Test: Triumph Speed Triple 1050
Test: Triumph Speed Triple 1050
26 januari 2011
Toen de laatste versie van de Speed Triple 1050 in februari 2008 op het Spaanse eiland Lanzarote aan de wereldpers werd gepresenteerd, werd in het Britse Hinckley in het diepste geheim al gewerkt aan z’n opvolger waarvan het afgelopen jaar op de Intermot in Keulen het doek werd gelicht. Het ontwerpteam kreeg de ondankbare taak een opvolger te ontwikkelen van Triumph’s meest succesvolle fiets sinds de wederopstanding van het merk. Een motor die duidelijk over ‘Speed Triple DNA’ moest beschikken, maar die wel op alle fronten beter moest zijn dan het bestaande model.
Inhoudsopgave |
---|
Test: Triumph Speed Triple 1050 |
Next generation |
Goeje poejer |
Conclusie |
Technische gegevens |
Het ontwikkelingsteam kreeg daarbij carte blanche, maar wel met een duidelijke kanttekening van Triumph’s grote baas John Bloor. “Whatever you do…
don't fuck it up!”
Tekst: Ed Smits
Fotografie: Ed Smits, Vincent Burger