Test: Suzuki B-King

De vermogensuitdraai

We hebben het een tijdje moeten missen, maar met de B-King stond één ding als een paal boven water: die moest en zou de bank opgaan. Niet voor niets hebben we hier te maken met de sterkste naked ooit, een motor die op papier nog sterker is dan de sterkste 1000cc Superbike, dus wij wilden wel eens weten hoeveel de B-King werkelijk op de bank zou leveren. Dus tijd om even contact op te nemen met Berry Goedhart van Goedhart motoren, aangezien hij de dichtstbijzijnde motorzaak mét Dynostar vermogensbank is. En omdat de koffie daar zo lekker smaakt, maar daar ging het (ditmaal) niet om.

We hadden het eigenlijk ook niet anders verwacht. In een ver verleden was Suzuki misschien het merk dat altijd een ietsiepietsie optimistisch was qua vermogensopgave, maar hedentendage staan de zaken er heel anders voor. De B-King wordt opgegeven voor een vermogen van 184 Pk bij 9.500 tpm, wij maten op de Dynostar vermogensbank bij Berry Goedhart zelfs een vermogen van 185 Pk, en daarmee is deze naked de allersterkste naked ooit gemaakt.

Naast een run waarbij het gecorrigeerde vermogen aan de krukas werd gemeten, waren we natuurlijk ook benieuwd wat de fiets aan het achterwiel zou leveren, én hoe de A-modus zich tot de B-modus zou verhouden. We maten een vermogen van 165 Pk bij 9.200 tpm, zowaar geen kattenpis. Nog indrukwekkender is het koppel van maar liefst 141 Nm bij 6850 tpm. Volgens de fabriek staat de B-King in B-modus afgesteld op 120 Pk, en ook dat lijkt heel goed te kloppen. Wij maten 111,4 Pk aan het achterwiel, waarmee ook die waarde boven de geclaimde waarde ligt. De dip in koppelkromme bij A-modus is overduidelijk de `millieu-dip´, aangebracht om aan de heersende homologatie-eisen te voldoen.