Zoeken

De Dutch TT van Assen, een rijke historie

Pagina 3

23 juni 2005
Inhoudsopgave
De Dutch TT van Assen, een rijke historie
Pagina 2
Pagina 3
Pagina 4
Pagina 5
Pagina 6

Periode 1946 - 1975

De oorlog was achter de rug, de balans werd opgemaakt. Het pitcomplex met tankinstallaties, reclameborden, tribunes en rondeborden waren verdwenen en grotendeels opgestookt door de bezetter. In totaal was voor zo"n f 80.000,- aan middelen verdwenen. Het was Piet Nortier, hoofdredacteur van het blad Motor en omroeper op het TT-circuit die in het eerste nummer na de bevrijding een oproep deed om de TT nieuw leven in te blazen. Hoewel een groot aantal motoren werd gevorderd, was een groot deel behouden door coureurs die de bui hadden zien hangen. Die hadden hun voertuigen veelal gedemonteerd opgeslagen. Samenwerkende organisaties zetten de schouders onder de racerij en in 1946 werd een ontheffing afgegeven waardoor een nieuwe race mogelijk werd. Deze werd echter pas afgegeven in september, zodat pas in het najaar de eerste nationale race kon worden verreden. Dat hier met smart op was gewacht bleek aan het grote aantal toeschouwers tijdens de race. Maarliefst 80.000 toeschouwers waren aanwezig bij deze races. Het grootste deel van deze toeschouwers was met fiets of het openbaar vervoer naar Assen gekomen voor deze races. Reden temeer om een jaar later de TT weer op de internationale kalender te plaatsen. De race wordt weer in de traditionele junimaand verreden met ongekende temperaturen. De TT van 1947 kent men nog steeds van de verhalen over "een gulden voor een glas water". Het was te danken aan Piet Nortier dat ook buitenlanders weer met grote getale naar het Asser TT-circuit waren gekomen. Het jaar 1948 was voor de Nederlanders direct een groot succes. Dick Renooy won met zijn Eysink de 125cc race. Voor het eerst werd met 125cc motoren gereden, mede dankzij Nederlandse druk op de FIM. Renooy won de wedstrijd op zijn een-cilinder met een voorsprong van 50 seconden op zijn voornaamste concurrent Nello Pagani. De topsnelheid van Renooy lag op maarliefst 115 kilometer per uur!

Kaartverkoop in 1948
De vreugdevolle dag werd ruw verstoord door het eerste dodelijke ongeval op het circuit. Gosta Lonnfors kwam in de bocht bij het Jodenkerkhof zeer ongelukkig in botsing met een collega die al eerder was gevallen en terug was gekomen op het circuit. De Fin Lonnfors bezweek aan zijn verwondingen. Het jaar 1949 was er belangrijk jaar voor de Drentse races. Voor het eerst werd een officieel wereldkampioenschap verreden met races in Engeland, Zwitserland, Belgie, Noord-Ierland, Italie en Assen. Vanaf dit moment heeft Assen geen enkele WK race hoeven missen. Een unicum. Zodoende is Assen de enige race die nooit van de kalender is verdwenen. Nello Pagani was tijdens de eerste WK race de grote winnaar. De inmiddels 37-jarige Milanees won zowel de 125cc als de 500cc race en had die dag in totaal ruim twee en een half uur op racesnelheid rondgereden. Een jaar later was het Gerrit Lagerwey die met zijn 125cc Sparta een zesde plaats wist te behalen en daarmee de eerste Nederlander was die WK-punten wist binnen te halen. 1950 was ook het eerste jaar waarin de belangen in de 500cc enorm stegen. Geoff Duke was daar een mooi voorbeeld van: hij wilde overal tijd mee winnen, zo was hij de eerste coureur met een ééndelig racepak. Toen een noviteit, tegenwoordig heel normaal. Duke was in 1951 gebrand op de wist, in 1950 was hij namelijk ten val gekomen door bandenproblemen. Hij moest het opnemen tegen een vloot van Gilera"s onder aanvoering van Masetti. Met zijn Norton bleef hij continu achter Masetti wachten tot hij wist dat het duo op Duke"s sterke punt aan kwam. De klinkers van Hooghalen. Daar reed hij snel het gat dicht en bij de haakse bochten in Laaghalen wist hij Masetti te pakken en naar de winst te rijden. Dit had hij zelf niet kunnen bedenken toen hij in de 350cc race hard ten val kwam in de S-bocht.
Ken Kavanagh in 1951 door Hooghalen
Een jaar later was het verhaal andersom. Masetti was 1,2 seconde sneller dan Duke. Een zeer spannende finish. Ondanks deze winst, was het Wereldkampioenschap dat jaar wel voor Duke, die de 350cc race in Assen wel wist te winnen. Toch was iedereen gebrand op de 500cc, de koningsklasse van het kampioenschap. Overigens behaalde Cecil Sanford de eerste overwinning in de geschiedenis van MV Agusta, in de 125cc. 1953 was een topjaar voor Geoff Duke, hij werd verkozen tot "Sportman van het Jaar" in Engeland, na zijn overwinningen tijdens twee Isle of Man races en de Dutch TT. Twee jaar later vervulde de Engelsman een hoofdrol op het circuit van Assen. Het nieuwe circuit van Assen werd in 1955 geopend. Een semi-permanent circuit van 7,7 kilometers in lengte. Niet meer door de dorpen heen, maar op dezelfde locatie als waar tegenwoordig nog steeds de TT wordt verreden. Een prachtig complex met een breedte van minimaal zeven meter. Daardoor kon voor het eerst de zijspan in actie komen. De eerste race werd een prooi voor het Duitse BMW duo Willy Faust en Karl Remmert.
Zijspan in actie door de Strubben
De eerste 350cc en 500cc races op het nieuwe circuit werden overschaduwd door een rijdersstaking. 12 profs uit de 350cc kwamen na een raceronde de pits binnen en eisten meer startgeld, een zelfde soort actie vond plaats in de 500cc. Daar waren het de "privateers" die elk f 200,- extra startgeld eisten. De Gilera top steunde deze actie en Duke trad op als woordvoerder. Het circuit kon een nieuw circuit betalen, dan konden ze de coureurs ook wel wat extra geld geven, zo werd gedacht. De FIM was hier niet van gecharmeerd en schorste enkele coureurs voor het volgende seizoen. Duke werd vanaf 1 januari 1956 geschorst voor een periode van zes maanden en was daarmee kansloos voor het kampioenschap. Gilera gastrijder Drikus Veer behaalde in 1955 de eerste Nederlandse WK-punten in de 500cc klasse met een knappe 4e positie. In 1958 trad de FIM op tegen alle technische vooruitgang in de 500cc. Moto Guzzi had een V8 motor ontwikkeld met een topsnelheid van 285 kilometer per uur en de motoren hadden vreemde vormen gekregen. Complete badkuipen leken de stroomlijn van de motoren te gaan bepalen. Om deze vreemde gewaarwordingen iets tegen te gaan, werd besloten dat het voorwiel ten alle tijden zichtbaar moest zijn. Steeds meer merken begonnen zich te interesseren in de motorracerij. Zo bleek uit het feit dat het Japanse motormerk Honda als eerste Aziatische merk naar Assen toe kwam. In 1960 debuteerden Jan Huberts en Jim Redman in de 250cc op deze machines. Huberts finishte keurig als zevende terwijl Redman absoluut niet uit de verf kwam. Een jaar later wist Tom Phillis in de 125cc en Mike Hailwood in de 250cc de eerste TT overwinningen van Honda veilig te stellen. Dit was het jaar dat Yamaha ook besloot mee te doen in de racerij.
Luigi Taveri met zijn MV Badkuip in 1955
In 1962 verleende de FIM de 50cc klasse een WK-status waardoor het TT-programma bestond uit de 50, 125, 250, 350 en 500cc en de zijspanklasse. Een goedgevuld programma, dat ook door de bezoekers werd gewaardeerd. Voor het eerst in de TT geschiedenis bezochten meer dan 100.000 bezoekers de wedstrijddag en zagen Jan Huberts op een Kreidler tweede worden in de 50cc. Drie jaar later zorgt Honda coureur en Rhodesiër Jim Redman voor een enorme stunt, hij weet de 125, 250 en 350cc op een dag op zijn naam te zetten. Mike Hailwoord doet dit in 1967 nog eens over door de 250, 350 en 500cc te winnen. Maarliefst 130.000 man was er getuige van. Een jaar eerder was Hailwood al dicht bij de overwinning na een heroïsch gevecht met Redman en Giacomo Agostini. Redman wist de race uiteindelijk voor Agostini te winnen. Agostini was in die jaren een wereldster, te vergelijken met Valentino Rossi. Eigenlijk kon alleen Renzo Pasolini in het WK een bedreiging vormen, maar hij viel te vaak van zijn Benelli of kende technische problemen. Maarliefst 14 van zijn 122 overwinningen pakte Agostini in Assen.
Mike Hailwood in actie in 1967
Prachtige races bracht dit natuurlijk te weeg, wat voor het nodige enthousiasme zorgde, in 1968 werd dit nog een stuk erger. Toen wist Paul Lodewijkx op een door Jan Thiel en Martin Mijwaart geprepareerde Jamathi de 50cc race te winnen met een gemiddelde snelheid van 117,3 kilometers per uur! De eerste Nederlandse TT overwinning, meetellende voor het WK was een feit! Lodewijkx pakte deze overwinning door vlak voor de finish de Duitser Hans-Georg Anscheidt op een prachtige manier in de Kniebocht te grazen te nemen. Feestvreugde alom op de Drentse heide! 1970 luidde voorzichtig de kost van de Nederlanders in de top van de racerij in. Rob Bron reed met zijn tweecilinder Suzuki naar een zesde plaats in de 500cc, een jaar later werd hij zelfs tweede, achter Agostini. In die race wist hij zelfs enkele ronden de leiding in handen te nemen. Uiteindelijk werd hij dat jaar derde in het wereldkampioenschap. Dat was ook het jaar dat Theo Bult op zijn Yamsels van zich laat spreken. In de 350cc race finishte hij als derde achter Agostino op zijn MV Agusta en Phil Read op de Yamaha, in de 250cc werd hij zelfs tweede, pal achter Read! In de 50cc waren de Nederlanders ook goed vertegenwoordigd. In de periode 1969-1974 werd telkens een Nederlander tweede; meestal was het Angel Nieto die de winst naar zich toe trok. Toch werd in het prachtige jaar 1971 Jan de Vries wereldkampioen op zijn Van Veen Kreidler! De eerste Nederlander die in de geschiedenis van de motorracerij een wereldtitel binnen sleepte, een jaar later deed hij dit nog een dunnetjes over! In 1972 nam Henk van Kessel het stokje over en werd als tweede Nederlander wereldkampioen in de lichtste klasse. 1974, de Italiaanse legende, superster en oppergod van de racerij verlaat het eveneens Italiaanse MV Agusta en komt voor het Japanse Yamaha uit! Het werd in Italië gezien als landverraad. Zwaar teleurgesteld waren de Italianen in hun held. Een overstap dat leek op die van Valentino Rossi, dertig jaar later. Vanwaar de vergelijking? Net als Rossi werd Agostini direct wereldkampioen op de Yamaha. Hij wist in Assen zelfs de 350 en 500cc race te winnen. Tijdens de 45ste Dutch TT in 1975 was het echter de Engelsman Barry Sheene die op een Suzuki in de laatste bocht wist te winnen. Hij versloeg Agostini met een van de kleinste verschillen uit de TT historie. Sheene kwam bij het uitkomen van de Kniebocht naast Agostini over de finishlijn en de scoreborden gaven voor beide coureurs exact dezelfde tijd aan. Op het oog won Barry Sheen echter de race. De viering van het 50-jarige bestaan van Nederlands grootste motorsportevenement werd overschaduwd door het dodelijk ongeval van de Duitser Rolf Thiele in de 250cc.