Zoeken

Rondje Isle of Man TT met John McGuinness

Tijd voor thee

1 mei 2017

Terwijl de regen weer met bakken uit de hemel valt rijden we door naar het dorpje Ballaugh, waar ‘Ballaugh Bridge’ elk jaar weer veel toeschouwers trekt. Het is de plek waar de motor met beide wielen loskomt. “De truc is om ‘m zo haaks mogelijk te nemen, anders zet je achterwiel zomaar een flinke stap opzij.” “Maar even iets anders, denk je dat we tijd hebben voor een kop thee?” In ‘The Raven’,
Dé plek voor spectaculaire beelden: Ballaugh Bridge

"Kan ook makkelijk nu in de regen," aldus John

Oemfff
de pub direct na Ballaugh Bridge, wordt me opnieuw snel duidelijk hoe iedereen hier op dit eiland van de TT leeft. Nog maar amper de helm afgezet raakt John direct in gesprek met een man op leeftijd aan de bar, alsof ’t vrienden zijn die elkaar een tijdje niet hebben gezien. Want ook dát is de Isle of Man TT, tijdens de race bewonder je ze op de baan en daarna tref je ze in de pub. Of John, nu hij er toch is, nog even vlug wat foto’s aan de muur wil signeren.

Eigenlijk zitten we er allebei wel doorheen, binnen no-time is de vloer veranderd in een waterpoel en daarbij is het ook nog eens stervenskoud. En alsof dat nog niet erg genoeg is moeten we het hele stuk nog terug, omdat de bergweg vanwege sneeuw dus afgesloten is. Dat zal echter nog even op zich moeten wachten, eerst rijden we door naar de Sulby Straight, een 1,5 mijl (2,4 km) recht stuk waar in 2015 door de Nieuw-Zeelander en voormalig teamgenoot Bruce Anstey een topsnelheid van 206 mijl per uur (331,51 km/u) werd gehaald. Bij een kleine, karakteristieke kruidenierswinkel op een kruispunt tegenover het Sulby hotel – zo eentje waar je vlak voor de race nog snel even een broodje, een blikje drinken of pakje peuken gaat halen, wil John namelijk nog vlug even naar binnen gaan. “De oude man die deze winkel runde is afgelopen jaar overleden en ik heb nog geen kans gehad om z’n zoon te condoleren.” Ook dat typeert de persoon McGuinness, die erg betrokken is met de plaatselijke bevolking. Het winkeltje op de hoek van de straat is beroemd om z’n opmerkelijke verzameling collectebussen, waar voor de meest uiteenlopende goede doelen geld wordt ingezameld. “Die oude man kon aan het gewicht van zo’n bus precies vertellen hoeveel geld erin zat.” De brede collectie foto’s met grootheden tussen de collectebussen achter de toog laat zien hoe ontzettend geliefd deze familie in de paddock was.

Met zijn bijna 45 jaar is John de jongste niet meer en is zich daar zelf terdege van bewust, maar denkt voorlopig nog niet aan ophouden. “Als je hier eenmaal hebt geracet, dan houd je het ofwel voor gezien, ofwel kom je elk jaar terug. Ik weet dat ik dit niet eeuwig kan doen, maar vind het nog steeds gigantisch kicken. Ik ben nog drie TT-overwinningen verwijderd van Joey Dunlop, de man waar ik hier alles van heb geleerd. En ik weet dat ik nog steeds wedstrijden kan winnen. Als ik moet schatten: 34 pond en 27 penniesMisschien zou in het reglement moeten worden opgenomen dat je maar 20 jaar mag racen, dan weet je wanneer het klaar is en dat zou het een stuk gemakkelijker maken om afscheid te nemen. Nu kan en wil ik dat nog niet," aldus de man die dit jaar voor het eerst sinds 2011 niet met de nummer 1 van start zal gaan. "Jarenlang ben ik diegene geweest waar iedereen op heeft gejaagd, nu wil ik op anderen gaan jagen."

Met z'n bijna 45 jaar is John z'n wilde haren nog lang niet verloren“Ik heb lang uitgekeken naar de nieuwe Fireblade SP2 en heb m’n zinnen daar echt opgezet, maar hoe lang ik dit nog blijf doen weet ik werkelijk nog niet,” aldus John die met die vraag toch wel zichtbaar moeite heeft. “En ja, Joey Dunlop is mijn leermeester geweest hier in de Isle of Man TT en het zou voor mij een ontzettend grote eer zijn om zijn aantal raceoverwinningen te evenaren, maar of ik dan zal stoppen weet ik werkelijk niet.” Terwijl de regen met bakken uit de hemel valt en we op weg terug zijn naar het hotel zie ik het achterwiel van z’n Africa Twin ineens alle kanten op glijden, waarna het gas er flink opgaat en we met zevenmijlslaarzen terug richting Douglas gaan – soms met de handen op het blok om op te warmen. “Ik had de tractie controle uitgezet en wilde een wheelie doen, maar dat ging niet helemaal volgens plan,” weet John me terug in het hotel te vertellen, terwijl handen en voeten haast bevroren zijn van de kou. Een vos verliest wel z’n haren maar niet zijn streken, zeker niet als ‘ie John McGuinness heet.