Zoeken

Interview: Raymond Schouten

Pagina 6

12 oktober 2005
Inhoudsopgave
Interview: Raymond Schouten
Pagina 2
Pagina 3
Pagina 4
Pagina 5
Pagina 6
Pagina 7
Pagina 8

Over zijn WK-ervaring

Na anderhalf jaar in het wereldkampioenschap te hebben gereden waar de huidige MotoGP top ook in uit kwam, kan Raymond terug kijken op flink wat belevenissen. Hij heeft veel ervaring op kunnen doen en is het team tot op de dag van vandaag dankbaar voor de kansen die hij er heeft gekregen. Toch denkt hij dat er meer in had gezeten dan er uiteindelijk uit is gekomen. Als hoogtepunt uit zijn prille loopbaan ziet hij toch de Grand Prix in Barcelona. Met name de eerste kwalificatie, want vanaf dat moment ging het hard achteruit dat weekend.

Ik hoop natuurlijk dat mijn absolute hoogtepunt nog komt. Waar ik nog wel lekker aan terug denk is mijn veertiende tijd tijdens de eerste kwalificatie tijdens de Grand Prix in Barcelona. Dat terwijl ik nog aardig wat problemen had met de motor en de ronde helemaal in m'n uppie reed. Toen ging het echt goed, in de tweede kwalificatie verbeterde ik m'n tijd en klom ik naar de elfde plaats. Daarna kregen we wat problemen en werd er een andere band in gezet, toen werd het alleen maar erger. Ik zakte naar de 25ste plaats, iets wat normaal ook nooit gebeurt. Die vrijdag, ik kwam met een flinke dip terug uit Mugello, dat ging gewoon super. Dat was wel een van de leukste momenten tot nu toe. Toch, er staan nog dertien man voor je en ik mistte nog 1,4 seconde. Zo lang ik geen eerste ben, ben ik niet dolgelukkig. 

En zoals in alle carriëres zijn er naast de "highs" ook de "lows". Dit jaar werd gekenmerkt door het hoge aantal dieptepunten. Twee dieptepunten springen er uit voor Schouten.

De eerste is toch Brno geweest, daar denk ik nog veel aan terug. In de warm-up had ik al wat problemen, dan sta je aan de start en dan voel je dat die problemen er nog niet uit zijn. Dan sta je daar echt met het gevoel 'wat doe ik hier in hemelsnaam?'. Ik had hem net zo goed naar binnen kunnen rijden. De eerste ronde was slecht, een paar ronden gingen zo lekker dat ik met de groep rond de 13e plaats had kunnen rijden. Maar dan zit je al op tien seconden achter die groep. Drie ronden later sputtert de motor weer en stopt hij er helemaal mee. Dan weet je dat er zo veel meer in zit en dan komt dat er niet uit. Ik denk dat het allergrootste dieptepunt toch Donington is. Ik denk dat ik mezelf toen te nerveus heb lopen maken. Ik kon niet meer versnellen omdat ik problemen kreeg met de grip achter. Ik wist bij het ingaan van de laatste ronde niet meer hoeveelste ik nou lag, maar ik wist wel dat er drie man vlak achter me zaten. Om punten te halen moest ik ze voor blijven, dat besefte ik wel. Ik wou echt de perfecte laatste ronde rijden, maar na het begin van de ronde vang ik net een highsider op, drie jongens er langs en dan weet je het nog niet. In de uitloopronde zie ik op een TVtje bij het Konica Minolta team P16 staan. Toen zakte ik echt door de grond, ik had zelfs een negende plaats op m'n pitbord gezien, dan wordt je 16e. Je bent anderhalf jaar voor punten aan het knokken en in anderhalve minuut verknal je het. Dat was echt, poeh. Daar ben ik nog ziek van. Dat had zo veel verschil gemaakt, ook voor de sfeer in het team. We zaten er zo tegen aan te hikken. Ik dacht echt 'nu gaat het gebeuren', maar dan toch grotendeels fouten van mezelf, maar ik kon gewoon niet harder. Dat was echt een kutmoment. De paar weken daarna heb ik toch voor het slapen elke avond een rotgevoel gehad. Het is WK en ik wist dat ze het zouden proberen. Dat is racen.


Ook heeft Raymond vorig jaar een aantal flinke crashes gehad. In een periode in 2004 ging hij een aantal maal achtereen onderuit. Een zware periode voor Raymond.

Ik heb zo'n vier à vijf maanden met blessures gelopen. Ik heb er een paar flink kromme vingers aan over gehouden want mijn hand is nooit volledig genezen. Als racer sneuvelt je pink sowieso heel snel. Die komt onder je clip-on en is dan krom. De meeste pinken in de racerij zijn gaar. 

Vooral in de 125cc staan de coureurs bekend als mannetjes met elastieken ledematen. Ze gaan er genadeloos hard af, maar stappen vrij snel weer op. Toch geeft Raymond aan dat het in het WK moeilijker is om na een crash weer op te stappen dan het in Nederland was. De druk speelt flink parten. Of zal het toch de leeftijd zijn?

In Nederland ging ik er nogal vaak van af. Dan stapte ik weer op, eerste rondje rustig aan, maar de volgende ging ik alweer harder. In de Grand Prix staat er wat meer druk op en gaat het na een crash meestal minder. Vorig jaar zat de schrik er wel een beetje in. Ik had nog nooit iets gebroken en in dat jaar brak ik redelijk veel. Er was best veel kapot gevallen in m'n lijf, dan besef je ineens dat het ook zo kan. Toen was het best moeilijk. Het verschilt eigenlijk, alleen vorig jaar had ik echt moeite om in m'n oude doen terug te komen. 

Ook heeft Raymond zo nu en dan momenten gehad waarbij hij zich af vroeg waar hij mee bezig was. Vooral vorig jaar, tijdens de moeilijke periode in het seizoen, had Raymond het idee dat hij beter kon stoppen.

Dat is het eerste wat je je af vraagt nadat je je zeer hebt gedaan. Toen ik in Mugello en Duitsland met zoveel pijn op de brancard lag, dan vraag je je af waar je in godsnaam mee bezig bent. Dan is dat gevoel weg, strompel je weer door het paddock heen en zie je dat wereldje weer en bedenk je dat het volgende week weer goed is. Na een tijdje weet je dat het vallen er bij hoort en wil je de volgende race weer rijden. 

Als je botten breekt en in het paddock tot besef komt dat racerij het mooiste is wat je kunt doen, dan moet dat iets magisch zijn. Natuurlijk straalt een paddock iets uit, spreekt het tot de verbeelding. Toch is van de helende werking van het paddock niet veel bekend. Wat is dan datgene dat het MotoGP paddock zo"n aantrekkingskracht geeft?

Het leventje zelf is heel apart en mooi. 's Avonds als je met wat coureurs aan het kletsen bent, dan is het toch wel gezellig. Mensen komen hier naar je toe en komen je handtekening vragen, dat is heel apart. Ik kom uit een boeren gat waar iedereen gelijk is, dan komen er in het paddock ineens mensen om je handtekening vragen. Een vreemde gewaarwording.


De fun-factor van het motorrijden is bekend bij de meesten. Ook circuitrijden is iets waar de meeste motorrijders helemaal tot hun recht komen. Maar wat is nou het leuke van racen op plekken overal in de wereld? Wat zorgt er in de racerij nou voor de kick?

De limiet zoeken van de motor. Het hard gaan, de strijd aan gaan, elkaar een beetje aan tikken. Echt knokken op zo'n ding, dat is echt leuk. Je rijdt naar iemand toe, je gaat hem voorbij, kijkt achterom en ziet een gaatje ontstaan. Mannen als Pirro, de Europees Kampioen inhalen, tsja, dat zijn toch niet de minste namen. Die jongen kan echt wel sturen en heeft ook al wat punten gehaald. Tijdens de regenrace in China pakte hij punten. Ik reed toen in de regen in de laatste ronde Mike di Meglio nog voorbij. Die werd tweede tijdens de regenrace in Donington. Dat zijn leuke dingen, waar je je ook in mindere tijden aan op kan trekken. 

En temeer geeft het aan hoeveel pech Raymond Schouten heeft gekend. De punten kwamen steeds dichter bij, maar nog steeds heeft hij geen punten op zijn naam kunnen schrijven.