Test: Honda Integra

Honda belooft met de Integra de twee werelden van scooters en motoren samen te brengen. Onze conclusie is dat ze daar bovengemiddeld in slagen. In eerste instantie lijkt het op een scooter en rijdt het als een scooter. De toevoeging van DCT mét manueel geschakelde bak en een verbazingwekkend goed rijwielgedeelte zorgen ervoor dat de Integra de gemiddelde motorscooter qua rijgedrag ver achter zich laat. Gecomplimenteerd met wendbaar en stabiel rijwielgedeelte laat de Integra het predicaat ‘vervoer voor in de stad’ ver achter zich. Ook op de bochtige buitenwegen laat de nieuwe Honda telg zich gelden.

Tel daarbij de mooie verbruikswaarden op en je hebt een compleet vervoersmiddel voor iemand die wat anders wilt dan een auto, motor óf scooter. Want samengevat kan gezegd worden dat Honda met de tweewielige Integra de motorwereld wakker schudt met iets dat het stempel ‘nieuw!’ daadwerkelijk verdient. Wie op zoek is naar een échte motor of een échte scooter zal de Integra waarschijnlijk niet meteen als eerste keuze zien. Uiteindelijk resulteert het integreren van twee werelden in één toch in het sluiten van compromissen. De Integra mist misschien het ultra lichtvoetige van een scooter of de vergaande stabiliteit die een sportmotor kan bieden. Toch komt Honda met deze Integra akelig dicht in de buurt. Dus voor diegene die eigenlijk twee voertuigen in zijn schuur wil zien, maar dit niet kan betalen is de Integra een testrit méér dan waard.

• soepel en gretig motorblok, DCT werkt nagenoeg perfect, bescherming tegen de elementen, verbruik
• zithouding op lange afstanden (150 km+), ketting, voor scooterbegrippen niet superveel opbergruimte