Zoeken

Test Ducati Panigale S en Kawasaki ZX-10R

Ander verhaal

22 juni 2016
Inhoudsopgave
Test Ducati Panigale S en Kawasaki ZX-10R
Heel normaal
Ander verhaal
Conclusie
Technische gegevens

Francorchamps-46

De Kawa is een ander verhaal. Of tenminste… niet helemaal hetzelfde. Eerder in Spanje viel de ZX-10R op door z’n lichtvoetigheid, stuurgemak en supercomfortabele wegligging, maar dat was in het gezelschap van twee andere zwaargewichten. En hoe leuk ook, was de superbike niet volledig in z’n element. Om de eenvoudige reden dan waar de andere twee wél, de ZX-10 nauwelijks echt van z’n potentieel gebruik kon maken. Wil je het maximum van dit ding aanspreken, dan moet je al knalhard beginnen. Als een viercilinder dus een beetje… wat niet verrassend is. Op wegen in de Benelux geldt dat ook. Zelfs als je de motor ophaalt bij een Belgische dealer en probeert er ‘gewoon’ vlot mee te rijden. Gaat werkelijk fantastisch en een gemiddelde snelheid van eh… een flink gemiddelde aanhouden is dan ook kinderlijk eenvoudig, maar echt uitlaten lukt pas op plaatsen als, laten we zeggen, hFrancorchamps-48et circuit waar we nu zijn. Wat een toeval. Maar zo simpel is het ook weer niet, want zoals gezegd is dit circuit dan weer zó enorm ruim, dat je snelheidsbeleving een gevoelige tik krijgt en je nog denkt niet op te schieten. Zit je een keer vol in zes te planken, is het wéér niet goed.

Grootste verschil onderling is wel de zitpositie; is de Duc gebouwd met de rijder zelf als uitgangspunt, doet Kawa het toch wat traditioneler: eerst het blok, dan een frame, dan de rest en uiteindelijk de rijder als toetje. Dat is niet echt erg, daar is zelfs heel goed mee te leven – en zelfs een WK mee te winnen- je merkt het wél. De Panigale past je als een oude sportschoen. Ruim, knelt nergens en geeft onwijs veel speelruimte. De ZX-10 is groter, hoger, breder. Maar ook redelijk gefocust, kijk maar eens naar de zithoogte, je hebt nog net geen zuurstof nodig. de ouderwetse kop omlaag, kont omhoog zithouding werkt anno tweede helft jaren ’10 dus nog steeds.

Hoe hi tech ook, toch lijkt de Kawa in eerste instantie mee te vallen ten opzichte van de Panigale. Geen superhip kleurenscherm met een interface waar je telefoon nog jaloers op zou worden, maar gewoon een lcd scherm. Moet je ook wel redelijk goed op kijken voordat je alles gevonden hebt, maar dat is dan ook informatie waar je onderweg weinig mee kunt. Meestal is het ‘aan’ of ‘uit’, die quickshifter laten we gewoon aan staan, vermogen op ‘vol’, ABS aan, enige wat wel handig kan zijn is de instelbare tractiecontrole en dat kan ook onderweg. Als je er aan denkt tenminste, dat is ook weer zoiets wat je net zo makkelijk weer vergeet. OFrancorchamps-15
Zie je wat we bedoelen? Toerenteller is wel vet goed trouwens, ook in je ooghoeken
Francorchamps-18
Selectie op het stuur... zoals 't inmiddels gewoon hóórt
Francorchamps-22
En als de Japanners dan ook eindelijk over gaan op Italiaanse remmen is 'thelemaal af
oit wel eens succesvol een laptimer gebruikt? Dan concentreer je je op de verkeerde dingen, heus. Gelukkig hebben we die knoppen dan ook helemaal niet nodig en kunnen we ons zien te concentreren op hetgeen er voor ons gebeurt.

Nu alweer iets meer gewend aan het circuit kan het gas er al meteen wat sneller op, na eerst een halve ronde de banden opgewarmd te hebben. Voor zover we onderweg een referentie hebben lijkt het er vooralsnog op dat het wel ongeveer even hard gaat. Die knik van Eau Rouge is nog steeds angstaanjagend, maar het rechte stuk gaat met ongeveer dezelfde snelheid en er wordt ook grofweg ongeveer op dezelfde plaatsen geschakeld. In een poging hier en daar wat extra snelheid te vinden kunnen we wel experimenteren met hier en daar een versnelling hoger bocht-in, maar komen bij een volgend rempunt veelal weer terug op hetzelfde als bij de andere motor. En nu neem ik de chicane eens wél in eerste versnelling, gewoon omdat ’t kán. En ik de indruk heb dat de Kawa daar, onder in toeren, liever is dan de Panigale. Het werkt wel, de ZX doet gewoon precies wat je van ‘m vraagt. Die indruk hadden we eerder in Spanje ook al, de viercilinder superbike heeft gewoon niet zoveel bottom power als toen z’n stalmaten en nu z’n concurrentie. Klopt helemaal.

Gek genoeg zou je denken dat de Kawa langer en dus stabieler zou moeten zijn. Volgens de specificaties ontlopen de twee elkaar echter maar drie millimeter in wielbasis en in de praktijk blijkt het zelfs de Ducati te zijn die z’n kop wat stiller houdt. Ben je eenmaal de heuvel opgeklommen en gooi je de motor linksom, dan is de voorkant redelijk licht terwijl jij het volle vermogen aanspreekt om maar zo snel mogelijk het rechte eind af te blaffen. Op dat moment schudt de ZX-10 merkbaar meer met z’n kop dan de Panigale, welke het maar gewoon niet hard genoeg kan gaan. Dat is verder het enige moment van onrust in beide motoren, maar met volledig elektronische Öhlins aan de ene kant en nieuwe Balance Free Showa aan de andere mag je wel uit gaan van een bepaald basisniveau. Van de Zweden kennen we dat wel. Bovendien staat het allemaal qua setup helemaal picobello voor hier op het circuit. de Japanse spullen weten echter ook goed te overtuigen als we er nog een klein detail bij halen: hFrancorchamps-24et feit dat we er eerder nog moeiteloos mee over straat reden. En ook hiervoor in Spanje, maar voor vandaag weten we zéker dat er niet aan is gedraaid. Het kán wel, het hoéft echter niet en dat is opmerkelijker. Ook de tekening op de banden is niet alarmerend, dus het gaat eigenlijk wel prima zo. Hetzelfde geldt voor feedback en grip, ook al ga je diep in de ankers, er gebeurt gewoon helemaal niks. Niks negatiefs dan. Zelfs bij een enthousiaste poging mezelf uit te remmen weet de Kawa het hoofd koeler te houden dan z’n chauffeur en kunnen we zelfs het normale instuurpunt nog net halen. Da’s best knap. Van de motor dan.

Dat remmen is trouwens wel een puntje bij de Kawa. De Duc hebben we het niet eens meer over, dat is al jaren zo goed dat we dat zo’n beetje als de standaard zien. Bij de ZX-10R is het echter niet alleen een van de grootste veranderingen ten opzichte van het vorige model, het is ook een van de grootste merkbare verschillen. Want wat zijn ze nu góed…. Zou bijna zeggen ‘als een Panigale’, als je begrijpt wat ik bedoel. Brembo M50, stalen remleidingen, alles klopt en alles werkt. En dat is te voelen ook, als je nú knijpt zet je de Kawa – zoals we van deze dingen gewend zijn- in z’n achteruit. Dus is het veel beter mogelijk een scherp rempunt op te zoeken, als een malle te ankeren en door te sturen. Punt is alleen.. daar moet je dus aan wennen. En dan komt net die éne keer dat je denkt ‘nu probeer ik het nog een fractie later’. Alleen is een fractie, hoog in zes, meteen vele meters verder. Rempunt gemist, comfprtabele instuurpunt gemist, veel harder naderende grindbak, target fixation, swingende achterkant, alles. Toch is het dan nog steeds aan de remmen toe te schrijven dat het tweede deel van het verhaal zich alleen achter m’n netvliezen afspeelde. Ankeren, op tijd de snelheid kwijt, insturen, doen of je neus bloedt en doorrijden is namelijk de realiteit. En de groeten, tot over een minuutje of drie.

Francorchamps-4
"Iets rustiger van onderuit", de ZX10. Vergeleken met een Panigale wel ja, duh...

Gekke is dat ik dat gevoel van ‘harder remmen dan gepland’ ook onderweg twee keer had. Geen snelheidsoverschot, geen acute remactie, toch het gevoel. En da’s wel raar, daar zou ik graag nog eens wat meer in duiken, want het strookt niet met de overige ervaring. Die spreekt nog enkel van een brute, dikke monstermachine die maar gemaakt is voor één ding: zo hard mogelijk een ronde afleggen. En dat komt redelijk overeen met de Duc, die deelt namelijk die mening. Er zijn flinke verschillen, die hebben nFrancorchamps-28 Francorchamps-32
Veel hetzelfde, soms anders. Elektronische vering is natuurlijk super gebruiksvriendelijk
Francorchamps-16 Francorchamps-20
Maar met een vork als deze is handmatig verstelbaar net zo goed
og het meeste te maken met de zitpositie en de vermogensafgifte. Maar op een baan als Spa zijn de motorische verschillen slechts op een paar punten merkbaar, op alle overige plaatsen ben je met beide motoren alleen maar aan het doortrekken. Dat de Kawa de chicane in eerste en de Duc in tweede neemt is uiteindelijk ook verwaarloosbaar, want het vermogen wat je aanspreekt zal ook niet veel verschillen; de Duc is onderin zeker even beestachtig als de Kawa iets hoger. Wat veel meer opvalt is hoeveel van jezelf er over het asfalt sleept. Het is zelfs gelukt met de ZX-10 nauwelijks een knie uit te slepen zonder dat de rondetijd daar al te veel onder lijdt. Of gelukt… het gebeurde gewoon een stuk minder. Dat is het grote verschil in gevoel en omvang van deze machines, op hetzelfde punt zit je op de Duc als op een 500cc lesmotor, met al je ledematen die kant uitstekend die je hebt, daarmee je halve lijf nauwelijks boven de baan hangend. Voelt veel spectaculairder aan, je krijgt meer het idee dat je echt hard gaat en het is gek genoeg ook ruimer. Nooit kom je aan de limiet van de ruimte die je zelf inneemt, de Kawa is daarentegen een stuk massiever. Wel om rekening mee te houden, maar niet per se negatief. Je bent je bewuster van de motor, wat ook wel eens bemoedigend kan werken. Hoe ik dat weet? Een blik op de rondetijden is genoeg, het verschil komt pas bij twee cijfers ná de komma…

Francorchamps-14