Zoeken

Test: Triumph Street Triple R

Straatmeester

24 mei 2018

Nog voordat ik vanuit de thuisbasis van Triumph Benelux in Alkmaar de snelweg ben opgedraaid heeft de Street Triple R die vraag met een dikke vette Nee beantwoord. Het zonnige maar wel frisse winterweer dat qua temperatuur net het vriespunt ontstijgt is zelfs iets frisser dan exact een jaar geleden op en rond het circuit van Catalunya tijdens de introductie van de Street Triple RS, maar
Geen 'bling' M50 Monoblocs en een rempomp waarvan de remdruk regelbaar is, maar genoeg merken waarbij M4.32 en een radiale rempomp al onder de noemer 'premium' worden geschaard

Hetzelfde geldt voor de Showa RSU monoshock en SF-BPF voorvork
waar die RS het koude weer duidelijk niet apprecieerde maakt de Street Triple R het helemaal niks uit, wat zich vertaalt naar een fiets die haast net zo gemakkelijk stuurt als wanneer het hartje zomer was geweest. Met dank aan de Pirelli Diablo Corsa banden die standaard op de R zijn gemonteerd en een veel breder spectrum hebben dan de Diablo Supercorsa banden van de RS. 

Voor wie op het circuit een motor volledig wil uitmelken zal een Supercorsa misschien de betere keuze zijn (en zelfs dan kun je je afvragen of je als gemiddelde motorrijder het surplus van de Supercorsa daadwerkelijk zult benutten), maar voor wie ook nog eens dagelijks op de openbare weg rijdt onder de meest uiteenlopende omstandigheden is een Supercorsa vanwege z’n ontzettend smalle inzetgebied eerder de slechtste band die er is. Omdat het niet altijd, net als nu terwijl ik dit verhaal aan het tikken ben, zomers warm is bij ons in Nederland (en ook België niet te vergeten) en een Supercorsa nog voor geen kwartje stuurt als de bedrijfstemperatuur niet wordt gehaald, om nog maar te zwijgen Je zou haast denken dat 'ie een sterk middengebied heeft, zo gemakkelijk als 'ie 't voorwiel optiltover het totale gebrek aan grip als bij diezelfde kou ook nog eens de hemelsluizen door Pluvius worden opengezet. Nee, zo onwillig als de RS zich afgelopen jaar gedroeg in een koud en fris Catalunya en zich pas bij temperaturen boven de vijftien graden in z’n element had gevoeld, zo fris en fruitig gaat het me nu af op deze winterse dag. Dat alleen al is een dikke vette plus dus voor de Street Triple R.

Het heerlijke stuurgedrag van de R wordt op ons eigen ‘testcircuit’ nog eens extra onderstreept: alsof je op automatische piloot aan het rijden bent, zo gemakkelijk en snel als de R over de dijk kan worden gejaagd. Het enige wat ‘m opbreekt is de vering die behoorlijk stug aanvoelt, waardoor elke oneffenheid in het wegdek zich tot een dikke klap in m’n rug vertaald. Nu moet daarbij wel een kanttekening worden geplaatst: door het koude weer is de olie in de voorvork en achtershock veel stroperiger (en dus trager), dus dikke kans dat in een heerlijke lentezon diezelfde oneffenheden door diezelfde vering wél perfect kunnen worden geabsorbeerd. Bovendien is zijn de Showa SF-PBF voorvork en Showa RSU achtershock wat veervoorspanning én demping betreft volledig in te stellen, maar we hebben ons geeneens de moeite genomen. Buiten dat stugge vering het rijden wat minder comfortabel maakt is de vering (en daarmee ook de Street Triple R) verder wel mooi in balans en dat is minstens zo belangrijk. Bovendien hebben we niet het idee dat (vering)comfort onder deze omstandigheden met de Street Triple RS beter zou zijn geweest. 

Wat sturen betreft valt er over de Street Triple R geen kritische noot te kraken, maar dat wisten we eigenlijk al voordat we ‘m in Alkmaar hadden opgehaald. De Street Triple RS had ons vorig jaar in Barcelona laten zien in het middenklasse Naked segment zo’n beetje de meest sportieve fiets op de markt te zijn waarmee je op het circuit uitzonderlijk uit de voeten komt, terwijl we in
Schakelt perfect, maar zo'n quickshifter is wel fijn. Driecilinder loopt mooi en klinkt typisch Triumph

Een grafiek zegt soms meer dan duizend woorden. Aanschouw Street Triple R vs Street Triple RS

Tot in het kleinste detail mooi afgewerkt. Als dit niet premium is...
eigen land gewoon op straat met de Street Triple S – zelfs in 35kW trim voor het A2 rijbewijs – al heel erg goed uit de voeten kwamen. Het enige wat die fiets nekte was de tractiecontrole die veel te vroeg ingrijpt, dat was veel storender dan het feit dat de vering amper kon worden ingesteld. 

Dát probleem heeft de Street Triple R overduidelijk niet, doordat de R over bijna exact dezelfde elektronica als de RS beschikt. Bijna exact dezelfde, het enige verschil zit ‘m in de rijmodus Track die bij de R ontbreekt. En dus – naast verminderde motorrem – niet over het sportievere ABS beschikt dat in Track modus alleen nog de voorrem regelt, zodat de achterkant bij het aanremmen van de bocht kan worden omgezet. Daarnaast moet de Street Triple R het zonder een quickshifter doen, hoewel deze wel gewoon als accessoire kan worden gemonteerd. Nu valt er eigenlijk geen verkeerd woord te zeggen over de versnellingsbak op zich, die ook zonder koppeling probleemloos (op en neer) te schakelen is en lekker kort en direct schakelt (en dat is in het verleden wel eens anders geweest), maar desondanks zouden we wél meteen voor de quickshifter gaan (ondanks dat die geen verslavende autoblipper heeft), omdat we weten hoe ontzettend goed die op de Street Triple RS functioneert. Het ‘geen ABS op ’t achterwiel’ vinden we op straat daarentegen echter zeker geen gemis. En nu we 't toch over remmen hebben, de meerwaarde van de RS zit 'm wat ons betreft meer in de radiale Brembo rempomp waarvan de slaglengte Geloof dat ik me hiermee best het hele jaar zou kunnen vermaken...(en daarmee remdruk) kan worden aangepast dan de Brembo M50 remklauw op zich, de Brembo M4.32 remklauwen geven geen enkele reden tot klagen.

We zeiden het al, qua vermogen houdt de Street Triple R met z’n topvermogen van 118 pk bij 12.000 toeren het midden tussen de 113 pk sterke S en 123 pk sterke RS, maar beschikt wel over de allermooiste vermogen- en koppelkromme, zo blijkt als de technische fiche wordt bestudeerd. Tot 9.000 toeren gaat de R de RS zowel wat vermogen als koppel betreft over de RS heen, pas daarboven zijn de rollen omgedraaid en is het de RS die de R het nakijken geeft. In het gebied tussen de 6.000 en 8.000 toeren zijn de verschillen best groot (tot wel bijna 10%) en laat dat nou precies het gebied zijn waar je op straat het overgrote deel van de tijd aan het rijden bent. Nou zou je, om exact het verschil te voelen, beide motoren direct naast elkaar moeten zetten, maar desondanks hadden we nog voordat we die vermogensuitdraai onder ogen had gehad wel sterk het idee dat de R een veel mooier middengebied had. Of beter gezegd, we waren enorm gecharmeerd van het sterke middengebied van de R en konden ons niet herinneren dat dat bij de RS ook zo mooi was.