Zoeken

De Motorfreaks superbiketest 2008

Pagina 4

1 maart 2008
Inhoudsopgave
De Motorfreaks superbiketest 2008
Pagina 2
Pagina 3
Pagina 4
Pagina 5
Pagina 6
Pagina 7

Yamaha YZF R1

We schrijven het jaar 1988 als Yamaha alles en iedereen verbast met de introductie van de FZR1000, een motor die de term Supersport een geheel nieuwe dimensie zou geven. Vijfkleps cilinderkop, EXUP powervalve en Deltabox frame waren enkele speerpunten van Yamaha’s nieuwste Superbike. Als tien jaar later die ooit baanbrekende FZR1000 is verworden tot een logge YZF1000 ThunderAce, heeft Yamaha de boodschap begrepen en komt met een waardige opvolger van die FZR: de YZF R1. Een motor die in 1998 voor het eerst zijn levenslicht ziet en voor die tijd zeker baanbrekend kan worden genoemd. Het is voor het eerst dat design een hoge prioriteit heeft gekregen in het ontwerp van een Japanse motorfiets. Niet alleen is de YZF R1 een bijzonder geile motorfiets om te zien, daarnaast is hij dankzij nieuw geïntroduceerde technieken de komende jaren (weer) ‘the bike to beat’. De concurrentie bleef echter niet stilzitten, en ondanks alle verbeteringen die de R1 in de loop der jaren wist te ondergaan (waarvan de meest spraakmakende in 2004, als de fiets zijn nieuw look krijgt aangemeten) wordt er bij Yamaha hard gewerkt aan een nieuwe generatie YZF R1, die twee jaar later wereldkundig wordt gemaakt.

Bij het merk met de gekruiste stemvorken wist men overduidelijk waar Abraham de mosterd vandaan haalde toen het onderwerp ‘design’ ter sprake kwam in een van de ongetwijfeld vele ontwerpvergaderingen. Wat een onvoorstelbare pornobak is dit. Zeker van de vier Japanners is deze R1 absoluut diegene waar je qua looks de volste zalen zult trekken. Natuurlijk, het is nog altijd een kwestie van smaak, maar binnen de redactie is het oordeel unaniem. Meest opvallende aanpassing is het neusje dat een M1-achtige luchtinlaat kreeg aangemeten. De scherpe lijnen van de fiets, de hooggeplaatste uitlaten die nu nog beter de rest het nakijken willen geven, de kenmerkende koplampen die je verleidelijk aankijken alsof ze willen zeggen: kom op schatje, gaan we even stoeien samen.

Als enige van dit gezelschap heeft Yamaha – na jaren – weer gekozen voor zeszuiger remklauwen. In eerste instantie wisten de remmen ons niet te overtuigen, maar naarmate de test vorderde kon er ook met de R1 serieus worden geankerd.
Als voor het eerst de contactsleutel van de R1 wordt omgedraaid en de motor tot leven wordt geroepen braakt de fiets een vette sound uit zijn dubbele einddempers die de rillingen over je rug laten lopen. Alsof je Haga’s Superbike zelf aan het warmdraaien bent. Het lijkt alsof de fiets meer toeren dan de rest maakt, maar een netjes naar 1000 tpm wijzende naald der toerenteller leert ons anders. Even lurken aan het gas resulteert direct in een agressieve blaf uit zowel in- als uitlaatzijde. Onvoorstelbaar, dat dit nog door de geluidskeuring kan komen zo. Driewerf hoera voor de heren engineers bij Yamaha die dit voor elkaar hebben gekregen. Qua zitpositie laat de R1 zich nog het best plaatsen tussen de Suzuki en de Kawasaki in en is daarmee het ‘Best of both worlds’: comfortabel voor op straat, maar toch een behoorlijke ‘race-attack’ om met de fiets over het circuit te kunnen knallen. Het display van de fiets werd slechts in klein detail veranderd, en dus is ook deze R1 gezegend met een niet bepaald praktische laptimer. Sterker, een cursus Spaans is sneller geleerd dan de gebruiksaanwijzing van de timer: ook deze test slaagden we er niet in de timer te bedienen.

De vermogensafgifte van deze 2008 R1 mag zondermeer indrukwekkend worden genoemd. Het vijfkleps Genesis concept ging naar de kliko in ruil voor YCC-I (variabel inlaatkanaal) en YCC-T (ride by wire). Vooral het YCC-I laat op straat van zich spreken: de fiets is onderin beduidend sterker geworden. In het krappe berggebied waarin wij ons bevonden liet de fiets zich gemakkelijker sturen, ook de krappe hairpins wist de R1 ditmaal glansrijk (en zonder gebruik te maken van de koppeling) te doorstaan. Er mag echter geen twijfel over bestaan dat de Yamaha vooral op het circuit is geënt: boven de 10.000 toeren ontstaat een ongekende krachtsexplosie die pas bij 14.000 ten einde komt als de begrenzer een einde aan de pret gaat maken. Enkel het ride-by-wire systeem verdient geen schoonheidsprijs, maar emissie-eisen zullen bij Yamaha in deze een hogere prioriteit hebben gespeeld dan een soepele gasrespons. En daarbij: de techniek staat nog in de kinderschoenen en uiteindelijk zal het de gekruiste stemvorken een voorsprong opleveren.

Zo indrukwekkend als de Yamaha zich weet te profileren op straat, zo tegenvallend is de eerste kennismaking op Albacete. Grotendeels ingegeven door de druk die wij ons met deze fiets hadden opgelegd. Het was de enige beschikbare R1 (waarvoor we al hadden moeten praten als Brugman) die na ons weer was ingepland en dus onder geen beding zou mogen crashen. Niet dat we de andere fietsen wél plat mochten leggen, maar de druk was duidelijk merkbaar. Daarnaast had Jeffrey de Vries de fiets speciaal voor dit circuit afgesteld, maar de knetterharde setup ging zeker die eerste sessies tegen ons werken. Nadat de fiets vooral aan voorzijde enkele klikken zachter was gezet en we meer gevoel aan de voorzijde kregen, ging het echter stukken beter. Net als de Ducati komt de Yamaha steeds beter in z´n element als hij hard wordt gepushed. Rijd langzaam en hij zal je terug naar school sturen, geef ´m op z´n flikker (lees: houd ´m tussen de 10 en 14k toeren’ en hij eet uit je hand.

  • Geile uitstraling
  • Agressieve sound
  • 14.000 tpm


  • Warmteontwikkeling uitlaatsysteem
  • Ride by Wire