Zoeken

Test: Voxan Black Magic

Pagina 4

13 mei 2005
Inhoudsopgave
Test: Voxan Black Magic
Pagina 2
Pagina 3
Pagina 4
Pagina 5
Pagina 6
Pagina 7
Pagina 8

Joe Bar comes alive

Als je zo kijkt is het best nog een flinke fiets. Geeft dat? Neeuuh...Rijje!

Okee, we gaan optellen: Franse motor, naakt, caféracer styling, beladen met snel spul en een ontwerp van de tekentafel van niemand minder dan Sacha Lakic. Hiervan is algemeen bekend dat hij de buitenechtelijke broer is van tekenaar Bar2 en het enige juiste antwoord laat zich raden: zou je niet beter weten dan zou je zweren dat de motor rechtstreeks uit een album van Joe Bar is gestapt. Echt alles klopt, behalve wellicht de proporties van sommige gelaatstrekken, maar die kan je eenvoudig verhullen met een zwart viziertje (alhoewel je eigenlijk haast verplicht bent hier een aan illegaal grenzend potje voor te gaan dragen). Doordat de combinatie van gearing en wielbasis wheelie-aspiraties goed in toom houden kan je al je aandacht richten op het juist wegrijden bij het stoplicht:

..en nog maar een "fly-by"

staand boven de buddy (en zie! Daar komt dus de vorm van het zadel pas volledig tot zijn recht; je wordt vanzelf meegeschept), ellebogen zo breed mogelijk en je neus boven of liefst vóór het stuur, wachten tot het licht eindelijk op groen springt, koppeling in één keer los en Gááán! Je ziet als vanzelf dikke letters “BrooooAAAARRRâ€ÃƒÆ’‚ achter je verschijnen. Het wordt wel vaker gezegd, de ene motor heeft meer een “inâ€ÃƒÆ’‚ gevoel, de andere meer een â€ÃƒÆ’‚opâ€ÃƒÆ’‚-idee. Nou is dat allemaal redelijk relatief en in de marge, niet zo met deze fiets; meer “opâ€ÃƒÆ’‚ heb ik nog nooit gezeten. Mede dankzij de ouderwetse verhouding van zitje-clipons-voetsteunen (dus voeten hoog, kont hoog en naar achter, kin op de tank) en het totaal ontbreken van wat voor windbescherming ook. De tank loopt in het echt dan nog wel wat op om het minder te laten lijken, daar merk je tijdens het rijden helemaal niets van. Tot slot maakt het zitje de indruk dankzij zijn vorm helemaal af en maakt de hele “GaaaaaaaZ!â€ÃƒÆ’‚-sensatie compleet.

Voxan...is dat nog wat? De naam Voxan heeft in de korte geschiedenis van het merk al heel wat te verduren gehad. Van uitermate succesvol via een faillissement, terug naar volle glorie, en nu is alles weer fris? Wat is nou waar? Heel eenvoudig: na de oprichting en het enorme succes met de daarbijbehorende uitpuilende ordermap begon één van de aandeelhouders (vliegtuigfabrikant Dassault) onmogelijke kwaliteitseisen te stellen (wat in de vliegtuigindustrie heel gewoon is, maar in de motorwereld niet werkt). Toen deze niet haalbaar bleken (en met de eisen ook de leverbaarheid van de onderdelen ver achter bleef bij de vraag) trok niet alleen deze aandeelhouder zich terug, maar met hen ook de overige geldschieters. In 2002 trok een Zwitserse investeerder (en motorliefhebber) het bedrijf weer uit de curatele waar het onder stond en bouwde het bedrijf, sterk uitgedund, weer op. Met een nieuw beleid, verzekering van investeerders en een potente modellenlijn (uiteraard wel allen ontworpen door Franse designers) ziet de toekomst voor Voxan er beter uit dan ooit. En de uitpuilende ordermap is er ook weer.

Uitsmeren

De rijsensatie is op zijn zachtst gezegd “verfrissendâ€ÃƒÆ’‚. Door de “kont omhoog, kin omlaag, knieën op oorhoogteâ€ÃƒÆ’‚ zitpositie, samen met de straffe vering en de redelijk steile balhoofdhoek, is verzitten af te raden; het ding wil dan rond het balhoofd wat zenuwachtig worden. Geeft helemaal niks, dat is logisch. Immers, het balhoofd is gewoon een scharnierpunt en dat werkt nou eenmaal zo. Maar anders dan bij een supersport merk je dat nogal zodra je beweegt, of anders gezegd, het aantal contactpunten met de motor vermindert. Uitsmeren dus en gewoon ouderwets knieën aan de tank houden. Dan blijkt de motor ineens superstrak te rijden. Deze motor is Spartaans, in alle opzichten. Zelfs de bediening van alle verschillende elementen is stroever dan gebruikelijk. De bak is zeer precies, maar een stuk minder gladjes te bedienen dan bijvoorbeeld de R6 die tegelijkertijd ter redactie vertoefde. Zelfs de knopjes op het stuur gaan stroever! Aan de andere kant past ook dit weer helemaal in het plaatje natuurlijk, er is immers geen andere manier om met een Caféracer te rijden. En gelukkig maar dat het anders is; het “back to basicsâ€ÃƒÆ’‚-idee voegt nog weer een hoofdstuk toe aan de sensatie. Goed, alles bij elkaar genomen is dit absoluut geen beginnersfiets; je moet er mee leren omgaan en dat kost best tijd. Maar als we een “opstap-en wegrijfietsâ€ÃƒÆ’‚ willen kopen we wel een Jap, toch? Hoe kan ik het nog anders beschrijven, laat me denken…. Het is wel mogelijk hier op een circuit een snelle ronde uit te persen, maar het zal je meer tijd en moeite kosten dan een fiets die strikt voor dat doel gebouwd is. Die extra tijd en moeite maakt het dan wel weer veel meer de moeite waard, zelfs al ga je niet als snelste rond.

..en nóg maar een keer. Worden we hier moe van? Wat denk je zelf?