Zoeken

Dubbeltest Kawasaki Ninja 650

Rondje Mettet

1 juli 2021

Als ik na het blok mooi op temperatuur te hebben gebracht (met een mooie diepe edoch beschaafde, lekker klinkende grom uit de Akra-pijp) voor het eerst de pitstraat uitrij reageert de Ninja 650 precies zoals ik het had verwacht. De eerste linker wordt rustig ingestuurd, de eerste bochten is het vooral even voelen hoe de motor reageert en proberen feedback van de banden te krijgen, maar dat gaat zoals gezegd Geloof het of niet, maar die gast achterin... daar zat ik een ronde geleden nog achterprecies zoals ik had verwacht. Op het rechte stuk vouw ik mezelf strak achter de kuip en kuipruit, welke ruim genoeg is om me helemaal uit de wind te houden. Goede windbescherming op straat werkt dus ook op het circuit. Het blok is vlot genoeg om op het rechte stuk de 6e versnelling te bereiken en als ik net voor het 100-meterbord besluit de Nissin 2-zuiger remklauw aan het werk te zetten blijkt de vertraging veel beter te zijn dan ik had verwacht, waardoor ik dus niet remmend maar met een dotje gas de eerste linkerbocht instuur. Dat moesten we de volgende ronde maar anders (lees: later) doen. 

De eerste van drie opeenvolgende linkerbochten krast de linkse voetsteun al vrolijk een spoortje in het asfalt, maar als ik m’n zithouding aanpas om de motor met minder hellingshoek de bocht om te krijgen word ik door de zachte vering direct op lichte onbalans getrakteerd. Niet dat het echt spannend wordt, maar merkbaar is het wel. Ronde na ronde wordt het rempunt verder verlegt en wordt aan het eind van het rechte stuk de ene na de andere ‘zware’ supersport uitgeremd. Of mijn favoriet: voor de eerste rechtse knik omhoog weer buitenom ingehaald. De onbalans blijft de Ninja 650 opspelen en dan met name wanneer de motor van het ene op het andere oor moet worden gelegd (zoals bijvoorbeeld onderin de Corkscrew), totdat ik ontdek dat dit gevoel verdwijnt als ik mijn zithouding al voor het insturen van de bocht tijdens de remfase op orde heb. En dat is ergens meer dan logisch. In tegenstelling tot de voorkant, waar werkelijk niets op aan te merken is (de vering slaat niet door en zorgt ervoor dat het voorwiel strak het asfalt volgt, Er zijn slechtere manieren om het weekend te beginnenwaardoor je zeer goede feedback van de voorband krijgt - planted, zeggen de Britten dan), is de achterkant eigenlijk te zacht, waardoor elke beweging die je zelf in de bocht maakt zich direct naar onbalans vertaalt.

De truc is dus om de motor zo min mogelijk kans te geven om onrust te creëren, wat je doet door je zelf optimaal op de bocht voor te bereiden en de motor vooral zoveel mogelijk te laten rollen. Hoe meer je zelf beweegt en hoe meer je stop-and-go probeert te doen, hoe meer dat door de Ninja zal worden afgestraft. Het sterke punt van de Ninja is echter dat de 68 pk sterke zesenhalf twin zo ontzettend soepel loopt en van onderuit zo ontzettend krachtig is, dat de meeste bochten zelfs een versnelling hoger kunnen worden genomen en optimaal op het rijke middengebied kan worden gesurft. Volgens Kawa moet de twin er met name in het middengebied flink op vooruit zijn gegaan en
Hendels zijn netjes instelbaar, ook die van de koppeling en dat zie je niet vaak bij kabelbediening

Wat is die achterbrug toch chic. De Nissin remmen vertragen veel beter dan je op 't oog zou hebben ingeschat. De achtershock is duidelijk op straatcomfort afgesteld, maar als je dat weet valt er goed omheen te rijden
hoewel dit mijn eerste circuitervaring is met de Ninja kan ik dat alleen maar beamen. Voor de kenners: de opeenvolging van linkerbochten na het rechte stuk doen we met de Ninja 650 dus in vier, omdat ‘ie dan midden in het toerengebied zit waarin ‘ie de grootste stappen maakt. 

Doortrekken tot in de begrenzer kan, maar heeft weinig zin omdat de echte trekkracht daar een stukje onder ligt. Het enige punt waar ik ‘m bewust wel in de begrenzer laat lopen is vanuit de Corkscrew richting de Mertens bocht, omdat me dat een versnelling op- en terugschakelen scheelt. Dat schakelen gaat trouwens prima op gehoor, waardoor je niet per sé op het overzichtelijke TFT-scherm hoeft af te gaan om je schakelmoment te bepalen: in de instellingen kan het toerental om te schakelen namelijk worden ingesteld. Mocht je dat dus nodig vinden, maar zoals gezegd: het kan ook prima op het gehoor.