Zoeken

Eerste test: Kawasaki Z900 vs. Suzuki GSX-S750

Hetzelfde, maar dan anders

19 maart 2017

“Wat een enorm verschil,” is het eerste wat ik me realiseer als ik de Z900 bij de importeur in Hoofddorp heb opgehaald. Of eigenlijk het tweede, het eerste wat direct opvalt is hoe ontzettend licht de slipper-assist koppeling aangrijpt, maar dat even terzijde. Onze kritische noot ten tijde van z’n introductie in de Spaanse Sierra Nevada was duidelijk niet aan dovemans oren gericht, en dus heeft de importeur de Dunlop Sportmax D214
Agressief en à la Z1000 laaggeplaatst. Het display oogt door z'n zwarte achtergrond druk, maar de cirkelvormig geplaatste toerenteller LED-naalden zijn wel duidelijk. 

De allergrootste troef van de Z900: het blok dat als een drietrapsraket aanvoelt. De slipper-assist koppeling voelt trouwens vederlicht

Zoals het een sportieve motor betaamt: voor en achter genoeg knopjes om aan te schroeven
eerste montage nu voor Bridgestone S21’s omgeruild. En dat is vanaf de eerste meters goed te merken, heel erg goed. Misschien wel een beetje te goed. Met een buitentemperatuur van 9 graden boven nul is het alles behalve warm, maar ondanks dat stuurt de Z900 nu vederlicht. Het nukkige sturen, waarvan in Almeria op de bochtige weg met korte haarspeldbochten bij gelijke temperatuur met de Dunlop’s zeer zeker sprake was, is met de S21’s niets te merken, zo lichtvoetig en gemakkelijk als het nu gaat. Ik vraag me zelfs af of dit misschien niet een tikkie te veel van het goede is, want echt 100% neutraal is het niet.

Het tweede dat opvalt is hoe gemakkelijk en vooral snel je in de gevarenzone zit waarin je rijbewijs door de versnipperaar gaat. Kawasaki’s persman had me nog zo op het hart gedrukt het de eerste kilometers echt rustig aan te doen – want, nieuwe banden – maar hoe zeer ik dat voor m’n gevoel ook doe, de digitale kilometerteller vindt van niet. 132 zegt het display en maakt dat ik rap van het gas ga, da’s al twee kilometer per uur in de zone van rijbewijs kwijt. Terwijl ik toch écht nog niet boven de 5.000 toeren ben geweest en ik voor m’n gevoel zowel mezelf als de motor nog aan het opwarmen ben. Goeiendag, als dit de snelheid is die je rijdt als je het rustig aan doet op een –behoorlijk– frisse lentedag, dan hou ik m’n hart vast als het hartje zomer is. En doe m’n brievenbus op slot, zodat ik geen post uit Leeuwarden ontvangen kan.

“Wat een enorm verschil,” is het eerste wat in me opkomt als ik een dag later op de GSX-S750 ben overgestapt. De GSX-S750 kan strikt genomen worden gezien als een eerste serieuze update van de GSR750, wiens naam niet meer mocht worden gebruikt omdat de naam GSR al door een automerk was gedeponeerd en vanaf nu dus als GSX-S door het leven gaat. Zo klein als de verschillen op papier lijken te zijn, zo groot is het onderscheid
Heel herkenbaar neusje van de GSX-S. Het display kennen we al van de GSX-S1000 en SV650. Duidelijk, overzichtelijk en goed afleesbaar, maar niet echt spannend

Het blok is duidelijk een nazaat van de GSX-R750 en wil het liefst op toeren worden gehouden. Vijfcijferig als het effe kan

Dat heeft de Kawa dan weer niet, die schakelaar waarmee je heel eenvoudig tijdens het rijden de tractie controle aan kunt passen. De vering daarentegen is alleen qua veervoorspanning aan te passen
met die GSR. Geen idee wát ze in Hamamatsu hebben gedaan, maar het heeft duidelijk wel z’n vruchten afgeworpen. Dacht ik dat de Z900 al wat sturen betreft uitblonk, laat de GSX-S750 me nu zien dat het zowaar nog makkelijker en beter kan. En nog geeneens wat lichtvoetigheid betreft, het is met name het neutrale stuurgedrag waarmee de Soes tijdens die eerste rit uitblinkt. Voelt de Z900 als een duizend die als een zevenenhalf stuurt, dan voelt de GSX-S750 als een 600. Met die kanttekening dat ten opzichte van de Z de GSX ook motorisch als een 600 aanvoelt. Wat tegelijkertijd weer in z’n voordeel pleit, want met ‘slechts 113 pk’ en instelbare tractie controle durf je te allen tijde vol op ’t gas.

Hoewel zowel Kawasaki als Suzuki zich richten op dezelfde klant die van een supersport overstapt op een meer praktische sportieve naked zijn beide merken duidelijk hun eigen weg gegaan. Waar men bij Suzuki de nadruk vooral op messcherpe stuureigenschappen heeft gelegd, heeft bij Kawasaki overduidelijk de nieuwe 948cc vier-in-lijn de overhand gehad. Verpakt in een nieuw trellis buizenframe dat een flink stuk lichter is, waardoor ook nog eens de stuureigenschappen op een hoger niveau zijn gezet. Wat design hebben beide fietsen dingen waar waanzinnig goed over is nagedacht, maar tegelijkertijd ook hier en daar wat steekjes laten vallen.  Komt die groene nou binnendoor of de blauwe buitenom?Zo supergaaf en sportief als de voorkant van de Soes er – zeker in deze blauw/zwarte kleurstelling – uitziet, zo enorm saai en oubollig zijn het kontje c.q. achterlicht en de knipperlichten. De Kawa lijkt haast z’n spiegelbeeld: het kontje is waanzinnig strak en ook de knipperlichten zijn ontzettend kek, terwijl van het neusje blijkt niet iedereen gecharmeerd blijkt te zijn. Je moet ervan houden, die à la Z1000 laag geprojecteerde koplamp. Ander voorbeeld? De voetsteunen van de GSX-S750 zijn – zoals het een sportieve naked betaamt – van het kaliber lichtgewicht aluminium, waar die van de Z900 een stuk lomper zijn en van rubberen inserts zijn voorzien. Terwijl wat de rest van de remschakelset betreft de punten weer naar de Kawa gaan. Wat afwerking betreft is op beide fietsen weinig aan te merken.