Zoeken

Test: Benelli Leoncino Trail

Gaan met die banaan

19 november 2018

Goed, het display had wat mij betreft dus anders mogen zijn, maar het goede nieuws is wel dat dit meteen het enige is wat ik na een weekje sturen op de Leoncino Trail aan te merken heb. Sterker, deze prachtige Roadster (hadden we al gezegd dat je design echt wel aan Italianen overlaten kunt) heeft me zó aangenaam verrast dat het me geen enkel moment heeft gestoord dat het prachtige nazomerweer vlak
Fraaie spaakwielen, alleen daarom al zouden we voor deze Trail gaan. Remmen zijn prima voor elkaar, het ABS kan worden uitgeschakeld

Klinkt als een boxertwin. Hadden we al gezegd dat 'ie een fraaie achterbrug heeft?

Daar, dat pedaaltje. Dat kan zowel bij op- als terugschakelen zonder koppeling worden bediend.  Het blok voelt trouwens veel sterker dan je zou verwachten
voor deze test het veld had geruimd voor koud, guur en nat herfstachtig weer. Gewoon winteroutfit aan en gaan met die eh… banaan. 

Vanaf de eerste meters die je met deze Benelli Leoncino Trail maakt springen er twee dingen uit. Ten eerste het blok dat veel sterker aanvoelt dan je van een 500cc tweecilinder verwacht en ten tweede het gemak waarmee de fiets van richting te veranderen is. Ongeacht wat je wilt doen: keren op de weg zonder voet aan de grond te moeten zetten, ruime of juist krappe rotondes nemen, of snelle of juist langzame bochten, de Leoncino Trail doet alles heel intuïtief en geeft je daarbij enorm veel vertrouwen dat je ondanks koud, nat en guur je nergens zorgen om hoeft te maken. 

Wat de motor ongetwijfeld, naast z’n lage gewicht van 170 kilo droog, ook deels aan z’n ontspannen zithouding te danken heeft. Het lekker brede stuur is precies daar geplaatst waar je het verwacht als je op de motor bent gestapt en ook de voetsteunen zitten op de juiste plaats, wat in een actieve, maar nog steeds ontspannen zithouding heeft geresulteerd die je veel overzicht en vertrouwen geeft. Het zadel zit met 835mm op papier misschien aan de hoge kant, maar doordat de motor smal is gebouwd was het voor mij met m’n 1.72 mtr lengte geen belemmering om beide voeten aan de grond te zetten. Het zadel zelf is trouwens uitstekend gevoerd, een dagje sturen leverde geen enkel protest op van mijn achterwerk.


...waar is die fotograaf nou?

Ook de vering is prima op z’n taken berust. Oneffenheden worden door de dikke 50mm upside down voorvork en rechtstreeks afgeveerde en horizontaal geplaatste achtershock netjes geabsorbeerd, terwijl het rijwielgedeelte ook een sportieve rijstijl niet schuwt. Nu moeten we daar wel bij aantekenen dat we gezien koud, guur en nat niet tot het gaatje zijn gegaan, omdat het dus koud, guur en nat was en vering bij 8 graden Celsius heel anders reageert dan wanneer het hoogzomer is. Trouwens, over rijwielgedeelte gesproken, buiten de Metzeler banden, de Bosch ECU en het tweekanaals ABS zijn alle onderdelen van deze Leoncino in eigen (Chinese) huis gemaakt. Inclusief dus de vering en de remmen zelf. Oh dáár! De dubbele 320mm zwevende remschijven weten in combinatie met de dubbele vierzuiger remklauwen voor een behoorlijke vertraging te zorgen, waarbij het aanlegmoment heel voorspelbaar is. Geen agressieve bijters dus, maar gewoon een rem die knijpkracht een-op-een naar remvertraging vertaalt.

Zijn we al aangenaam door het rijwielgedeelte verrast, doet de tweecilinder lijnmotor daar nog een schepje bovenop. Wat heet, noem dat maar een kolenschep. De Leoncino wordt aangedreven voor een 500cc tweecilinder lijnmotor (vooruit, 499,6cc om precies te zijn), die zijn inhoud uit een boring x slag van 69 x 66,8mm haalt en wordt opgegeven voor een topvermogen van 35 kW, ofwel 47,6 pk bij 8.500 toeren en een maximum koppel van 45 Nm bij 5.000 toeren per minuut. In tegenstelling tot de meeste staande twins is Benelli voor een 360° layout gegaan, waardoor de motor als een boxermotor klinkt – net als BMW dat bij de dit jaar uit productie genomen F 800 heeft gedaan. Het geluid dat uit de enkele Nou, nog eentje dan. Om het af te lerenrechtsgeplaatste einddemper klinkt is daarbij niet het enige dat aangenaam is, het blok is dankzij de balansassen over de hele linie trillingsvrij en ook de gasrespons is op geen enkel foutje te betrappen. 

Het meest zijn we echter onder de indruk van hoe sterk deze staande twin aanvoelt. De fiets voelt veel sterker dan je van een 500 twin verwachten zou en voelt ook sterker dan Honda’s CB500 familie, wat toch als z’n directe concurrent kan worden gezien. Nu heeft de CB500 serie weliswaar een staande twin met ‘slechts’ 471cc, met eveneens 47,6 pk (omdat dat dát de wettelijk toegestane maximale waarde is voor het A2 rijbewijs) en 43 Nm koppel, waardoor het op papier elkaars gelijken zouden moeten zijn, maar zo voelt het dus helemaal niet. In het voordeel van deze Leoncino dus. Ongeacht de versnelling gaat de Leoncino er als een speer vandoor en verkeren we eerder (en vaker) dan verwacht in de zone dat er post uit Leeuwarden te verwachten is. Cruisen bij tempo 135 is dan ook geen enkel probleem. 

De souplesse van de staande twin en de (relatieve, we praten uiteindelijk nog steeds over ‘slechts’ 500cc) kracht van onderuit maken dat de Leoncino ontzettend schakellui te rijden is, maar als je dat doet dan mis je wel hoe ontzettend goed de versnellingsbak te schakelen is. Dat je probleemloos zonder koppeling kunt opschakelen zal niemand verbazen, maar het gemak waarmee de bak ook zonder koppeling (en vaak zelfs zonder zelf te blippen) terug te schakelen is, daar nemen we onze hoed voor af. Chapeau. Het mooie is daarbij dat ook wanneer je er een sportieve rijstijl op nahoudt en de motor flink op toeren houdt, dat niet met een excessief verbruik wordt afgestraft: het hoogste verbruik lag op 1:21,6 (4,6/100 voor de Belgen onder ons), de laagste waarde was 1: 25,1 (3,9/100).