Zoeken

Test: Aprilia Tuono V4 Factory vs Triumph Speed Triple RS

Conclusie

4 juli 2018

De Triumph is goed, donders goed. Beter dan ooit zelfs en dat is geen loze belofte. Je merkt het echt: lichter, sterker, verfijnder en klaar voor de aanval. Dat hebben we bij de introductie al ruimschoots mogen meemaken, waarbij de motor verblufte met z’n te allen tijde aanwezige rust en Britse onberispelijk. Wat voor situatie je ook tegenkomt, de Speed Triple sleurt je Ik doe nog even een rondje. Okedoeier doorheen met een gemak, zoals je zelden ziet. En Triumph heeft ook een goede keus gemaakt daarbij vooral te focussen op daadwerkelijk gebruik oftewel gewoon op de openbare weg. Met de menu’s kun je ‘m braver en stouter maken,zet je alles open in Rider modus, dan komt het heel aardig in de buurt van de hooligan die Triumph graag zou willen zien. En we hebben al eens eerder gezien dat juist een ogenschijnlijk rustige jongen stiekem toch de snelste of meest makkelijke blijkt te zijn; denk nog maar eens terug aan de ‘Total Control’ filosofie van een bepaald Japans merk: niet de wildste, vaak stiekem toch de snelste. 

Maar zet er dan geen Aprilia naast. Als er één motor goed is in de spotlight stelen, is het de Tuono wel. En niet alleen met uiterlijk vertoon, het wit van de Triumph steekt nogal gedecideerd af tegen de schreeuwende letters van de Tuono, maar dat voert ook door in de motor zelf. In het rijden, het sturen, de vermogenskromme, alles. Aprilia flikt het gewoon weer, door een motor waar totaal niks mis mee is, volledig te kakken te zetten. Dat is een beetje zielig voor die ander en ook totaal niet de bedoeling van ons om de Triumph af te kraken, zoals gezegd: er mankeert echt helemaal niks aan. Maar zoveel pret en rijplezier is gewoon geen kruid tegen gewassen. En dan is ‘ie nog niet eens perfect.