Zoeken

TrackTest: Triumph Speed Triple 1200 RS

Zwarte vlag

14 oktober 2021

Waar voor de eerste sessie de elektronica via het TFT-display is afgesteld (voor wie het wil weten: de meest agressieve rijmodus Track, waarbij we het ingrijpen van de tractiecontrole tot het minimale hebben beperkt) is het even koffiedik kijken hoe het rijwielgedeelte is afgesteld. Het mooist was geweest wanneer we de eerste sessie met de fabrieksinstellingen hadden kunnen beginnen, maar ja… Een beest, maar dan op z'n Brits... Die Speed Triple welteverstaandan heb je wel het boekje nodig dat never nooit wordt meegegeven. En aangezien deze RS al menig journalist voor ons in het zadel heeft gehad is de kans erg groot dat er links en rechts al wat aan de instelmogelijkheden van de vering is gedraaid. 

Dat niet iedereen daar kaas van heeft gegeten blijkt al snel tijdens de eerste sessie. Wat de sportieve edoch ook relaxte zithouding betreft voel ik me weliswaar direct thuis op de RS, maar de motor heeft vooral in de korte bochten de neiging om wijd te lopen en onderin de Corkscrew zelfs wat licht over het voorwiel te pendelen. Het goede nieuws is echter dat gereedschap overbodig is om de demping achter aan te passen, in de pitstraat pas ik de afstelling van de Öhlins achtershock snel aan door ‘m ingaand meer en uitgaand minder demping te geven, wat onmiddellijk in een verbetering van de stuureigenschappen resulteert. Aan het eind van de eerste sessie wordt met een inbussleutel de uitgaande demping van de voorvork nog wat aangepast, waarna de motor als het spreekwoordelijke scheermes stuurt – messcherp. De Speed Triple laat zich met speels gemak de bocht insturen, Hier en daar nog wat natte plekken, maar het had nu al volop kunnen regenenhoudt z’n lijn mooi vast en is te allen tijde super stabiel. Op een korte baan als Mettet vraagt het omgooien van 198 kilo rijklaar toch echt wel de nodige inspanning, maar eigenlijk speelt dat de RS alleen in de traagste tweede rechterbocht (de hairpin voor de Corkscrew) op, waar door de beperkte snelheid het topgewicht voelbaar is door een lichtjes naar binnen vallende motor. 

Hoewel de regen nog niet is doorgebroken zijn de omstandigheden verre van ideaal, van af en toe motregen krijg je ook best wel natte plekken op een baan en doordat de zon niet echt doorbreekt en er ook geen harde wind krijgen die natte plekken geen kans om op te drogen. Dat neemt niet weg dat de snelheid er bij de Speed Triple 1200 RS goed inzit. Al snel worden rondetijden in de 1’12 genoteerd en dat zijn absoluut indrukwekkende tijden
Het blok is fantastisch, alleen de vrijstand is moeilijk te vinden. Remmelarij is niks op aan te merken

Het beste van Öhlins, maar dat wil niet zeggen dat je 't niet kunt verprutsen. Dat was echter snel gefixt
voor een standaard productiefiets zo ‘uit de box’. De stappen die de RS maakt als je bocht uit vol op het gas gaat zijn indrukwekkend en dan druk ik me nog voorzichtig uit. Snelle gasten op eenliter superbikes valt het ook op hoe verbluffend sterk de RS de bocht uit knalt, al dan niet met het voorwiel in de lucht. 

Vooral bij het uitkomen van de eerste rechterknik in tweede versnelling, de Mertensbocht richting de snelle linkerknik en bij het opkomen van het rechte stuk waar ik bij een snelheid van 264 km/u in het TFT-display niet langer op het scherm durf te kijken om me net genoeg tijd te geven het anker uit te gooien, gooit de RS met veel plezier het voorwiel in de lucht. Dit tot groot ongenoegen van Race Control, dat mij tot tweemaal toe met een zwarte vlag van de baan haalt. Wheelies zijn uit den boze op Mettet, maar gelukkig blijft het bij een waarschuwing. Uit voorzorg besluit ik maar om de ‘probleembochten’ een versnelling hoger te nemen en op andere plekken te shortshiften, "Of ik niet continue met de elleboog over het asfalt wil schuren", vroeg een lezer zich af. Bij dezewat met de up/down quickshifter kinderspel is. Dat plus de sticker toch maar op de koplamp plakken om de LED-verlichting af te dekken, in de hoop dat een eventuele wheelie minder opvalt.

De 1200 RS vindt het allemaal prima, met een versnellinkje hoger pakt het soepele motorblok ook bij deze lagere toeren voortreffelijk op en gooit zelfs dán nog met gemak het voorwiel in de lucht, wat ik stiekem eigenlijk nog veel vetter vind. Accelereren is dus iets waar deze Triumph in uitblinkt en datzelfde kan van de deceleratie worden gezegd. De Brembo Stylema radiaal gemonteerde 4-zuiger remklauwen in combinatie met de Brembo MCS rempomp, die qua slaglengte en remdruk is in te stellen, doen hun werk voortreffelijk. Die instelmogelijkheden van de rempomp zijn trouwens ideaal, daarmee is de rem aan te passen van comfortabel voor straatgebruik naar hard en strak voor op het circuit. Top!