Zoeken

Test: Aprilia RS125 GP

Pagina 3

1 mei 2007
Inhoudsopgave
Test: Aprilia RS125 GP
Pagina 2
Pagina 3
Pagina 4
Pagina 5
Pagina 6

Tweetakt olie snuiven

rs125gp_3_1.jpg 

Ten onzichte van het vorig jaar geintroduceerde model zijn de onderhuidse aanpassingen minimaal. Tenminste, op papier. Het enige verschil zit "m in de millieu-eisen. Vorig jaar was de RS125 nog in Euro2 op de markt gezet, maar voor 2007 moest ook deze fiets eraan geloven om aan de strengere Euro3 norm te voldoen. Dat kleine detail blijkt in de praktijk echter een groot verschil in rijgedrag op te leveren. Tussen de vijf- en zevenduizend toeren heeft de fiets namelijk een megadip waar een krater in het maanoppervlak niets bij is.

rs125gp_3_2.jpg
Zo is het wel weer genoeg meneer Smits. Als u braaf bent mag u morgen weer een uurtje spelen.

Nu gebied de eerlijkheid ons te zeggen dat bij onze vorige kennismaking we enkel op het circuit hadden gereden, en dus never nooit in dat gebied kwamen, maar toch. Het is ditmaal opmerkelijk hoe zwak de fiets nét in dat toerengebied is. Natuurlijk, het is een tweetakt, tweetakten hebben een aan/uit vermogenskarakterestiek en tweetakten moeten dus op toeren worden gehouden, maar het is overduidelijk merkbaar dat de fiets zich absoluut niet in z"n hum voelt in dat toerengebied. Sterker nog, het kon zelfs verkeren dat de fiets ging "hikken", en daar niet meer uit dreigde te komen. Hikken als in bijvoorbeeld het hortend en stotend rijden alsof je bijna zonder benzine zit, of iemand die continue het contact aan en uit aan het zetten is.

Dat dit niet het enige nadeel is van de RS125, zal blijken als we de fiets in de stromende regen twee weken later weer terug naar Vianen moeten brengen. Regenrijden vindt de fiets niet leuk, hij rijdt alsof je een vette bougie zou hebben. Pas na een kilometertje of twintig begint de fiets op temperatuur te komen, maar ook dan resulteert van het gas gaan in een direct afslaande motor. Gas erop houden blijkt dus het enige devies, maar niet iedereen is even gecharmeerd van onze Grand Prix achtige taferelen bij elk stoplicht dat ons pad kruist.

Zoals gezegd, de RS125 is een echte tweetakt en dient ook als zodanig gereden te worden. "Flink het gas erop, en met slippende koppeling wegrijden," weet Pepijn Schoemaker van Tricolore me nog mee te geven, als ik met een vette weeeeeehheeeeee het bedrijfsterrein verlaat. En dan gebeurt het, de eerste bocht die ik met de Aprilia moet insturen weet ik niet wat me overkomt. Als verwende viertaktpiloot verwacht je een bepaalde weerstand bij het insturen van de bocht, maar dat is deze kleine tweetakt vreemd. rs125gp_3_3.jpgVoor ik het in de gaten heb zit ik aan de binnenkant van de bocht en ben gedwongen een kleine stuurcorrectie uit te voeren. De 125cc tweetakt weegt waarschijnlijk nog minder dan mijn neefje van acht, en dat merk je met sturen. Of eigenlijk merk je juist niets. Bocht naderen, lijn uitkiezen, met je ogen knipperen en de motor heeft de gekozen koers al ingezet. Onvoorstelbaar, hoe ontzettend gemakkelijk als dit stuurt. Nu begrijpen we meteen waarom er nog steeds complete volksstammen zijn die zweren bij het tweetakt wegrace gebeuren.

Vanaf Vianen zet ik met de RS125 koers over de A27 richting lekdijk, waar de motor zijn kunsten mag laten zien. Het stukje snelweg is net lang genoeg om 165 km/u op het digitale display te tonen, en dat is zondermeer hard voor een kleine tweetakt. De lekdijk blijkt een waar walhalla te zijn voor deze stoere tweetakt. Als een heuse Lorenzo stuur ik de fiets over de dijk, waarbij de betonnen bermblokken in gedachten rood/wit zijn gekleurd en als kerbstone dienst doen. Elke bocht waar ik de motor doorheen jaag bekruipt met hetzelfde gevoel: dat had veel harder gekund. Niet eerder heb ik op een fiets gereden die me er zo nadrukkelijk op wees dat het allemaal nóg veel harder had gekund. rs125gp_3_4.jpgHet ware racegevoel heeft ook alles te maken met het rijkarakter van een tweetakt; je moet de fiets echt op toeren houden, even de teller onder de 8.000 tpm en het is gebeurd met je overwinning. Abstract gezien mag de fiets daarmee een behoorlijk kleine powerband hebben, maar binnen dat kleine gebied kun je wel ontzettend veel lol beleven.

De vering en remmen zijn zondermeer voor straatgebruik afgestemd, iets waar de geoefende circuitrijder misschien niet al te vrolijk van wordt, maar wat wij gedurende de twee weken dat de fiets tot onze beschikking was wel konden waarderen. Uit prijstechnisch oogpunt is de vering niet instelbaar, en dus moest er qua afstelling een compromis worden gezocht. Sportief genoeg om behoorlijk hard de hoek om te kunnen, en comfortabel genoeg om oneffenheden in het wegdek goed op te vangen. Ook in snelle bochtencombinaties weet de RS125 duidelijk zijn mannetje te staan. Het is overduidelijk dat hier een fiets met Grand Prix allures staat. Het rijwielgedeelte is bijzonder strak, en de achterschokbreker is prima op zijn taken berekend. Enkel de voorzijde is wat aan de slappe kant, maar voldoet daarbij wel voor normaal gebruik. Natuurlijk, hard remmen levert een hard induikende voorvork op, maar alleen bij écht extreem gebruik (lees: circuitrijden) zal dit de fiets gaan opbreken.