Zoeken

Rondje Isle of Man TT met John McGuinness

Danger zone

1 mei 2017

Vanuit Brey Hill rijden we via Ago’s Leap naar Quarter Bridge, de enige bocht waar John ooit is gecrasht. “Het afgelopen jaar tijdens de training voor de Classic TT op de Paton 500. Ik was zo kwaad op mezelf, want dit is de bocht waar je elke nieuwkomer voor waarschuwt, omdat ’t de eerste echte bocht is en je banden nog niet op temperatuur. Dat uitgerekend ik hier met al m’n ervaring onderuit moest gaan, was zo ontzettend stom van mezelf. Ik heb de motor opgepakt, Onderuit gaan, terug naar de pits en daarna meteen een nieuw zonderecord zetten. Dat noemen we pas karakterben buiten het parkoers terug naar de pits gereden en heb daarna in mijn volgende ronde meteen een nieuw kwalificatie ronderecord gezet.” John geeft wel aan dat van alle plaatsen waar je onderuit zou kunnen gaan, dit wel een van de meest veilige is. “Als je een kaart zou moeten trekken met daarop de bocht waar je gaat crashen en je trekt deze kaart dan zeg je, dankjewel.”

Dat het noodlot elk moment kan toeslaan weet John maar al te goed. In de 20 jaar dat hij hier heeft geracet heeft de inmiddels bijna 45-jarige coureur uit Morecambe, Lancashire drie vrienden verloren. Al direct in zijn eerste jaar 1996 leerde hij hoe dicht de scheidslijn tussen extreme hoogte- en dieptepunten is: hij finishte zijn 250cc race als beste nieuwkomer op de 15e plaats, na in de training zijn beste vriend Mike Lofthouse te hebben verloren. “Dat was een enorme klap, maar ik dacht: weet je wat,ik ga de race gewoon rijden en zie wel hoe ik me voel. Ik finishte de race in de stralende zon en toen waren er de emoties, het bier en ineens ben je keerzijde van deze sport vergeten.”


Zal vandaag inventief te werk moeten gaan, wil ik niet hopeloos op afstand worden gereden

 “In 2003 verloor ik opnieuw een goede vriend, David Jefferies. Dave was net zo oud als ik, we maakten beide in hetzelfde jaar (1996, red.) ons debuut in de TT en behaalden in 1999 allebei onze eerste overwinning, hij in de F1 en ik in de Leightweight 250 TT. Ik kwam als een van de eersten bij het ongeluk uit. Dave was over een oliespoor onderuitgegaan, waarna zowel de motor als Dave zelf eerst vol tegen een muurtje zijn geknald en daarna weer terug de baan op zijn gekaatst. Dave was op slag dood. De klap was zo groot dat een telefoonpaal waar de motor uiteindelijk tegenaan knalde als een luciferstokje afbrak, “aldus John. “Na de dood van Dave sprak zijn moeder me toe en drukte me op het hart vooral met racen door te blijven gaan. Dat heeft toen een enorme indruk op mij gemaakt.”

In 2005 verongelukte Gus Scott bij Kirk Michael. “Ik ben niet echt bijgelovig, maar telkens als ik voorbij die plekken kom vraag ik Mike of 'ie vanaf daarboven over me wil waken.” Het ergste wat John in 20 jaar TT heeft meegemaakt is de crash van Paul Shoesmith afgelopen jaar, die op de Selby Straight bij een snelheidvan tussen de 160 en 190 mijl per uur de controle over zijn machine verloor. “Bij het neerkomen na een wheelie was zijn voorband ontploft, Iets zegt me dat John met me aan het spelen iswaarna hij kansloos was. De scene zag eruit als een slagveld, zijn machine was totaal vernield en de onderdelen waren over grote afstand verspreid.”

Karakteristiek

We rijden door naar Braddan Bridge, een snelle links/rechts chicane bij een kleine kerk, waar karakteristieke bankjes naast de kerk al 100 jaar als tribune dienstdoen. “Vanaf hier tot aan Ballacraine voorbij het 7 mijl punt, waar het circuit rechtsaf gaat, is het buiten de knikjes bij Union Mills en Glen Vine eigenlijk het hele stuk volgas rechtdoor.” Ondanks de regen gaat het gas er bij John goed op en geeft het display van mijn Street Triple meer dan eens de snelheid in drie cijfers aan (opnieuw, in mijlen per uur welteverstaan). Voor mij persoonlijk onder deze omstandigheden (wel eens een Street Triple met Diablo Corsa's in koud, nat weer gereden?) hard genoeg, het is amper voor te stellen hier onder droge omstandigheden (in de regen wordt er nooit getraind of geracet) met dubbele snelheid te doorheen te knallen. Daarbij doen wij het in de bebouwde kom van Union Mills en Glen Vine nog rustig aan, waar deze mannen nog steeds in vierde of vijfde versnelling volgas doorheen gaan.

John’s sterke punt is altijd de eerste 9 mijl vanaf de start geweest, waarin hij een voorsprong op wist te bouwen en daarna niet meer uit handen gaf. “Waar ik zojuist wees, bij Laurel Bank, daar heb ik altijd een mannetje zitten voor een eerste tussentijd,” weet John me te vertellen als we bij het eerste officiële meetpunt Glen Helen zijn gestopt. In een goede race doe ik dat in 3 minuten en 28 seconden, Alleen op Man kom je dit soort etalage-reclame tegenals hij duimpje omhoog geeft dan weet ik dat ik goed zit.” Het gebruik van pitborden is in de TT van essentieel belang omdat niet tegelijk, maar om de 10 seconden wordt gestart. Elke coureur heeft voor die pitborden met sectietijden z’n eigen plaatsen langs het circuit.

Het deel vanaf Ballacraine tot aan Sarah’s Cottage vlak voorbij Glen Helen is fysiek een van de zwaarste delen van het circuit, omdat het een opeenvolging van vloeiende bochten is. Voor mij voelt het alsof ik in de Duitse Eifel aan het rijden ben, maar dan aan de andere kant van de weg en terwijl ik m’n handen vol heb aan de Street Triple op dit moment rijdt John op een Africa Twin met speels gemak bij mij weg. Hij is hier overduidelijk al vaker geweest.

Vanaf Sarah’s Cottage gaat het in de race weer op hoge snelheid rechtdoor over de Cronk-y-Voddy Straight en komen we voorbij de 11th Milestone bij 12.45 mijl bij McGuinness’s Corner, de bocht die in 2013 naar John McGuinness is vernoemd. “Geen idee eigenlijk waarom ik deze bocht heb gekozen, maar toen men vertelde dat ik een bocht mocht uitkiezen die naar me zou worden vernoemd kwam deze bocht meteen in me op.” De blinde bocht naar links, met stoeprand en heg aan de buitenkant, is geen gemakkelijke, zeker niet op racesnelheid. “Je zit hier vol in vijf, misschien zelfs zes,” zo weet John me te vertellen. Dat maakt de bocht nóg indrukwekkender, net als John die doodleuk vertelt hier in de race weleens bij het uitkomen van de bocht iemand binnendoor voorbij te zijn gegaan.