Zoeken

Test Ducati Streetfighter 848

Rood, op groen

14 mei 2014
Inhoudsopgave
Test Ducati Streetfighter 848
Duurt even, maar dan heb je ook wat
Hoe was het ook alweer...
Rood, op groen
Conclusie
Technische Gegevens

Ducati 2014_Streetfighter_848_0005

Motorisch is er met de 848 geen enkele reden tot klagen. Een piek van 132 pk is nog altijd meer dan genoeg, zeker met een aangenaam laag gewicht van 169 kilo is dat zat om flinke stappen te zetten. Dat zijn waarden waar een supersport trots op mag zijn, tel daarbij dat we met een twin rijden en die twin ook nog het fameuze smeuïge 11 graden blok is hebben we genoeg aan boord om het sommige sessiegenoten flink moeilijk te maken. Ook onder natte omstandigheden is het eenmaal ná de bocht een klein feestje de kraan weer open te kunnen draaien, maar het echte vuurwerk komt pas los als stuurwerk en gaswerk op elkaar ingespeeld kunnen raken.

Droog!

Ducati 2014_Streetfighter_848_0039Eenmaal weer groen licht voor alle newtonmeters is dat dan ook goed te merken. Nu kan er weer antwoord gegeven worden op de acties van medeweggebruikers en eenmaal op één oor liggend voelt de Duc dan ook weer als vertrouwd aan. Hier is ‘ie voor gemaakt, niet voor dat kansloze gewtijfel. De Streetfighter vergt toewijding, maar betaalt dat dan ook uit met een forse kick. En dat met alle variabelen standaard. Gezien de wisselende omstandigheden is er geen beginnen aan een setup te zoeken en dus blijft alles, vering en bandenspanning gewoon op de geleverde setting. Alleen de tractiecontrole wordt iets teruggeschroefd, maar die stond in beginsel ook niet verder dan halverwege. “Ik dacht die Ducati gaan we eens van dichtbij bekijken, maar als je dan een keer gas geeft, mán wat gaat dat ding los!” aldus een GSX-R 750 piloot. Dat idee hadden we zelf intussen ook al, de ‘kleine’ heeft meer dan genoeg punch in huis om er gretig vandoor te willen. De gearing is daarbij nog best aan de lange kant, bij elke gangwissel –op het circuit standaard aan het eind van het toerenbereik- valt de motor weer precies terug in de piek van zijn koppel en sleurt er opnieuw keihard aan. Dat is nou een spelletje wat we graag vaker spelen. Eenmaal Mandeveen ingestuurd is het dooraccelereren tot goed na Duikersloot tot vlak voor Meeuwenmeer de gebruikte versnelling op raakt en de volgende ingezet kan worden. De powergolf die dan vrijkomt beukt in één keer alle komende knikken door alsof je haast te laag in toeren was begonnen.

“Wat gaaf om dat ding tekeer te zien gaan man, dikke powerwheelies en alles, aan het begin van de Veenslang”. Powerwheelies? Ik? Weet je het wel zeker? “Nou ja, je bent toch de enige met een Streetfighter hier vandaag, dus dat moet jij wel geweest zijn. Machtig”! Niks van gemerkt. En dat zegt ook wel weer wat. Blijkbaar kan de Ducati daar zodanig natuurlijk mee omgaan dat het de rijder totaal niet dwarszit. Gewoon het volle vermogen aanwenden om zo hard mogelijk vooruit te komen is het devies en dat lukt blijkbaar aardig. Aardig genoeg om nog binnen aardse kaders te blijven, want laten we niet vergeten dat dit het “kleintje” is en niet de kerncentrale die de 1100 aan moet drijven… lees bovenstaande nog eens, reken er zo’n veertig procent bij en je hebt een idee hoe dat moet gaan.

Ducati 2014_Streetfighter_848_2026
Zijn dat nou spetters? Inderdaad, het leven van een journalist gaat ook niet altijd over rozen. Sta je eindelijk op Assen... mét een Streetfighter... krijg je dit....