Zoeken

Speedweek: 69e Daytona 200

6 maart 2010
Inhoudsopgave
Speedweek: 69e Daytona 200
Uitslag 69e Daytona 200

Vorig jaar zag hij met een miniem verschil van minder dan een seconde de overwinning naar zijn teamgenoot gaan, maar dit jaar heeft Graves Yamaha R6 coureur Josh Herrin zijn eerste overwinning behaald in de roemruchte Daytona 200, de misschien wel belangrijkste wedstrijd uit de AMA Road Racing kalender.

Daytona_200_2010_4.jpg

Voor het tweede opeenvolgende seizoen ging de AMA Daytona Sportbike raceklasse van start in de legendarische Daytona 200, de voor Amerikanen meest prestigieuze Daytona_200_2010_7.jpg 2009 Daytona SportBike kampioen Danny Eslick, vorig jaar nog op de Buell 1125R, snoerde critici de mond door zich met zijn GSX-R600 naar de pole positie te rijden. wedstrijd van het seizoen waar jaarlijks heel motorrijdend Amerika op af lijkt te komen. De Daytona Sporbike raceklasse, een Supersport raceklasse aangevuld met drie- en tweecilinders tot maximaal 1125cc, bleek vorig jaar een waardige opvolger van het AMA Pro American Superbike, dat voor de snelle oval met 31 graden banking in de bochten (18 graden op het rechte stuk) te gevaarlijk was geworden.

Net als vorig jaar werd de 69e editie van de Daytona 200 'under the lights' verreden, ofwel met een start om 8 uur 's avonds. Snelste man in de eveneens in het donker verreden kwalificatie  was regerend AMA Daytona Sportbike kampioen Danny Eslick op de GEICO Powersports Suzuki GSX-R600, vorig jaar nog uitkomend op de Buell 1125R. Eslick had vorig jaar de pole op een haar gemist, maar wist ditmaal de beste startplaats voor de race wel te verzilveren.

Daytona_200_2010_2.jpg
Danny Eslick vlak achter Tommy Aquino aan het begin van de race, die vanwege chaos in bocht 2 en 3 direct zou worden afgevlagd.

Danny Eslick werd op de eerste startrij geflankeerd door Martin Cardenas (Team M4 Suzuki), die slechts 0,002 seconden tekort was gekomen voor de pole en beide Graves Yamaha coureurs Tommyn Aquino en Josh Herrin (Graves Yamaha R6). Cardenas wist bij de start het beste weg te komen, maar voor de M4 Suzuki rijder was de race al voorbij voordat hij goed en wel was begonnen. Cardenas kwam in bocht 3 ten val terwijl maar liefst zes! coureurs in de daarvoorliggende 'horse shoe' bocht 2 onderuit gingen, waarop de wedstrijdleiding besloot de wedstrijd stil te leggen.

Bij de herstart kwamen de overgebleven 37 rijders wel goed weg en was het ditmaal de uiteindelijke Daytona_200_2010_3.jpg Bij de herstart kwamen wederom direct twee coureurs ten val, maar ditmaal besloot de wedstrijdleiding niet in te grijpen. racewinnaar Josh Herrin die aan het einde van de eerste ronde de leiding in handen had weten te nemen. Polezitter Eslick leek te vroeg van start te zijn gegaan, maar had volgens de wedstrijdleiding hierbij geen voordeel gehad en werd daardoor niet voor zijn (te) snelle start bestraft. Al snel ontstond een kopgroep van maar liefst zeven coureurs, die elkaar al slipstreamend wisten te passeren en daarbij soms vijf man breed door de snelle kombocht gingen.

Tot de eerste pitstop hadden de vier Yamaha coureurs Herrin, Aquino, Westby en Coughlin, samen met Suzuki rijders Eslick en McCormick en Ducati 848 rijder Steve Rapp binnen een seconde van elkaar de leiding van de wedstrijd in handen. Als eerste van de kopgroep stuurde Tommy Aquino zijn Graves Yamaha R6 in de 18e ronde de pits in voor zijn eerste pitstop, en zou een ronde later gevolgd worden door Herrin en McCormick. Daytona_200_2010_5.jpg Eslick verloor kostbare seconden bij zijn eerste pitstop en verloor daardoor aansluiting met de kop van het veld. Bij het bijtanken ging het echter mis, de tankvulopening van het snelvulsysteem bleef openstaan, waarna benzine over de motor stroomde en het einde oefening was voor het 18-jarige talent. Ook Eslick en Rapp verloren tijd bij het wisselen van de banden, en misten daardoor de aansluiting met de kop. 

Slechts twee rijders, Herrin en Westby bleven na de eerste pitstop over van de kopgroep van zeven, en zouden de rest van de 57-ronden durende race het gevecht om de overwinning uitvechten. Achter het duo ontstond een gevecht om de derde plaats tussen Eslick en Rapp, op ongeveer zeven seconden van het leidende duo, terwijl McCormick en Coughlin in gevecht waren om positie vijf en zes.

Daytona_200_2010_1.jpg 

Van de 44 gestartte coureurs zouden uiteindelijk slechts 29 rijders de finish weten te halen van de 69e editie van de Daytona 200. De tweede pitstop begon in de 41e ronde, toen koplopers Herrin en Westby zij-aan-zij de pits inreden voor een 'splash and dash' tot de finishlijn. Het Graves Yamaha team voerde een perfecte stop uit, waardoor Herrin met twee seconden voorsprong de pitstraat weer uitreed en daarna probleemloos naar zijn eerste zege in de Daytona 200 kon rijden.

Josh Herrin:
Het was geweldig, ik weet niet hoe ik dat het best kan omschrijven. Het was juist erg vredig, ik hoefde me nergens druk om te maken. Het enige waar ik me op moest concentreren was het terugschakelen. Ik was een een vreemd soort ritme en verwachtte dat Dane (Westby, red) weer zou aanhaken omdat ik zo gestrest aan het rijden was. Toen ik op mijn pitbord zag dat mijn voorsprong elke ronde groter werd was het een verlichting om te ontspannen, mijn eigen tempo te kunnen rijden en te concentreren om de motor veilig over de finishstreep te kunnen brengen.

Daytona_200_2010_6.jpgTweede plaats op bijna acht seconden van de racewinnaar ging naar de voormalig Dirt Track coureur Dane Westby, die een uitstekende wedstrijd reed en daarmee zijn eerste podium in zijn professionele wegrace carriere behaalde.

Derde en laatste podiumplaats met 24 seconden achterstand ging naar Steve Rapp op de Ducati 848, die daarmee als priverijder een uitstekende prestatie neerzette voor zijn Latus Motors Racing Team.

Polezitter Danny Eslick finishte de race op een vierde plaats, op ruim veertig seconden van de racewinnaar, en was daarmee de laatste rijder die binnen een ronde werd afgevlagd. Met Herrin's overwinning behaalde Yamaha haar tweede opeenvolgende overwinning, en de 20e in totaal in Amerika's meest historische motorrace.