Vergelijk: MV Agusta Brutale 800 RR vs Ducati Monster 821
Monster for the People
‘Joh Smits, wat is er eigenlijk nieuw aan die Duc?’ ‘Eh, hij is nu Euro4. Dat is het volgens mij wel’. ‘Oh.’ Nou is een Monster nooit saai of suf, wat er ook beweerd wordt. Zelfs niet als dit het enige ‘nieuws’ zou zijn wat er op de hele motor zit. Dat geloven we namelijk ook niet. Maar in de schaduw van een Brutale valt alles nou eenmaal een beetje…tja, hoe zeg je zoiets aardig? Enfin, een MV doet niet alleen wat Zie, dat bedoel ik dus. Beetje 'meh'. En dan mag 'ie nog blij zijn dat hij op een Duc zitvoor je netvlies en je speekselklieren, maar heeft ook invloed op z’n concurrentie. Dus wordt de Monster al snel gewoontjes, minder spannend, minder spectaculair in elk geval. Gewoon effen rood, geen opvallende details, het meest speciale is misschien wel de achterbrug, die zoals het hoort bij het ‘kleinste’ model van de reeks, eens niét enkelzijdig is. Al is die titel nu eigenlijk vergeven aan de nog iets kleinere, luchtgekoelde 797. Die ook meteen weer een volledig buizenframe heeft en alles wat de Monster ooit zo speciaal maakte. De 821 is een doorontwikkeling en heeft inmiddels waterkoeling, een deels aluminium frame en noem maar op. De uitlaat kronkelt zich tegenwoordig in Diavel-stijl langs de rechter zijkant van het blok naar achter en alles zit weer op een andere plek. Maar toch heeft Ducati haar best gedaan op stijlelementen, waarbij de bekende skischoen-sluiting op de tank wel de meest in het oog springende is.
Wat kun je nog zeggen over de vormgeving? Die is al jaren vertrouwd, beproefd en in de jaren slechts bijgeschaafd. En dat geldt ook wel voor MV, zowel de F serie als Brutale zijn nog minstens zo herkenbaar als ze waren. Alleen heeft Ducati heel toevallig voor dit jaar geen optische wijzigingen doorgevoerd, dus is de lijst –en daarmee de alinea- een stuk korter. Wel heeft Ducati zich moeten beroepen op andere kunstjes om door de emissiekeuring te komen en heeft dus wél in de uitlaat moeten rotzooien. Daar zorgt een klep voor de toegestane hoeveelheid kabaal en daarmee is de pret voor ons toehoorders al snel uit. Maar dat probleem Hey, het is een Duc en het blijft een Duckennen we al een tijdje, Ducati’s klinken nou eenmaal al een poos niet meer als Ducati’s. Wat nu wel anders is, is dat Bologna als ‘cadeautje’ de uitlaat stationair wat meer geluid laat maken. Hartstikke leuk lijkt het, alleen is het resultaat dermate zeurend dat ik na verloop van tijd steeds vaker geïrriteerdraak bij een rood licht. Daar is wel een oplossing voor: met een heel klein streepje gas sluit de klep en wordt de motor merkbaar stiller. Probleem opgelost. Maar ben ik dan zo’n mietje geworden? Dacht het niet, met nog wat meer gas klinkt de motor als vanouds en ga je bovendien ook nog eens lekker vooruit. Dat voelt en klinkt veel natuurlijker en spoort je ook nog eens aan nog wat meer gas te geven. En het maakt daarbij nauwelijks uit of je in Sport of in Rain mode rijdt.
Ik wil niks meer horen over de zomer van 2018. Die is gewoon bizar goed, gesnopen?
Oh ja, het menu. Nou heeft Ducati daar ook een redelijke geschiedenis mee, met de knoppen van de Streetfighter als twijfelachtig hoogtepunt. Dat is een stuk, een flink stuk verbeterd, maar nog steeds heeft Ducati de richtingaanwijzer een dubbele functie gegeven en als je zoals ik regelmatig tussendoor nog eens extra op ‘knippers uit’ drukt, zit je dus nog steeds keer op keer gefrustreerd naar een menuoptie te kijken.
Niet nieuw, wel een dingetje. Ducati is ook aan het designen gegaan, maar van mij hadden ze die
koplamp ook gewoon zoals 'ie was kunnen laten. En dat display, tja... heeft een beetje smartphone
gehalte zo, met dat vierkante schermpje. Maar wél een in hoogte verstelbaar zadel. Zouden er meer mogen hebben!
Het is ook altijd wat… Maar goed, voor de rest is het redelijk eenvoudig. De drie hoofdkeuzes zijn snel te kiezen en per setting is alles stilstaand aan te passen: vermogen, gasrespons, ABS en tractiecontrole, noem maar op. En een grote ‘default’ optie zet alles in één klap weer terug in fabrieksstand. Oh en Ducati bedient zich dus wél van een TFT schermpje.
Toch is het ook met de Duc niet helemaal koek en ei. Als Ed arriveert is het eerste waar hij over begint de zithouding. Het zadel van de Monster is in twee hoogtes te monteren en staat overduidelijk in de laagste stand. Even loshalen, een palletje omzetten en alles weer terug en alles zou weer in orde moeten zijn. Ware het niet dat de kont nog steeds opvallend laag zit ten opzichte van de voetsteunen en het stuur, waar we op zich dan weer weinig op aan te merken hebben. En hoewel ik in eerste instantie de MV hiervan de schuld geef en het dus gewoon komt omdat ik daar net vanaf kom en het met een frisse blik wel mee zal vallen, lost dat enkele dagen later niks op. Ook na een goede nachtrust is het een beetje raar zitten op de Monster. En met de verkeerde kevlar spijkerbroek die ik voor die dag aangetrokken heb kom ik ’s middags thuis met een belachelijke zitpijn in mijn liezen. Eigen schuld wat die broek betreft, maar dat kan niet helemaal alles verhullen.