Zoeken

Test: Harley-Davidson Low Rider S

Puur verslavend

17 november 2016

Peter excuseert zich voor het feit dat ‘ie zo lang is weggeweest, maar dat begrijp ik maar al te goed. De Low Rider S is zo verslavend dat je verdomd sterk in je schoenen moet staan om dat te kunnen weerstaan. Dit is motorrijden op z’n puurst, verpakt in een styling die übercool is en aangedreven door een motorblok dat de term oerknal opnieuw heeft gedefinieerd. Het enige wat de Low Rider Zouden ze 't thuis erg vinden als dit in plaats van het zwembad in de tuin komt?S bij een stoplichtsprint de das om zou kunnen doen is de korte gearing, ten opzichte van de eerder genoemde V-Rod en XDiavel maakt de Low Rider S veel minder toeren waardoor je sneller dan je denkt in de begrenzer zit en dientengevolge het vermogen als een plumpudding in elkaar zakt. Daar staat tegenover dat de versnellingsbak perfect te schakelen is. Terwijl je dat in eerste instantie niet verwacht: de eerste versnelling selecteren gaat gepaard met Harley’s bekende klak die drie straten verderop te horen is, maar buiten dat schakelt de bak erg  precies, zo precies dat ondanks de langere schakelwegen je  probleemloos zonder koppeling kunt op- en terugschakelen. Ik ken veel Japanse en Europese versnellingsbakken die dat deze Harley-Davidson niet nadoen.

Precies dát is wat Harley-Davidson ontzettend goed voor elkaar heeft. Qua styling en emotie lijkt de huidige line-up als twee druppels water op hun allereerste edities van ergens vorige eeuw, terwijl ze wat techniek betreft echt van deze tijd zijn. Als geen ander heeft Harley-Davidson z’n erfgoed goed weten te bewaren. Kijk alleen al naar de manier waarop deze Low Rider S tot leven komt: een druk op de startknop wordt gevolgd door een eerste klak, vervolgens een halve seconde niets en dan ineens de chewchewchew waarna het Screamin’ Eagle Twin Cam 110 motorblok tot leven komt. Net als Peters Heritage Classic 25 jaar geleden.  En wat onderhuidse techniek betreft: deze Low Rider S heeft – net als bijna alle Harley’s de afgelopen 25 jaar – automatisch uitschakelende knipperlichten, wat in de rest van de motorwereld nog maar mondjesmaat wordt toegepast.
Euro4 killing voor geluid? Niet wat Harley-Davidson betreft

De joekel van luchtinlaat heb je met je been minder last van dan je zou denken. 

Ja, hij heeft achtervering, maar verwacht daarvan geen wonderen, daarvoor is de veerweg te kort. Hakken aan de grond voor een kortere veerweg is anno 2016 niet meer nodig, de Low Rider S remt als de brandweer
Net als dat Harley-Davidson al een behoorlijke tijd ‘Keyless ride’ kent, waar ook deze Low Rider S mee is uitgerust. De afstandsbediening van het alarm bepaalt of de motor door middel van de schakelaar op het stuur op contact kan worden gezet. Een ander elektronisch snufje waarvan de Low Rider S is voorzien is cruise control, dat heel subtiel in de armatuur links op het stuur is verwerkt.

De indrukwekkende dragstrip sprint waarmee de Low Rider S bij het verkeerslicht uit de startblokken schiet heeft tot gevolg dat je al snel veel harder rijdt dan wat je van een Harley-Davidson verwachten zou. Nog sneller dan je online het recept voor rabarbersoep hebt opgezocht heeft de op de tank gemonteerde analoge snelheidsmeter 180 km/u aangetikt. En dan is het einde nog geeneens in zicht. Net zo verslavend als de stoplichtsprint is de rollende acceleratie, ongeacht de snelheid en ongeacht de versnelling schiet de Low Rider S als een Scud-raket vandoor. De zit past ook perfect in dat beeld: het zadel zit met 685 mm heerlijk laag waardoor ik beide voeten met gemak plat op de grond zet en dankzij de vorm zit je ook nog eens lekker opgesloten, wat voor een gedegen sprint essentieel is. Tel daar het brede stuur bij op en je snapt meteen waarom die gast op z’n Low Rider S te allen tijde meteen in de aanval kan gaan. Vast niet, denk eerder dat ik de afstandsbediening goed zal moeten verstoppen, voor ik het weet zijn ze d'r zelf een blokkie mee omFlitsend sturen is de Low Rider S vreemd, maar had je anders verwacht  van een motor met een wielbasis van 1.630 mm, balhoofdhoek van 30,5°, 128 mm naloop en een rijklaargewicht van 305 kilo? Daarbij, eenmaal aan het lome stuurkarakter gewend valt er nog goed mee te leven. Zeker weten dat je op je lokale circuit de nodige supersport rijders zult frustreren, hoewel je dat wel de nodige voetsteunen kost. Grondspeling is misschien niet z’n sterkste punt, maar ook dat is de Low Rider S wel vergeven, net als al z’n andere onvolkomenheden. Bovendien, hoe duur kan zo'n setje voetsteunen zijn? Stel je slijt een set per jaar, dan heb je best veel lol voor je geld gehad. Toch? Om nog maar te zwijgen over het feit dat 'ie amper afschrijft. "Ik schreef in 5 jaar tijd net zoveel af als de anderen van de motorclub met hun Japanse fietsen in 1 jaar," aldus m'n wijze broer. Dat was begin jaren '90 zo en dat is nog steeds.