Test: Indian FTR 1200
Bakermat van een nieuw segment
Het is niet gezegd dat nog nooit iemand heeft geprobeerd om een straatlegale productieversie van een Amerikaanse oval-track racer te maken – het is meer dat niemand tot nu heeft laten zien hoe dit in een moderne context zou kunnen worden gedaan, hoe de spijker zo onbetwistbaar goed op z’n kop te slaan als Amerika’s oudste motorfabrikant nu heeft gedaan met de FTR 1200. Wat een uitzicht. En die motor is ook al niet verkeerdVooruit, Harley heeft ’t eerder in 2008 geprobeerd met het matig aftreksel XR1200, dat misschien om die reden geen lang leven beschoren is geweest, maar dat is ook de enige. Tot nu. De FTR 1200 maakte z’n wereldwijde debuut afgelopen jaar op de Intermot in Keulen en is nu in productie – met de eerste 2019 productieprognoses al verdubbeld in reactie op de massale wereldwijde vraag. In eerste instantie zal de FTR exclusief worden geproduceerd in Indians Amerikaanse fabriek in Spirit Lake, Iowa – later dit jaar zal een tweede assemblagelijn worden gestart in de grote fabriek in het Poolse Opole, waar Indians moederbedrijf Polaris al sinds 2014 offroad voertuigen produceert. Hierdoor kan Indian pre-assemblages van de FTR in Iowa produceren, die daarna naar Polen worden verscheept om daar in elkaar te worden gezet. Indian omzeilt daarmee ook de 31% invoerheffing die door de EU is afgeroepen als reactie op Trumps invoerheffing op Europees staal, die kan oplopen tot 66% in juni 2021 – tenzij iemand eerst met z’n ogen knippert natuurlijk.
Tekst: Alan Cathcart
Fotografie: Felix Romero, Ula Serra