Zoeken

Test: Triumph Street Triple RS

Wapen voor de straat

20 februari 2017

Voor elk van de drie modellen S, R en RS heeft Triumph een eigen, unieke afstelling van het blok, de ECU en de mate van tuning bedacht die is afgestemd op het karakter, het vermogen en de prestaties zoals het volgens de Britten het beste past bij de rijstijl en de berijder van de motor. Klinkt best ingewikkeld, maar simpel gezegd is Triumph bij de R en RS telkens een stapje verder gegaan. Het begint bij het instapmodel Street Triple S, die Triumph presenteert als de perfecte allrounder voor de motorrijder die ‘m voor z’n Het is dat ik twee dagen eerder in Nederland nog kon schaatsen, anders had ik dit best fris gevondendagelijkse portie fun naar het werk gebruikt. De S heeft een opgegeven vermogen van 113 pk bij 11.250 toeren per minuut en een koppel van 73 Nm bij 9.100 toeren per minuut. De oude zakjapanner leert ons dat dát al 6,6% meer vermogen en 7,3% meer koppel is, en dan is dit nog maar het begin. De R is volgens Triumph de perfecte mix van power en performance, voor de sportieve motorrijder op straat en levert een topvermogen van 118 pk bij 12.000 toeren en een maximum koppel van 77 Nm bij 9.400 toeren per minuut, terwijl bij de RS alle registers zijn opengetrokken op elektronisch gebied. “Een wapen voor de straat én het circuit,” aldus Miles Perkins, Head of Brand Management. De cijfers? Een topvermogen van 123 pk bij 11.700 toeren en 77 Nm koppel bij 10.800 toeren per minuut. Kijk, dat begint ergens op te lijken.

Volgens Triumph is bij de ontwikkeling van het nieuwe motorblok veel aandacht aan het in- en uitlaattraject besteed – de uitlaat en de luchtfilterkast zijn compleet herzien – om enerzijds de ademhaling te verbeteren en anderzijds tegelijkertijd een stukje sound engineering te doen, hoewel van een echte geluidssensatie geen sprake is. Daarnaast is ook de versnellingsbak compleet herzien, de eerste twee versnellingen zijn ingekort en bovendien zijn de R en RS nu van een slipper assist koppeling voorzien. De RS is als enige standaard ook nog eens met een quickshifter uitgerust, jammer is wel dat deze geen autoblipper functie voor het terugschakelen heeft. Alle drie de uitvoeringen zijn met ride-by-wire gasklepbediening, instelbare rijmodi en eveneens instelbare tractiecontrole uitgerust, maar ook hier Maar goed, als dit winters weer is in Spanje...geldt dat de Britten bij de R en RS telkens een stapje verder zijn gegaan. Het begint bij de S die over ‘slechts’ 2 rijmodi (Road en Rain) beschikt, de R heeft er al 4 (Road, Rain Sport en de programmeerbare modus Rider) en de RS heeft er zelfs 5 (de 4 van de R plus de extra modus Track). 

Ondanks dat de nieuwe Street Triple 765 beduidend sterker is dan de 675 is bij het nieuwe rijwielgedeelte 2 kilo aan gewicht bespaard. Bij de nieuwe Gullwing achterbrug is de torsiestijfheid vergroot en de zijdelingse flexibiliteit juist verbeterd, wat de stabiliteit op hoge snelheid moet hebben verbeterd en je als rijder meer vertrouwen moet geven. Wat geometrie betreft is de wielbasis van 1.410mm overgenomen van z’n voorganger, maar is de balhoofdhoek en de naloop iets vergroot (24,8° - 104,3mm bij de S, 23,9° - 100 mm bij de R en RS) – eveneens voor meer stabiliteit op hoge snelheid. Ook is het scharnierpunt van de achterbrug 4mm hoger geplaatst, waardoor de Street Triple bij het uitkomen van de bocht een krappere lijn aanhoudt en het chassis preciezer reageert. Net als bij het blok heeft Triumph ook bij de vering onderscheid tussen de S, R en RS gemaakt. De RS heeft –uiteraard- de beste specificaties: een volledig instelbare 41mm Showa BPF voorvork in combinatie met een eveneens volledig instelbare Öhlins STX40 monoshock met piggyback reservoir. De R heeft dezelfde Showa voorvork in combinatie met een volledig instelbare Showa RSU monoshock met piggyback reservoir, terwijl de S versie het met ‘eenvoudige’ vering moet doen: een niet instelbare 41mm Een van de eerste schetsen van de Street Triple 765Showa SFF voorvork en een alleen in veervoorspanning instelbare Showa RSU monoshock met piggyback reservoir. Ook heeft de S kortere veerwegen van 110mm voor en 124mm achter, waar die bij de R en RS 115mm voor en 131mm achter zijn.

En dan zijn er nog de remmen, die bij alle drie de modellen verschillend zijn. De remmen van de Street Triple S staan nog ’t dichtst bij het oude model, met twee Nissin 2-zuiger remklauwen en 310mm schijven voor en een Brembo 1-zuiger remklauw en 220mm schijf achter, bij de R versie hebben de Nissin remklauwen het veld geruimd voor Brembo M4.32 Monoblocs, terwijl de RS met de heftige Brembo M50 Monobloc remklauwen is uitgerust. Voor wat het ABS betreft zijn alle drie de modellen met het Continental systeem uitgerust, waarbij het niveau op de beschikbare rijmodi is aangepast. De RS heeft trouwens als enige Pirelli Diablo Supercorsa SP banden, de S en R hebben Pirelli Diablo Rosso banden.