Zoeken

Test: Triumph Street Triple RS

Staart trappen

20 februari 2017

Waar ik stiekem had gehoopt met de Street Triple S op straat en de Street Triple RS op het circuit van Catalunya te kunnen rijden, om aan den lijve het verschil tussen het instap en topmodel te ervaren, heeft Triumph in de ochtend voor het straatdeel een armada een RS’en voor het hotel opgesteld. Om de simpele reden dat de productie van de RS als eerste stond ingepland en de productie van de S en R dus nog moeten worden opgestart. Voor het vertrek krijgen we een demonstratie van het nieuwe TFT scherm, dat in 2 verschillende thema’s met 3 verschillende stijlen kan worden ingesteld.
De drie verschillende varianten van stijl 1, met zwarte achtergrond. Uiteraard kun je ook switchen naar een witte achtergrond

Nieuwe knopjes zien er fraai uit, alleen de knop om door het menu te scrollen en het knipperlichtknopje zitten (te) dicht bij elkaar. Buiten dat werkt het wel intuïtief

En de drie verschillende varianten van stijl 2, waarbij eveneens naar een witte achtergrond kan worden geswitcht
Informatie omtrent snelheid, toerental, gekozen rijmodus, gekozen versnelling, brandstofniveau, de tijd en de buitentemperatuur zijn continue in beeld, via de menuknop links op het stuur kan onderin het display aanvullende informatie worden geselecteerd: 2 tripmeters, verbruiksmeters & restkilometers, rijmodus selectie, display stijl en contrast setting, onderhoudsinformatie, koelvloeistof temperatuur, waarschuwing symbool informatie en een laptimer.

Hoewel het TFT scherm overzichtelijk is en maar liefst 6 verschillende stijlen heeft waaruit kan worden gekozen, is het minder overzichtelijk dan de TFT schermen zoals door Ducati en Yamaha toegepast, maar dat is natuurlijk ook een kwestie van smaak. Vooral de icoontjes voor rijmodi zijn verwarrend, het ziet er weliswaar fraai uit maar een simpel ‘Rain, Road, Sport, Track en Rider’ was in onze ogen veel overzichtelijker geweest. Het zadel is met een zithoogte van 825mm een tikkie hoger dan de oude Street Triple R, waardoor je meer op dan in de motor zit. De voetsteunen zijn sportief hoog geplaatst, maar zonder dat het oncomfortabel is en het fraaie brede stuur ligt lekker in de hand. Volgens Triumph is nieuwe de Street En dat dan meer dan twee uur aan een stuk. Dan is het met dijkjes bij ons maar behelpenTriple de lichtste in z’n klasse, wat gezien z'n drooggewicht van 166 kg wel eens waar zou kunnen zijn. Tel daar pak 'm beet 20 kilo aan vloeistoffen bij op en dan is 'ie nog altijd behoorlijk lichter dan een MT-09, die 193 kilo rijklaar weegt. Ook moet de Street Triple voor wat lichtvoetig sturen betreft de lat hebben verlegd, maar daar is vroeg in de ochtend amper iets van te merken.

Vanaf de eerste meters valt direct op hoe ontzettend mooi het blok loopt en over de hele linie sterk is. De koppeling voelt heerlijk licht dankzij de slipper assist en de quickshifter heeft het opschakelen tot kinderspel gemaakt, hoewel het zoals gezegd wel jammer is wel dat 'ie geen autoblipper heeft. In dat opzicht dus alleen maar lof, maar de bocht inleggen gaat alles behalve licht. Nu zijn de contidies ook alles behalve perfect voor de Pirelli Diablo Supercorsa banden: het is buiten nog fris en het wegdek is nog kletsnat van de vele regen overnacht, wat ideale omstandigheden zijn voor Supercorsa’s om niet in hun werkgebied te komen. Hetgeen na de koffiestop maar weer eens blijkt. Het wolkendek heeft plaatsgemaakt voor een heerlijke zon waardoor de temperatuur een stuk aangenamer is en door de stevige wind het asfalt grotendeels is opgedroogd, waardoor het tempo nu behoorlijk rapper is en de Street Triple RS zich van z’n beste kant laten zien.

Hoe harder de RS op z’n staart wordt getrapt, hoe beter hij zich in z’n element lijkt te gaan voelen. Dit is niet een Naked waar een sportief sausje overheen is gegooid, dit is een Supersport die van kuip en clipons is ontdaan en een breed stuur op is gemonteerd. De vering, die voor de koffiestop zelfs een beetje stug aanvoelde, is nu ook veel beter op z’n taken berust.
Volledig instelbare Showa BPF  voorvork en Öhlins Monoshock met piggyback reservoir

De eindkap is bij de R en RS sportiever dan bij de S. De quickshifter zit standaard op de RS, maar is als accessoire leverbaar voor de S en R

Bij de radiale rempomp kan de hefboom van de hevel worden aangepast. Brembo M50 Monobloc zegt genoeg

De swingarm heeft meer torsiestijfheid, maar ook meer zijwaartse flex. De Triple is heerlijk flexibel

Hoe briljant wil  je het hebben: zicht naar achteren is perfect, hoewel het beeld soms door trillingen wordt vertroebeld. Ook het koppelingshendel is instelbaar
Oneffenheden worden mooi geabsorbeerd, persoonlijk zou ik iets meer uitgaande demping achter hebben geprefereerd, maar met de beweging in de achterkant is ook nu nog steeds erg goed te leven. Zelfs op de behoorlijk snelle bochtige stukken, waar met tempo 200 op de klok half op een oor de borden 80 km/u worden gepasseerd, geeft het rijwielgedeelte geen krimp. Toch, hoeveel beter dat de RS onder deze (betere) omstandigheden ook is, écht licht sturen doet 'ie nog steeds niet, maar na een snelle inspectie van de bandenspanning is de dader gevonden. Met 2,2 bar voor en 2,7 bar achter (met halfwarme banden) is de bandenspanning veel te laag.

Het verschil tussen de verschillende rijmodi is duidelijk voelbaar. De stap tussen Rain en Road voelt veel kleiner als de stap tussen Road en Sport, terwijl in Track het nog iets extremer gaat.  In alle rijmodi levert de 765cc Triple trouwens z’n maximale vermogen van 123 pk, het is de manier hoe je daar komt dat het verschil tussen de verschillende modi maakt. In heldere taal: in de regenmodus wordt de gasklep wat voorzichtiger en in de trackmodus wat progressiever geopend. En dat verschil merk je, zeker de stap van Road naar Sport is zoals gezegd best wel groot, van nog redelijk braaf naar best wel agressief, hoewel het hooligan karakter van de allereerste Triple ook bij deze RS ontbreekt. Niet dat je geen wheelies kunt trekken, maar je zult er net als bij de tweede generatie wat beter je best voor moeten doen.

Triumph heeft de mate van tractiecontrole op de verschillende rijmodi aangepast, maar kon ons niet vertellen hoeveel procent verschil er tussen de verschillende modi in zit. Tijdens het rijden heb ik zelfs in de Rain modus de tractiecontrole niet als een beperking gevoeld. Het omgekeerde was eerder het geval, in de stromende regen aan het eind van de dag terug naar het hotel had ik op glad wegdek behoorlijk wielspin en duurde het voor m’n gevoel best wel lang voordat de tractie controle ingreep.Voor m’n gemoedsrust heb ik ’t ook maar niet in een haarspeldbocht uitgeprobeerd. En nu we toch bezig zijn: Triumph heeft weliswaar flink wat registers opengetrokken op het gebied van Ik voel aan m'n water dat het zo gaat regenenelektronica, maar heeft echter geen IMU (Inertia Measurement Unit) toegepast, en dus heeft de RS geen bochten-ABS en hellingshoek afhankelijke tractiecontrole. Een gemiste kans, zeker als je claimt dat de motor met de meest geavanceerde elektronica is uitgerust.

Op het circuit switch ik voor het eerst naar de Track modus, die alleen stilstaand kan worden geselecteerd en wegvalt zodra de motor van contact wordt gezet, maar van echt testen komt het helaas niet. Bij aankomst zag de lucht er al bedenkelijk uit, maar ondanks dat Triumph op het laatste moment het schema omgooide teneinde om ons zoveel mogelijk tijd op de baan te geven zijn we na de eerste sessie al klaar als de regen met bakken uit de hemel valt. Een eerste sessie waar de focus meer op het leren kennen van de baan dan op de motor ligt. Desondanks heeft de Street Triple RS me wél laten zien dat het ontwikkelingsteam hier de focus op heeft gehad: het rijwielgedeelte geeft écht geen krimp, de vering voelt superstrak en M50 Monoblocs maken van remmen kinderspel.