Zoeken

Ducati 848 vs. Suzuki GSX-R 750

4: Tot een compromis komen

17 oktober 2008

Tot een compromis komen...

0738.jpg
Daar sta je dan met twee compleet verschillende motoren die beiden toch in het zelfde segment thuishoren. Een andere overeenkomst is dat ze binnen hun eigen familie het resultaat van een compromis zijn terwijl ze los op straat juist tegenovergesteld zijn. Waar de Ducati in vergelijking met de Suzuki alleen op het circuit thuishoort is dezelfde Ducati in vergelijking met zijn grotere broer, de 1098, juist dé keuze voor de straat. De GSXR 750 staat tussen de kleinere 600 en de grote 1000 in en lijkt door zijn brede inzetgebied de keuze voor zijn broers bijna overbodig te maken, want hij is snel, heeft genoeg vermogen, is erg handelbaar. Daarnaast biedt de 750, vooral vergeleken met de Ducati, gewoon erg veel waar voor z’n geld. Waar de Suzuki binnen zijn familie vooral een compromis is op motorvermogen is de Ducati vergeleken met de 1098 een compromis op alle gebieden, behalve de vormgeving. De motor, die weliswaar speciaal voor 848 is ontwikkeld, heeft minder vermogen. De vering is goed en doortastend en is uiteraard volledig instelbaar, maar van mindere kwaliteit dan die van de 1098, hetzelfde geld voor de remmen. Aan de andere kant kan je met het prijsverschil tussen de 848 en e 1098, wat bijna €4000,- bedraagt, toch heel leuke spullen kopen. Ben trouwens benieuwd wat een gepimpte 848 tegen een standaard 1098 uitvoert op het circuit, maar dat is voor latere zorg.

0726.jpgFeit is dat de Ducati vooral een compromis is in eigen huis. Dat betekend minder en daardoor makkelijker inzetbaar vermogen en een kwalitatieve maar minder kostbare opbouw waardoor het totale kostenplaatje laag gehouden kan worden. Zet je de Ducati naast de Suzuki is het begrip compromis opeens ver te zoeken. Met de diepe clip-ons, het hoge en harde zadel en het messcherpe stuurgedrag lijkt de 848 gericht op één ding en dat is het circuit. De Suzuki is daarentegen duidelijk een sportieve alleskunner, maar moet als all-rounder wel punten inleveren als het aankomt op specialisatie op bijvoorbeeld het gebied van circuit aspiraties. Wat zeker niet wil zeggen dat je niet uit de voeten zou kunnen op het circuit met de GSX-R, dat zeker niet. Naar mijn mening kan de Suzuki met een andere veringset makkelijk naar een hoger niveau worden getild. Want op de motor, de remmen en de all-over rijervaring is gewoon erg weinig aan te merken.

...vergt overleg

Het poldermodel bestaat bij de gratie van het overleg. Zonder overleg geen compromis. Daarom bespreek ik met medetester Chris Vahl de ervaringen die we hebben opgedaan tijdens testritten op de Duc en de Soes. Omdat Chris al zijn hele leven Suzuki rijdt ben ik erg benieuwd wat zijn bevindingen zijn. Tijdens ons overleg over welke motor het beste tot zijn recht komt in de polder neigen we allebei naar de Suzuki. Het blijft echter een moeilijke keuze omdat de Ducati gewoonweg verslavend is. Wat Chris ervan vind lees je hieronder.

Chris Vahl:

Voor mij is dit een test tussen een oude bekende en een nog niet gereden motor. Ondanks alle verhalen over de betrouwbaarheid van Ducati heb ik op voorhand juist wel vertrouwen in de 848, twee weken geleden met eigen ogen een 848 zien finishen na 24 uur racen op Magny Cours in Frankrijk. Als dat geen teken van betrouwbaarheid is!?  Daar hoeven we ons dus al niet meer druk over te maken waardoor we ons kunnen focussen op wat er echt toe doet: hoe rijden beide motoren en welke van de 2 wordt er uitgeroepen tot poldermodel 2008? Hoe plaats je deze 2 motoren? Het voor de hand liggende antwoord is uiteraard de Suzuki tussen zijn kleinere en grote evenknie. De Ducati tussen de 749 en de 1098. Beide testfietsen zijn in dat licht te zien als een compromis. Wat in het kort betekent: het formaat en stuureigenschappen van een lichte motor, maar met flink wat meer punch. Ben je op zoek naar een mix van een 600 rijwielgedeelte met een 1000 blok, dan kom je bij de 750 uit. Zoek je een Italiaanse V-Twin die qua handling en vermogen tussen de 749 en 1098 ligt komt je uit bij de 848. In die zin maken ze beide aanspraak op de titel poldermodel. Aan ons om uit te maken welke van de 2 het ultieme poldermodel is. Daarom krijgt ook de testrit de vorm van een compromis: toeren vs jakkeren, stad vs snelweg en buitenwegen vs dijkjes.

Ducati

Als je opstapt voel je een smalle motor, een gevoel dat uiteraard wordt bereikt door de erg smalle tank. Ook merk je dat je door de plaatsing van de clip-ons direct in de aanvalshouding zit, een erg racy houding. De handling is bijbehorend, subliem en stuurt messcherp. Het omgooien kost absoluut nul komma nul moeite maar een eenmaal gekozen lijn is ook zeer goed te houden. Het vermogen is misschien iets minder heftig dan dat van de GSX-R, zo voelt het tenminste aan, maar er is genoeg van om je mee te vermaken. De Duc zet uiteindelijk toch flinke stappen en kan goed meekomen met de Suzuki

Suzuki

Voelt vertrouwd maar heel anders dan de Ducati. Vergeleken bij de 848 zit er een flinke tank tussen je benen en voelt de motor wat groter aan. Het stuurgedrag is duidelijk anders dan dat van de Ducati. De 750 ligt goed in de bochten, maar voelt net iets logger aan. Denk hier bijvoorbeeld aan het omgooien van de motor van links naar rechts. Het gaat prima en vertrouwd, maar vergt gewoon net iets meer input en voelt wat zwaarder aan. De zithouding is minder agressief dan die van de Ducati. Het grote voordeel is dat de Japanse clip-ons beter zijn voor je polsen, zeker op lage snelheid.

Conclusie

In vergelijking is de Suzuki gewoon allround. De Ducati is een stuk sportiever en daardoor minder allround. Alledaagse inzet als stadsverkeer en woon/werk voelt gewoon beter op de Suzuki dan op de Ducati. Wil je echter compromisloos scheuren dan is de 848 ‘your weapon of choice.’