Zoeken

De Motorfreaks superbiketest 2008

Pagina 6

1 maart 2008
Inhoudsopgave
De Motorfreaks superbiketest 2008
Pagina 2
Pagina 3
Pagina 4
Pagina 5
Pagina 6
Pagina 7

Kawasaki ZX-10R

We schrijven het jaar 1994 als Kawasaki zich – eindelijk – gaat bemoeien met het segment van de zware Superbikes met de introductie van de ZX-9R. Een voor de groenen totaal nieuw segment dat nogal erm… anders werd geïnterpreteerd. In de tijd voorafgaand waren er twee soorten motorfietsen, de 750cc Superbikes (die zeer goed stuurden maar vet vermogen misten) en de zware toursports (die niet bijster flitsend stuurden maar wel een vet vermogen hadden). In beide klassen waren de groenen heer en meerster: de ZXR750RR liet de veel duurdere RC30 en FZR750R, maar ook de gelijkgeprijsde GSX-R750 achter zich en in het zware segment had men de ZZR1100. De nieuwe ZX-9R bleek een samensmelting van de ZXR met die ZZR. Het resultaat was een machine die wel over topvermogen beschikte (en het snelst in een recht lijn was) maar niet bepaald op flitsend stuurgedrag was te betrappen. Hoe hard de marketeers bij Kawasaki ook proberen de wereld te overtuigen dat gewicht op straat toch echt niet merkbaar is, het is roepen als een eenling in de woestijn. Als begin deze eeuw de concurrentie de groenen compleet overschaduwt is snel duidelijk dat het roer flink om moet. In 2004 laat Kawasaki zien de boodschap goed begrepen te hebben met de lancering van de opvolger van die ZX-9R: de ZX-10R. Een motor die vanaf het eerste begin meteen gehakt van zijn tegenstanders weet te maken door twee jaar op rij de prestigieuze Masterbike verkiezing te winnen.

De 2008 uitvoering (en inmiddels alweer derde generatie) ZX-10R weet binnen onze redactie de gemoederen goed los te maken. Zeker ten opzichte van het 2006 model is de fiets flink ranker geworden, maar met name de zwarte design-lijn tussen de koplampen, de belachelijke knipperlichten en de gianormous uitlaatdemper maken dat er toch vraagtekens worden gesteld bij de vormgeving van de fiets. Daar staat weer tegenover dat qua afwerking deze ZX-10R op erg hoog niveau staat: mooi afgewerkte kont met strakke tail-plate en een bijzonder mooi vormgegeven display, maar daarover later meer.

De Radiale stoppers uit huize Tokico zijn zondermeer van grote klasse. Niet zo lichtvoetig als Brembo Monoblocs, maar zondermeer in staat om onverwacht het achterwiel te laten lichten.
De eerste kennismaking met de ZX-10R verloopt niet zoals we gedacht en gehoopt hadden. Zo enthousiast als we over de fiets op Qatar waren, zo matig voelt de fiets op straat in eerste instantie aan. Niet dat de fiets slecht is, verre van dat, maar hij blinkt – in tegenstelling tot Qatar – ook nergens echt in uit. Een beetje als de onzichtbare middenmoter: alsof je met een grijze muis onderweg bent. Het geluid wat de viercilinder ten gehore weet te brengen, eenmaal tot leven geroepen, is precies eender. Geen ruwe, rauwe klanken, geen gehuil vanuit de airbox, maar een erg bedeesde en beschaafde motor. Verdomme, het had een Honda kunnen zijn… Niet vreemd trouwens als we de technische specs erop naslaan: speciaal ter reductie van het inlaatgeluid werd in het Ram-Air kanaal een gat in het frame gemaakt. Voor Kawasaki misschien missie geslaagd, maar of we daar blij mee moeten zijn.

De zithouding is van alle vier de Japanners nog het meest sportief, enkel de Italiaanse Ducati doet er nog een streepje bovenop. Voor kleine mensen (1.75 mtr) prima vertoeven, de groten onder ons zullen op den duur last krijgen van de voor die lengte te hoog gepositioneerde voetsteunen. De strakke stroomlijn geeft een goede windbescherming, zolang je in race-attack zit. Tweehonderd kilometer erbarmelijk slecht weer maakte dat pijnlijk duidelijk: telkens weer was het de Kawa-rijder die aangaf dat het tijd was om te stoppen (en belangrijker: te wisselen van motorfiets). Het display van de ZX-10R is er eentje om je vingers bij af te likken. Albacete_1000cc_IMG_4398.jpgKawasaki heeft de kritiek van begin deze eeuw (toen bijna alle fietsen op digitale – en onleesbare – toerentellers stonden) goed begrepen en dat is te zien. Net als de Suzuki heeft deze Kawa een in toerenteller geïntegreerde gear-indicator, maar daarnaast heeft deze groene jongen een duidelijk afleesbare en eenvoudig te bedienen laptimer.

Wist de ZX-10R ons op straat niet echt te overtuigen, dat veranderde meteen zodra de motor vanuit de pitstraat het circuit werd opgedraaid. Dit is waar deze groene jongen voor is gemaakt en waar hij zich als een vis in het water voelt. Standaard trim (en niet te vergeten, standaard Pirelli Diablo III Corsa banden) bleken voldoende om een eerste kennismaking af te sluiten met een 1:50,6. Kawasaki is back on track, en dat was hard nodig ook. Compromisloos met slechts een doel: de beste zijn op het circuit. Van alle vier de Japanners laat deze Kawa zich met de grootste precisie en gemak over het circuit jagen, enkel de Ducati weet nog meer feedback en vertrouwen terug te geven. Dat de ZX-10R vooral hoogtoerig gereden dient te worden is op het circuit geen enkel probleem, maar maakt dat de fiets op straat wel flink moet inleveren. Zeker bij rollende acceleratie valt de fiets zwaar tegen en moet telkens weer zijn hoofd buigen ten opzichte van de rest.

  • Balans
  • Ready to race
  • verbruik


  • Matig middengebied
  • Zithouding grote mensen