Test: Yamaha Super Tenere
Zwitsers zakmes
Inhoudsopgave |
---|
Test: Yamaha Super Tenere |
De Dakar sage |
Zwitsers zakmes |
Ongegeneerd blaffen |
Conclusie |
Technische gegevens |
Om serieus de aanval in te kunnen zetten op de GS had het ontwikkelingsteam zich enkele niet mis te verstane doelen voor ogen gezet. Zo moest de fiets worden aangedreven door een cardan aangedreven koppelsterke motor met grote cilinderinhoud, dat onder een brede range van condities haar dynamische karakter ten toon zou spreiden. Verder moest de fiets over lichte en snelle handling beschikken, met een perfecte balans op lage snelheid en snel, precies sturen op bochtige bergwegen, moest ‘ie over een hoge mate aan comfort beschikken, ook met passagier en bagage voor de langere afstanden en een goede weersbescherming hebben. Bovenal moest de Super Ténéré voorzien zijn van technologie die de rijder zal helpen veiliger te rijden en meer vertrouwen zal geven onder een diversiteit aan rijcondities, zonder daarbij de controle van de motorrijder over te nemen.
Een hele mond vol, maar samengevat betekende het dat de Super Ténéré een motor moest worden met de diversiteit van een Zwitsers zakmes, bij uitstek geschikt voor a) het offroad avontuur, b) touren op lange afstand , c) bochten vreten in de bergen en d) dagelijks forensen. Dat Yamaha daarmee precies de spijker op z’n kop heeft geslagen wordt ons al snel duidelijk als we de motor uitlaten in hét testgebied bij uitstek, de Belgische Ardennen. Met een diversiteit aan rijcondities, van krappe hairpins tot snelle bochtencombinaties, van asfalt nog strakker dan Nicolette Kluivert’s Playboy foto’s tot lappendekens die meer met Erica Terpstra in gemeen lijken te hebben, hebben de Ardennen alles in huis om het uiterste van de Super Ténéré te vergen. De motor blijkt het al snel allemaal als zoete koek te slikken, Robuust, overzichtelijk en boordevol informatie, zoals de verwende allroad rijder het graag ziet. maar daarover later meer. Doordat het zadel in hoogte is in te stellen, is manoeuvreren zelfs voor ondergetekende een schil van een peul. Nog steeds is de motor met een zadelhoogte van 845mm redelijk aan de hoge kant, maar in ieder geval stukken lager (35mm om precies te zijn) dan z’n 870mm hoge zithoogte.
Het verstellen van de zithoogte gaat kinderlijk eenvoudig: het zadel losmaken, de kunststof bracket verplaatsen en klaar is Kees. Eenzelfde systeem als Yamaha bij de FRJ1300 heeft toegepast, met dat verschil dat bij die toerder de bracket in een fraaie geleiderail is gemonteerd en het daardoor nóg gemakkelijker gaat. Ondanks z’n relatief lage zithoogte van 845mm blijft het echter wel behelpen voor wat betreft het bestijgen van het edele ros, enerzijds vanwege mijn stramme lijf maar meer nog vanwege de brede koffers die maken dat voor de -meest gebruikelijke- been over het zadel gooi beweging ten minste een cursus Wat zit die vent toch te kijken? Heb ik soms iets van je aan, of vind je me te zwaar ofzo? Yoga voor gevorderden is vereist. Het been door het zadel steken maakt het leven al een stuk gemakkelijker, maar vaker nog besluit ik eerst op de voetsteun te gaan staan, om daarna het been over het zadel te werpen. Voor het afstappen gelden dezelfde regels, en eenmaal er aan gewend wordt het meer en meer een sport om al rijdend van de motor af te stappen.
De Super Ténéré wordt aangedreven door een 1199cc grote paralleltwin met 270° krukas, eenzelfde concept als de TDM900. Het concept mag trouwens hetzelfde zijn als de TDM, verder gaan alle vergelijkingen met die paralleltwin mank. Zowel boring als slag werd vergroot naar 98mm x 79.5mm om een cilinderinhoud van 1199cc te verkrijgen. De keuze voor deze boring/slag verhouding was volgens Yamaha gekozen voor een optimale combinatie van snel toerenklimmen, een lage roterende massa en een compact motorontwerp te verkrijgen. De motor is goed voor een vermogen van 110 pk bij 7.250 toeren per minuut, wat exact hetzelfde is als BMW’s R1200GS maar dan bij 500 toeren lager. Om vibraties tot een minimum te reduceren werden dubbele balansassen toegepast. In tegenstelling tot de TDM beschikt de Super Ténéré over een dry-sump smeersysteem, waarbij het oliereservoir in het carter werd ondergebracht. Voordeel van deze constructie was dat het motorblok compacter kon worden gebouwd en de grondspeling – niet onbelangrijk bij offroad escapades – kon worden vergroot.
Waar kennen we die al weer van, een 2005 R6 misschien? Hoewel de motor vlot op het gas reageert is van die toerengretigheid weinig te merken als we met de fiets aan het knallen zijn. Tussen de vijf- en zevenduizend toeren houden is het devies, mocht je er flink vandoor willen gaan. De motor laat zich probleemloos afknijpen tot tweeduizend toeren, om vervolgens zonder horten of stoten er vandoor te willen gaan, maar denk niet op vermogen een supersport of naked bij te kunnen houden. Tenzij, zoals gezegd, de tellernaald het cijfer 5 op de robuuste toerenteller is gepasseerd. Niet vreemd trouwens, voor echte acceleratie ontbreekt het de Super Ténéré simpelweg aan vermogen. Hoewel de motor gemakkelijk in de begrenzer te trekken is zul je in de praktijk niet vaak boven de 7.000 toeren begeven. Niet dat de motor dan vermogen begint af te bouwen, maar hij is wel voelbaar z’n sterkste punt gepasseerd. Qua topsnelheid wist de motor het niet verder te brengen dan een ‘schamele’ 210 km/u, maar daar zullen de volop windvangende koffers zeer zeker ook part in hebben gespeeld. Nu zul je in de praktijk zelden dit soort snelheden rijden trouwens, niet in de laatste plaats omdat de motor boven de 190 km/u ietwat licht aan de voorkant begint te worden, hetgeen trouwens inherent is aan dit soort fietsen.