Zoeken

Test: Kawasaki Z650

Waar voor je geld

24 januari 2020
Drie jaar geleden verraste Kawasaki vriend en vijand met de Z650 als opvolger van de ER-6n, die op alle vlakken z’n voorganger het nakijken gaf. Voor modeljaar 2020 heeft de Z650 een eerste update gehad en na twee dagen intensief sturen door het bergachtige achterland van de Costa Brava durven we te stellen dat door Team Green precies de juiste dingen zijn aangepakt.

Ik kan het me nog herinneren als de dag van gisteren. De totaal, maar dan ook écht totaal verregende introductie van de allereerste ER-6n bijna 15 jaar geleden in Oostenrijk. Ondanks het enorm slechte weer was ik vanaf de allereerste meters enorm gecharmeerd: een 650cc 180 graden tweecilinder waarbij Fun met een giga-dikke hoofdletter F centraal had gestaan, gemonteerd in een super lichtvoetig rijwielgedeelte. Met als eindresultaat een superlekkere fiets die als Keuze genoeg als je van groen houdt, en hoe kun je nou tegen groen zijn?geen ander over bochtige bergweggetjes te raggen was. Vooruit, het uiterlijk was wel behoorlijk controversieel, maar ergens paste dat de ER-6n wel, als een rebelse puber die met gestrekt been tegen de gevestigde orde ingaat.

Maar ja, net als dat bij ons mensen de puberfase maar iets tijdelijks is, raakte de ook ER-6 met de jaren beetje bij beetje iets van dat rebelse kwijt, maar verloochende daarbij zijn afkomst niet. Desondanks vond Kawasaki na 11 jaar trouwe dienst (en 121.161 units) dat het mooi was geweest en nam de fiets volledig op de schop. Zó volledig dat het voortzetten van de naam niet meer gerechtvaardigd zou zijn.

De ER-6n maakte plaats voor de Z650, die eigenlijk als enige gemene deler de 650 cc paralleltwin (vooruit, strikt genomen een 649 cc tweecilinder lijnmotor met 180° krukas) had. En zelfs dat blok was inwendig flink aangepakt om aan de strengere emissie-eisen van Euro4 te voldoen, Kawasaki claimde destijds dat meer dan 90% van alle onderdelen van het motorblok waren vernieuwd. Het dubbelbuis rugframe had plaatsgemaakt voor een Trellis frame, wat in goed Nederlands gewoon een vakwerk buisframe heet en in combinatie met de fraaie uit plaatstaal geperste achterbrug het totaalgewicht met 12,7 kilo had gereduceerd. Meest in het oog springende was echter het design, dat volledig op de schop was gegaan. Weg gestapelde koplamp die op z’n zachtst gezegd controversieel was, hallo Overduidelijk Sugomi, overduidelijk Zveel minder uitgesproken koplampunit met LCD display.

Volgens Kawasaki had Sugomi ten grondslag gelegen aan het design van de Z650 en daarmee de fiets geheel in lijn met de rest van de Z familie gebracht, maar dat was in mijn ogen maar ten dele waar. Ja, het was onmiskenbaar een Kawasaki Z, maar die koplampunit leek eerder bij Suzuki’s GSR750 te zijn weggekaapt en deed daarmee in mijn ogen afbreuk aan het Sugomi Z concept. En dan was er nog dat LCD display, dat én niet uitblonk in afleesbaarheid, én ook nog eens foeilelijk was. Maar goed, dat is natuurlijk ook een kwestie van smaak, er zullen best mensen zijn die opgewonden raken van een vadsige Moldavische boerin. Niet dat we daarmee zeggen dat vadsige Moldavische boerinnen per definitie lelijk zijn, we zouden niet durven in een huidige tijd waarin etnisch profileren taboe is geraakt, maar je begrijpt waarschijnlijk wel wat we bedoelen.

Tekst: Ed Smits
Fotografie: James Wright, Ula Sera