Fabrieksbezoek Spidi
CE Normering
Inhoudsopgave |
---|
Fabrieksbezoek Spidi |
Van Klein Duimpje |
CE Normering |
Was twintig jaar geleden nog geen sprake van normering van motorkleding, dat veranderde in 1995 toen onderzoek werd gestart naar het normeren van protectoren. Inmiddels zijn in Europa twee CE normen van kracht, waarin de beschermende werking van protectoren tegen impact is vastgelegd: EN 1621-1: 1997 en EN 1621-2: 2003. In aanmaak zijn nog twee normen: EN 1621-3 en EN 1621-4, waarvan de voorlopige (PR) norm al is vastgelegd. Tijdens ons bezoek werd hier veel aandacht aan besteed, niet alleen om ons te laten zien dat Spidi's protectoren aan de strengste regelgeving voldoen, maar méér nog om te laten zien dat sommige fabrikanten hier de regels aan de laars lappen. Zo heeft elk type protector zijn eigen – in de norm vastgelegde – codering, maar Spidi liet ons protectoren van andere fabrikanten zien waarbij een foutieve codering was aangebracht (een schouderprotector met de codering van een knieprotector en visa versa). Zo kan het beeld worden geschept dat een protector aan de EN norm voldoet, terwijl de goedkeuring in feite voor een ander type protector is afgegeven. Overbodig te vertellen dat die protectoren in het Spidi testlab niet aan de norm voldeden.
De testopstelling in het Spidi Safety Lab. Door een gewicht van 5 kilo vanaf 1 meter hoogte op een protector te laten vallen kan de restkracht van de impact worden gemeten
EN 1621-1
De EN 1621-1 betreft protectoren die in motorkleding zijn aangebracht om schouder, elleboog, onderarm, heup, knie en onderbeen te beschermen. In een testopstelling moet een gewicht van 5 kilo (40mmx30mm) vanaf een hoogte van 1 meter op de te testen protector,
De protectoren liggen klaar om te worden getest die op een aanbeeld met een radius van 50 mm is geplaatst. De kinetische energie van de vallende massa moet minimaal 50 Joules zijn. In het aambeeld zijn sensoren aangebracht die de kracht meten die door de protector wordt doorgegeven. Om aan de CE norm te voldoen moet de test vijf maal worden uitgevoerd, waarbij de gemiddelde gemeten kracht niet meer dan 35 kN mag bedragen. Elk van de vijf impacts mag bovendien de waarde van 50 kN niet overschrijden.
Deze CE norm staat op het punt te veranderen, door introductie van een tweede niveau van impact absorbtie. Waar Level 1 als standaard wordt aangegeven krijgt Level 2 de status excellent. Het verschil zit ‘m in de maximale impactwaarden, die voor Level 2 beduidend lager liggen. Zo mag de gemiddelde waarde bij Level 2 niet meer dan 20 kN zijn, terwijl de maximale waarde van elke meting de 35 kN niet mag overschrijden. Bovendien wordt de norm uitgebreid met testen onder variabele condities: vocht en extreme condities. De ‘natte’ test (protector minimaal 72 uur bij 70° Celsius in verzadigde stoom condities) is daarbij verplicht, de testen onder hoge (protector voorafgaand aan de test minimaal 24 uur onderworpen aan 50 ± 2° Celsius) en lage (minimaal 24 uur bij -10 ± 2° Celsius) temperaturen zijn optioneel. Dankzij diepgaande studies van de R&D afdeling voldoen de Spidi protectoren al aan Level 2, met een waarde van 15,2 kN voor de Biomechanische en 12,7 kN voor de Multitech producten.
EN 1621-2
In de EN 1621-2 is de normering van rugprotectoren vastgelegd. Net als bij de EN1621-1 moet ook hier een gewicht van 5 kilo vanaf een hoogte van 1 meter op de rugprotector inslaan, waarbij de gemeten impactwaarde de vastgelegde waarde niet mag overschrijden. Ook hier moeten vijf verschillende metingen worden gedaan, waarbij minimaal twee vastgelegde ‘kritieke punten’ moeten worden geraakt. Voor wat betreft Level 1 zijn de maximum waarden hierbij gemiddeld ≤ 18 kN, maximum ≤ 24 kN, terwijl voor level twee de eisen op gemiddeld ≤ 9 kN, maximum ≤ 12 kN liggen. Ook voor deze EN 1621-2 norm ligt uitbreiding onder variabele (vocht en extreme temperatuur) in het verschiet. Ook hier voldoen de rugprotectoren van Spidi aan Level 2, maar daarin staat Spidi niet alleen. Ook de belangrijkste concurrenten voldoen aan Level 2, maar volgens Spidi zijn die protectoren wel beduidend zwaarder in gewicht.
PR-EN 1621-3 en PR-EN 1621-4
Volop in opmars, de borstprotector
De twee normen die nog niet officieel, maar wel in aanmaak zijn de EN 1621-3 en EN 1621-4. Omdat deze normeringen nog niet van kracht zijn is PR (pre) aan de norm toegevoegd. De EN 1621-3 betreft borstprotectoren, terwijl in de EN 1621-4 de normen voor een airbag zijn vastgelegd. Voor de normering van borstprotectoren gelden min of meer dezelfde regels als voor de EN 1621-1/2, zij het met andere maximum waarden: Level 1 gemiddeld ≤ 24 kN, maximum ≤ 31 kN; Level 2 gemiddeld ≤ 11 kN, maximum ≤ 18 kN. Ook hier gelden de aanvullende testen onder variabele condities. Met een waarde van 21,8 kN voldoet de Spidi borstprotector aan Level 1, en is daarmee volgens Spidi de eerste borstprotector op de markt die is gecertificeerd.
Voor wat betreft de normering van airbags is onderscheid gemaakt tussen de twee verschillende types: mechanisch en elektrisch geactiveerd. Voor de mechanische airbag wordt daarbij gekeken naar de kracht die benodigd is om de airbag te activeren, de tijd die nodig is om de airbag op te blazen, het niveau van impact absorptie en of de airbag minimaal 10 seconden blijft opgeblazen. Bij de elektronische types wordt gekeken naar de betrouwbaarheid van het elektronische systeem, de tijdsduur van opblazen, het niveau van absorptie en of de airbag minimal 10 seconden blijft opgeblazen. Omdat Spidi niet overtuigd is van de betrouwbaarheid van elektronische systemen heeft de kledingfabrikant gekozen voor de mechanische variant, welke volgens de Italianen aan de nieuwe norm voldoet.
Acht frames per seconde bleken niet voldoende om de werking van de airbag op de gevoelige plaat vast te leggen.