Zoeken

Test: BSA Gold Star 650

Super cool

1 juni 2023

Ook wat betreft het kloppend hart van de Gold Star 650 betreft heeft het ontwikkelingsteam een greep in het verleden gedaan, naar de jaren ’90 om precies te zijn toen de 650 eencilinder door Rotax op de markt werd gebracht en onder andere door BMW in de eerste F 650 GS is gebruikt, maar ook door Aprilia in de Pegaso. In samenwerking met de Oostenrijkers heeft BSA de aandrijving
Vooruit, het USB-kastje had wel wat fraaier gemogen. Bijvoorbeeld zoals de 12V aansluiting

Ook de radiateur had iets subtieler gemogen. Oliereservoir is daarentegen netjes weggewerkt

Da's toch wel 't pareltje, de 650 eencilinder die exact de vormen heeft van het origineel
verder ontwikkeld en onder meer aangepast aan de huidige emissienormen. Ten opzichte van die eerdere versies heeft de 652cc 4-kleps eencilinder, met een boring x slag van 100 x 83 mm, weliswaar wat vermogen ingeboet, maar is met nu een topvermogen van 45,6 pk bij 6.000 tpm en een maximum koppel van 55 Newtonmeter bij 4.0000 tpm nog altijd krachtig genoeg. Vooral ook omdat de BSA al vanaf 3000 tpm een behoorlijke hoeveelheid koppel levert, weliswaar piekt bij 4.000 tpm, maar dat koppel vervolgens wel lange tijd vasthoudt. Om er even een bekende metafoor bij te pakken: als Ayers Rock. 

De eencilinder, optisch naar het verleden getransporteerd met krachtige koelribben, maar desondanks van (moderne) vloeistofkoeling voorzien, gaat gretig op het gas en loopt vanaf 5.000 toeren per minuut verrassend mooi, totdat hij bij 7.200 tpm de begrenzer heeft bereikt. Begrijpelijk dat het ontwikkelingsteam heeft afgezien van een zesde versnelling, de brede powerband heeft die zesde versnelling (en daarmee kortere versnellingsbakverhoudingen) totaal overbodig gemaakt. De resterende vijf tandwielen van de versnellingsbak worden met een rijkelijke “klak” in positie gebracht, hoewel de bediening zelf zeer onopvallend gaat. 

Het klassieke doorlopende zadel met de oldskool band voor de duopassagier biedt veel bewegingsruimte en nodigt letterlijk uit om languit plat op de tank te gaan liggen – inclusief de nostalgische caféracer-gevoelens. Datzelfde kan van de remmen worden gezegd. Daar prijkt weliswaar de naam Brembo op, maar ze zouden toch echt wel wat krachtiger te werk mogen gaan. Nu voelt het wel héél erg jaren ’50 aan. Hoewel, tegen betere remmen zou de van afdichtingsbussen voorziene 41 mm telescoop Ik zie me hiermee wel noa de motocross goan op ut Hengelse grashelemaal niet zijn bestand, nu al duikt de vork met remmen vrij diep en tordeert ook merkbaar wanneer het anker écht wordt uitgegooid. Niet dat dát trouwens iets is waar de liefhebbers van nostalgie zich druk over zullen maken. Dit is geen motor om het snelst van A naar B te gaan, maar het meest relaxt. Van de dubbele achtershocks kan de veervoorspanning in vijf standen worden aangepast.

Vanuit het rechte zadel heb je zicht op twee ronde klassieke tellers met daartussen nog een kleine ronde unit in de koplampbehuizing waar de controlelampjes in zijn aangebracht. De tellers ogen weliswaar klassiek, maar getuige het kleine LCD-display in beide tellers niet zonder dat er concessies aan de moderne tijd zijn gedaan. Het ene display doet dienst als kilometerteller, het andere als brandstofindicator. Als dikke vette knipoog naar het verleden lopen de wijzers van de snelheidsmeter en toerenteller niet boven, maar onderlangs, wat in eerste Moet Norton ook met zo'n fraaie retro-klassieker komen, dat zou 't wel helemaal afmakeninstantie heel erg wennen is. En om in die klassieke stijl te blijven: instelbare hendels vind je hier niet, want dat bestond vroeger ook nog niet. 

Er is echter één ding dat er echt letterlijk buiten steekt en dat is de zeer brede radiateur als technische concessie aan de moderniteit, die we graag iets slanker hadden gezien. Wat meer als oliekoeler verpakt, om te verhullen dat ‘ie vloeistofkoeling heeft. Een echte onruststoker is ook het seriematige kastje met USB-A en USB-C aansluiting dat links op het stuur aan de beugel van de koppelingshendel is geschroefd. BSA zegt dat klanten dat tegenwoordig eisen en dat zal ongetwijfeld bij moderne fietsen zo zijn, maar ik vraag me af of dat ook voor retroklassiekers geldt. De 12 Volt aansluiting links bij het frame ziet er daarentegen al een stuk eleganter uit.