap twee jaar geleden zien rijden. Er reden jongens mee die in de pits opgevangen moesten worden door hun vader, want ze kwamen niet met de voeten bij de grond! Zo klein waren ze nog. Die moesten tijdens de start met een been op de grond, sprongen op de machine en reden weg. En hard! Die mannetjes zijn van elastiek. Een paar jongens hebben zelfs een tweede motor. Gaan in de training onderuit, schrijven de motor volledig af, komen aan rennen, springen op de tweede motor en gaan nog harder rond. In Spanje kan dat, want daar koopt de sponsor even een nieuwe. Ik reed twee jaar geleden een race om het Spaans Kampioenschap en werd voorbij gereden door een klein mannetje. Hing mooi naast de motor en ging lekker hard rond. Hoe oud hij was? Tien jaar! Die kwamen me daar voorbij rijden, ik denk die rijdt volgend jaar Grand Prix! Hij reed vooraan het kampioenschap mee maar hij kon niet aan de grond komen met z'n benen!

Een Nederlandse coureur die Raymond Schouten op viel was de Nederlands kampioen Junior Cup, Jasper Iwema. Naast de Nederlandse Junior Cup, kwam hij ook uit in de Duitse Junior Cup. Die reden tijdens de Duitse Grand Prix op de Sachsenring in het voorprogramma van de MotoGP. Schouten en Iwema trokken een beetje met elkaar op, de jonge coureur uit het Drentse Hooghalen liet een goede indruk achter op Raymond.

Jasper Iwema, heel aardige jongen. Vijftien jaar en echt een vlieg, denk ook niet dat ie veel groter wordt. Dat ventje rijdt heel leuk rond voor z'n eerste jaar, ook in Duitsland. Daar kan hij goed mee komen terwijl er toch dik veertig man aan de start staan. In Assen kwam hij me om een kneepad vragen met een handtekening. Toen dacht ik nog, als het voor mij een beetje tegen zit, rij je me over twee jaar het snot voor de ogen! Toch leuk om te zien, zo'n enthousiast joch. 

Wellicht een van de grotere Nederlandse talenten, wellicht kunnen we dat volgend jaar zien. Dan probeert Iwema in het ONK 125cc uit te komen en zullen we zien wat hij daadwerkelijk kan. Het gaat goed met de Nederlandse talenten die uit de Junior Cup komen. Namen als Joey Litjens, Hugo van den Berg en Ernst Dubbink groeien elke race en worden nu al beschouwd als grote talenten. Toch zijn de namen bij het grote publiek vaak niet erg bekend. Ook in het WK rijden namen mee waar nu nog niet veel rekening mee wordt gehouden. Er zijn drie namen die er voor Raymond uitschieten als grote talenten in het WK 125cc.

De laatste tijd zie je Zanetti steeds beter rijden, die heeft echt talenten. Ook Abraham doet het heel goed, die heeft flinke stappen gemaakt. Een absolute topper wordt Masbou, die rijdt in z'n eerste jaar goed mee. Op een voor hem bekend circuit als Assen, daar zit hij meteen in de kopgroep. Die komt een heel eind denk ik. Al heeft hij ook een goed team achter zich staan. Als het goed gaat, dan lachen ze, als het een keer minder gaat balen ze. Maar ze balen met de coureur mee, geven hem een klap op de knie of de schouder en beuren hem op. De volgende keer beter! Dat is een echt team!

En wie weet rijdt Raymond Schouten volgend seizoen ook in een echt team. Pas dan zullen we zien wat Raymond kan. Hij is de afgelopen twee jaar enorm gegroeid. Ook zijn concurrenten in het WK 125cc zien dat Raymond Schouten heel snel is. Zo gaf Dario Giusepetti in Brno nog aan dat hij verbaasd was dat de Nederlander nog steeds geen punten had gehaald. Wie weet wat het seizoen 2006 zal brengen. Veel rampzaliger dan de afgelopen twee seizoenen kan haast niet.