Test: Aprilia Tuono V4 Factory vs Triumph Speed Triple RS
In Keulen horen Donderen
Nu we inmiddels over de supersport heen gegroeid zijn, halen we onze kick ergens anders vandaan. Natuurlijk, er zijn nog altijd superbikes die écht het uithangbord van de fabrikant zijn, die de nieuwste en scherpste elektronica aan boord hebben waar we eigenlijk alleen maar van kunnen dromen, maar aan verkoopaantallen doen die al lang niet meer mee. Daar zit je dan met je goede gedrag. Moet ik nou écht een verhaal maken? Ik rij liever...Tegenwoordig moet je bij Adventure en naked bikes zijn en sommigen daarvan zijn minstens zo scherp als in de jaren negentig de motoren met kuip waren. Zo zeer zelfs, dat de techniek soms echt bizar ingewikkeld is.
Neem de Superduke, die in GT uitvoering als eerste echt alle sensoren aan elkaar gekoppeld had: voorwiel, achterwiel, IMU en vering, om alles in één keer aan te passen en niet alleen ABS en tractiecontrole aan te passen aan de situatie waar de motor zich in bevindt, maar meteen ook de vering hetzelfde te laten doen voor een nog strakkere, nog betere rit. En daarna al het andere. De MT-10 SP die dezelfde truc uithaalt en met een even uitgebreid menu als de R1M komt. Al minstens zo onvoorstelbaar. En wij maar rijden alsof er niks aan de hand is.
Als Triumph vervolgens met een nieuwe Speed Triple komt die ze zelf de Ultieme Hooligan noemen, moet er veel aan de hand zijn. De introductie voorspelde alvast veel goeds. Maar waar kun je zo’n motor anders nog tegenover zetten dan de motor die al de laatste jaren eenzaam aan de top staat, elke keer als we de eer hebben ‘m mee te mogen nemen? We maken ons op voor een vergelijk dat z’n weerga niet kent. Val met ons mee van de ene in de andere verbazing. Alsof je het in Keulen hoort….
Donderen
Tekst: Vincent Burger
Fotografie: Vincent Burger, Ed Smits