Test: Moto Morini Corsaro
Pagina 4
Inhoudsopgave |
---|
Test: Moto Morini Corsaro |
Pagina 2 |
Pagina 3 |
Pagina 4 |
Pagina 5 |
Pagina 6 |
Pagina 7 |
Jumpin' Jack Flash
De slipperclutch is er ook een van de oude stempel en dus duidelijk voelbaar in het koppelingshendel. (moet je je voorstellen; nog geen twee jaar terug was een sliperclutch op een productiemotor een unicum en nu al hebben we het over achterhaalde zaken) Niet dat dat echt ernstig is; persoonlijk vind ik het wel wat hebben om op zijn minst te weten dat er een slipperclutch aanwezig is. Laat het dan desnoods maar licht voelbaar in de koppeling betekenen. Bovendien doet deze méér dan uitstekend zijn werk; voor echt ruig werk wellicht een tikje té goed; al redelijk snel hoor je de installatie zijn werk doen. Behalve dat het duidelijk voelbaar is in het koppelingshendel grijpt de slipper écht vroeg in en zo af en toe zou je toch willen dat het wat minder enthousiast ging; het is niet altijd nodig natuurlijk.
Betekent trouwens wel dat je werkelijk méterslange strepen kunt trekken…
Het zou mij persoonlijk aan de andere kant niet veerbazen als ook de mate van slip instelbaar is; in typische Morini-traditie is het blok zodanig opgebouwd dat óveral direct toegang toe te krijgen is; de versnellingsbak is van het cassette-type en kan zo uit de zijkant getrokken worden; de koppen kunnen gedemonteerd worden zonder het blok uit te bouwen en ga zo maar door. Dus waarom geen verstelbare koppeling?
Not Fade Away
Terugkomend op het rijgemak, behalve het ongelooflijke overschot aan vermogen, wordt de sensatie nog eens versterkt door een overbrengingsverhouding die niet al te lang is. Zo kan het blok waarschijnlijk een meer supersport-achtig model kinderlijk eenvoudig katapulteren tot tegen de 300 kilometers per uur (een RSV draait er immers ook ‘eventjes’ 280, en deze is dikker), de Corsaro komt niet veel verder dan een 239 kilometer. Geen enkele straf overigens, want aangezien de motor behalve een klein en zéér efficiënt stuurkuipje zo goed als naakt voor ons staat (het zou dan ook wel een schande zijn dit blok aan het oog te onttrekken) hoeft het ook niet veel harder voor de berijder. En toch….een kruissnelheid van 160 kilometers is heel goed aan te houden, iets harder betekent weliswaar dat er wat gewerkt moet worden, maar nog steeds niet té veel. Een uurtje 180 op de klok achter onze “Capo di capi” aan was weliswaar voelbaar, maar desondanks was achteraf in alle ledematen nog leven te ontdekken. Met eenzelfde gemak zijn trouwens de ruim driehonderd kilometers huiswaarts afgelegd met constant 170 op de klok….mét duopassagier. Die 170 tellerkilometers vertalen zich volgens trouwe vriend GPS in ongeveer 155 echte kilometers, maar het blijft lekker opschieten.
- hoogst gemeten: 1 op 9.3
- laagst gemeten: 1 op 14.3
- gemiddeld: 1 op 10.25