Zoeken

Test: Kawasaki Z900

Ready to Dominate (again)!

11 december 2019
Eind 2016 verraste Kawasaki vriend en vijand met de Z900, een sportieve middenklasse naked waarbij Team Green het rijwielgedeelte én de prijs van een zeshonderd met de power van een duizend had gecombineerd. En daarmee vanaf dag één de onbetwiste koning van Value for Money was. Voor 2020 heeft Kawasaki de puntjes op de i gezet en meer dan dat is niet nodig geweest om de middenklasse Naked te blijven domineren.

We zeiden het drie jaar geleden al tijdens de eerste presentatie van de toen compleet nieuwe Z900 en zeggen het nu opnieuw: de Z900 is de eerste Kawasaki die niet als een Kawasaki stuurt. Sportieve Kawasaki’s – en Nakeds in het bijzonder – hebben altijd de nadelige eigenschap gehad dat ze sturen als een scheermes, maar pas als ze je wil worden opgelegd. Pas als je ze goed op hun flikker geeft. Zeg nou eerlijk, dit is toch veel mooier dan helemaal groen?Doe dat en je hebt een vurige hengst onder je reet die uit je hand eet, maar doe dat niet en je hebt een fiets die terstond nog koppiger dan een ezel is. De Z900 brak met die traditie door de stuureigenschappen en het rijgemak van een zevenvijftig (of misschien nog wel lichter) te combineren met de power van een eenliter fiets. Dankzij het lichtgewicht vakwerkbuisframe aan de ene en de cilinderinhoud van 948cc aan de andere kant. 

De Z900 was ook het schoolvoorbeeld van Dr. Jekyll en Mr. Hyde: tot 8.000 toeren de brave Dr. Jekyll die geen vlieg kwaad doet, daarboven het kwade schepsel Mr. Hyde die, vergezeld van een muzikale symfonie waar de Prodigy nog jaloers op zou zijn, je het gevoel gaf dat de hel was losgebarsten.

Zeker als je ook nog eens het prijskaartje van nét geen tienduizend euro in ogenschouw nam was er verdomd weinig op de Z900 aan te merken. Ja, de achtershock had iets straffer mogen zijn voor wanneer je in van-dik-hout tempo over een bergweg knallen wilt. Ja, de tien jaar oude Dunlop Sportmax D214 was nou niet bepaald de meest voordehand liggende keuze geweest – zeker omdat kou en nat niet z’n sterkste punt zijn en het bij ons in Nederland best vaak koud en nat kan zijn. Ja, de lage zit voelde net alsof je op toilet nummer 2 aan het doen was en ja, het display was nou niet bepaald het hoogtepunt van design geweest, maar dat waren zo’n beetje de enige kritische noten die in de vele testen sindsdien over de Z900 konden worden gekraakt. Vooruit, je had ‘m nog kunnen bekritiseren op het feit dat ‘ie geen rijmodi, laat staan tractiecontrole had, maar dat was meer een kwestie van ‘omdat ’t kan’ dan dat het bittere noodzaak zou zijn geweest.

Tekst: Ed Smits
Fotografie: James Wright, Ula Sera