Zoeken

Kampeertrip 2008: Test BMW HP2 Sport

3: The list goes on

18 augustus 2008
Inhoudsopgave
Kampeertrip 2008: Test BMW HP2 Sport
2: Daar gaan we weer...
3: The list goes on
4: Conclusie
5: Technische gegevens

The list goes on 

HP2_7335.jpgIn de werkruimte vinden we een Gameboy - ook wel 2D volledig digitaal display genoemd - met mogelijkheden…ongekend. Uiteraard konden deze pas onderweg worden ontrafeld. Bij gebrek aan een handleiding werd ook dat al een bijzonder avontuur, wat telkenmale bij een glas Weizen, een kaarsje en naast de tent werd voortgezet. Op zo’n manier kost het minstens vier dagen voordat alle opties op zijn minst bekeken zijn, laat staan uitgeprobeerd. Berust u in de gedachte dat de boordcomputer in racemodus bijhoudt hoeveel er is gasgegeven en hoevaak er is geremd. Vul vervolgens zelf maar in wat voor tussenliggende informatie er te bedenken valt. Ik bedoel maar. Okee, nog een klein grapje dan: koud opgestart branden vrolijk alle lampjes van de schakelinstallatie. Wordt de motor iets warmer, dan gaat er een lampje uit, dan nog een, dan nog een…totdat - als alle lampjes uit zijn - de motor warm is om afgebeuld te worden. Maar nu komt het: tegelijkertijd staat de streep die ‘rood’ moet voorstellen allereerst bij 4000 toeren, om bij het uitgaan van elk lampje steeds een stapje omhoog te doen totdat op bedrijfstemperatuur de streep dus ook aangeeft dat alle 9.500 toeren vrijelijk inzetbaar zijn! Gaat u daar maar zitten, meneer Burger.

HP2_7377.jpg

Toch nog best lastig af en toe, zo'n route

Kortom meer dan voldoende materaal om eens fijn een weekendje mee te gaan kamperen. Op de planning staan de Limburgse heuvels, gevolgd door achtereenvolgens Eifel, Moezel en Luxemburg. Niet op een kinderachtige manier overigens: dagelijks dient minstens 350 kilometer overbrugd te worden, waarvan slechts de reis richting en weer terug van Maastricht per snelweg overbrugd worden. De rest is een aaneenschakeling van HP2_7361.jpgpaadjes, weggetjes en wegen, elk in een eigen variatie van bochtigheid en staat van het wegdek. En laat dit laatste nou het snelst doorschemeren: de HP is enigszins gericht op circuitgebruik en laat dat ook goed merken. Niet alleen wordt na verloop van tijd pijnlijk duidelijk dat de clipons niet in groottoeristische stand staan, ook de biefstukken krijgen een mals-hamer-behandeling waar slechts de Librije genoegen mee neemt. De Sport is dan ook een redelijke handvol die zijn aanwezigheid continu benadrukt. Geen Ducati-achtige verdwijntruc dus, dit beest is nadrukkelijk aanwezig. Op meerdere manieren; niet alleen is de tank redelijk fors en duidelijk tussen zitje en clipons gedrukt, diezelfde clipons geven bijzonder veel informatie door….voor zover een telelever dat kan. Dat is toch iets om je te beseffen. De motor reageert nou eenmaal anders dan met een conventionele voorvork en dat is toch euh…even wennen. Niet dat het verkeerd is overigens. Deze opbouw blijft de voorkeur genieten van techfreaks door de scheiding van stuur- en veereigenschappen en zou dus superieur moeten zijn aan de redelijk ouderwetse conventionele opstelling. Het is alleen niet wat je gewend bent. Grijp een handvol rem en je komt tot stilstand, plain and simple. Geen duik en dankzij het ABS ook geen stoppie. Geen kans. De monoblocs geven je daarentegen wel een buitenaardse vertraging en dat bij elkaar is toch iets aparts.

HP2_7363.jpg

High tech motor vraagt om high tech oplossingen voor GPS en communicatie

Nou is de motor dus krachtiger dan ooit, tegelijkertijd is de rest lichter dan ooit. Samen betekent dit dat alles wat er in het mechaniek gebeurt veel duidelijker plaatsvindt dan bij een andere boxer. Zo is het kantelmoment - als gevolg van de dwarsliggende krukas - duidelijker aanwezig dan anders. Zo ook het eerder genoemde mechanische geluid en - mocht je als een prutser schakelen - ook de transmissiespeling. Geeft niks, je voelt alleen dat je met een flink uurwerk op pad bent waar je terdege rekening mee houden moet. Woest en mechanisch, het past er wel bij.

Kwiek quick

HP2_7350.jpg

Duidelijk niet gastvrij voor duo's of ondergoed

Mocht iemand zich afvragen waarom er geen bagage op het kontje kan: dat zou terstond in de fik vliegen en dat heeft een redacteur binnen de Motorfreaksgelederen

al eens mee mogen maken

. De gehele zitunit biedt namelijk plaats aan het uitlaatsysteem dat - weliswaar overbemeten wegens emissie-restricties - toch rommelt en ploft dat het een lieve lust is. Voornamelijk bij remmen op de motor, liefst in eerste vernelling, of bij gebruik van de troefkaart. Pièce de résistance is namelijk….de standaard gemonteerde quickshifter. Die quickshifter…wie had dat gedacht: een primeur in motorland. Voor het eerst wordt een productiefiets standaard voorzien van een dergelijk systeem. Nóg aparter dat die primeur uitgerekend naar een merk als BMW gaat, wat toch alles behalve bekend staat om zijn vooruitstrevendheid op supersportgebied. Zo zie je maar hoe snel het tij kan keren. Honda maakt inmiddels ook móóie machines bijvoorbeeld…  Rijden met een kleinood als dit opent trouwens nieuwe mogelijkheden: koud gezegd biedt een quickshifter de mogelijkheid op te schakelen zonder het gas dicht te hoeven draaien. Dus ook niet zoals ‘normaal’ schakelen zonder koppeling.

HP2_7366.jpg

Het resultaat is echter minder kil…het is kortweg  verbluffend! Het werkt namelijk niet alleen bij vólgas en vólle acceleratie, maar ook bij iets minder scherpe sprints en dat betekent bijzonder relaxed rijden. Het is haast een halfautomaat met dien verschil dat je volledig in controle bent van datgeen er in de malende molen onder je gebeurt en wanneer. Maar ook al hóeft het niet, het systeem werkt onder meer belasting enkel beter, wat absoluut een aanzet is voor nóg progressiever rijgedrag. De vermogensafgifte draagt hieraan bij. Al is de motor in de onderste regionen zeker wel gewillig, wil je álle 130 paarden aan het werk zetten, dan zul je je in de hogere regionen moeten bewegen. Erg onnatuurlijk, maar heb je dit eenmaal door dan zul je merken dat er niets stukgaat en de tweetrapsraket (of eigenlijk: zestraps, dankzij de quickshifter) asociaal grote stappen voorwaarts zet. Mocht daar nou geen verkeer in de weg rijden, dan valt er vervolgens écht hard mee te sturen. Maar goed, uiteindelijk blijft de motor beter op zijn plaats op het circuit. Dat zie je aan de algehele opbouw, dat weet je van ‘de verhalen’, dat zie je aan de gebruikte onderdelen en dat merk je aan de eenvoud waarmee zowel kentekenplaathouder als spiegels verwijderbaar zijn. Alsof dat nog niet genoeg is, die spiegels zijn direct gemonteerd op het carbon kuipje wat uiteraard ook weer zelfdragend is. Met een stationair draaiende motor houdt dat in dat ze zélf haast spontaan van de motor af lijken te willen springen. Mán, dat is pas trillen! Een streepje gas erbij lost het probleem voor een deel op, maar helemaal kwijt raak je het nooit. Sterker, wat hoger in toeren resoneren binnen het uitgemergelde blok allerlei onderdelen op zo’n manier dat allereerst je tenen en vingers, maar al snel ook andere onderdelen er de geest aan geven. Lang niet meer meegemaakt, zo’n sapcentrifuge. Enige oplossing is dan wel weer méér gas te geven, wat uiteindelijk toch wel weer de bedoeling was. Maar of dat ook ingecalculeerd is?

HP2_7448.jpg