Zoeken

Test: Zero SR/S

Aerospace design

29 juli 2020

 

Het grote (en ook enige) verschil tussen de SR/F, die we recent nog tegenover een Ducati Monster 1200 Black on Black hebben gezet, en deze SR/S is de toepassing van een complete kuip. Volgens Zero is de nieuwe look van de SR/S geïnspireerd door vernieuwend aerospace design, maar als je ’t mij vraagt is Zero’s ontwerper behoorlijk gecharmeerd van de Buell 1125R geweest. De brede koplampunit lijkt een op een overgenomen van de fiets uit Milwaukee. Zero claimt een verbetering in efficiëntie Waarom wij dijkweggetjes zo leuk vinden? Nou, ehh... daaromvan 13% ten opzichte van de naakte SR/F, wat zich moet vertalen naar een betere actieradius. Hoewel je daarvoor wel plat achter het ruitje moet zijn weggedoken, bij een normale zithouding zal dat een stuk minder zijn.

Waar je bij een gekuipte motor een sportievere zithouding zou verwachten heeft Zero juist het tegenovergestelde gedaan. Volgens de Amerikanen is een hoger stuur voorzien en zijn de voetsteunen geplaatst, hoewel we bij dat laatste wel onze vraagtekens zetten. Het andere stuur is evident, een blik op beide motoren zegt genoeg, maar hoe we ook de fraai gevormde schetsplaten van de voetsteunen met elkaar vergelijken, we zien geen verschil. Het ergonomische comfort van de SR/S is ook naar de duopassagier uitgebreid, ook die geniet volgens Zero van lager geplaatste voetsteunen en een breder zadel. 

Plaatsgenomen op de SR/S kijk ik uit op Zero’s welbekende TFT kleurenscherm dat, indien via Bluetooth verbonden met de Zero App, geheel naar eigen geur en smaak in te stellen is. De connectiviteit geeft je de mogelijkheid om de SR/S in 4 hoofdgroepen te monitoren: status van de fiets en waarschuwingen, opladen, het delen van ritgegevens en last but not least systeemupdates en upgrades. Onder de eerste noemer waarschuwt de SR/S de rijder voor – de naam zegt het al – de status van de motorfiets, onderbrekingen bij het laden, kantelen en onverwachte functies en ‘zoek mijn motor’ om te allen tijde te kunnen checken waar je motor staat. In de hoofdgroep ‘Opladen’ is het mogelijk om op afstand laadparameters in te stellen, Lekker sturen en bovendien weinig verkeer. Snap jij waarom hele volksstammen desondanks maar naar de Bommelerwaard gaan?waaronder acculaadconditie (SoC), oplaadschema’s en oplaadtracking, waarmee je op afstand alle aspecten van het laden kunt controleren. De twee andere hoofdgroepen spreken voor zichzelf.

Zo fraai en overzichtelijk als het TFT kleurendisplay is, zo bizar lijkt de manier waarop Zero de spiegels heeft gemonteerd. Niet naast de ruit of op het stuur, maar aan de binnenkant van het neusje van de kuip. Op z’n zachtst gezegd oogt dat ‘apart’ en we vragen ons dan ook af wie dat in hemelsnaam heeft verzonnen, totdat we aan het rijden zijn en constateren dat hier juist héél erg goed over is nagedacht. Dáág mooie ellenbogen in beeld, hallo supergoed zicht naar achteren onder je armen door. Dat dáár nog nooit iemand eerder op is gekomen, in een woord subliem.

Zit ik zo dicht genoeg achter je?Vanuit Noord-Scharwoude wordt koers gezet richting smalle dijkweggetjes, maar om daar te komen moeten wel de nodige dorpjes worden doorkruist, wat mij doet besluiten om bij het wegrijden al van de Sport naar Eco rijmodus te switchen. Qua vermogensafgifte voelt ‘ie vergeleken met de Street modus makker aan, die op zijn beurt weer tammer is dan de Sport modus, maar levert dan nog steeds voldoende vermogen om behoorlijk van z’n plek te kunnen gaan. De Street modus gaat dat al een stuk vlotter, maar in de Sport modus kun je echt elke petrolhead het leven zuur maken. “Ik rijd elke dag met een Zero woonwerk en soms word ik bij het verkeerslicht door een motorrijder uitgedaagd”, zegt een van de technische mannen tegen mij tijdens de lunch. “Laatst nog een 1290 Superduke, die maakte geen schijn van kans. Zero emission en daar worden de vogeltjes wel blij vanMen verwacht dat niet, dat een elektrische motor zó van z’n plek gaat. “Horsepower sells, but torque gets you going”, zei de Amerikaanse auto- en motorliefhebber en oud-presentator van The Tonight Show Jay Leno ooit en sloeg daarmee de spijker genadeloos op z’n kop. 

Dat de SR/S echt elke stoplichtsprint wint zit ‘m dus in dat 190 Nm sterke koppel dat continue wordt geleverd, oftewel vanaf 1 omwenteling per minuut tot aan de begrenzer die bij 7.500 tpm een eind aan de pret maakt. Dat en het feit dat je geen koppeling hebt, maar alleen het gas vol hoeft open te draaien, waarna de elektronica ervoor zorgt dat je te allen tijde maximale tractie hebt. Nu schiet met zo’n sprintje trekken het verbruik wel flink omhoog en met alleen SR/S’en om me heen schiet dat vandaag natuurlijk niet op, waardoor ik de Sport modus het grootste deel van de dag laat voor wat ‘ie is en voornamelijk tussen Eco en Street aan het switchen ben. Ondanks dat ik vandaag de hekkensluiter ben (ik zal nog eens zo’n
J.Juan. Misschien minder bekend bij het grote publiek, maar neem van ons aan: hier kun je mee ankeren

Showa vering is volledig instelbaar. Zit achterop schijnt ook comfortabel te zijn, maar dat hebben we niet geprobeerd. Zelf rijden is veel te leuk...
opvallende helm op m’n kop zetten) kom ik in de Eco modus eigenlijk niets te kort, de enige reden dat ik soms naar Street switch is omdat in de Eco modus de maximumsnelheid op 120 km/u is begrensd. Nu is dat wel aan te passen, maar a) heb ik uiteraard die Zero App niet geïnstalleerd en b) zal ik dan toch eerst moeten stoppen om dat aan te kunnen veranderen. Switchen van de ene naar de andere modus is net zo gemakkelijk en gaat bij deze SR/S echt kinderlijk eenvoudig.

Waar de Eco modus zich ook in onderscheid is de mate van motorrem, die wordt gebruikt om weer energie op te wekken, die veel hoger ligt. Zo hoog dat je nog maar amper de voor- of achterrem hoeft te gebruiken. Zolang er niet ineens een auto voor je de weg op schiet of het verkeerslicht op rood springt zijn de J.Juan remmen eigenlijk overbodig. In het dagelijkse verkeer kan ik die hoeveelheid motorrem wel waarderen, maar wanneer je een mooie bochtige weg lekker sportief wilt nemen wordt dat een ander verhaal en zal je snel naar Street of Sport switchen om de motor ‘gasdicht’ meer te laten rollen. Zal je net hebben, denk je even die bocht door te vlammen, komt er van de andere kant een trekker aan. Maar tikkie reserve houden danDe J.Juan remmen is verder weinig op aan te merken. Het klinkt misschien minder sexy dan Brembo, maar de vertraging die de radiaal gemonteerde vierzuiger remklauwen genereren is prima voor elkaar en ook de feedback is weinig op aan te merken. 

Net als het sturen dat met de SR/S kinderlijk eenvoudig gaat, gemakkelijker dan menige fietsen met verbrandingsmotor. Hadden we bij onze vorige test met de SR/F nog het idee dat de motor ietwat onderstuurd was, dat gevoel hebben we vandaag op deze SR/S een stuk minder, maar dat zal deels misschien ook komen doordat het tempo nu wat lager ligt. De volledig instelbare vering is duidelijk op comfort afgesteld en weet oneffenheden mooi te absorberen, zonder dat dit ten koste van de stabiliteit in snelle bochten is gegaan. Ook dan ligt de SR/S strak op de weg, pas wanneer je in ‘stop-and-go’ stijl je lokale favoriete weg wilt afraggen merk je dat ‘ie met extreem hard aanremmen langs achteren wil gaan pendelen, maar zonder dat je de gevarenzone komt.