Zoeken

Vins Duecinquanta: de tweetakt herboren

5 januari 2018
Ooit gehoord van Vins Motors? Niet heel waarschijnlijk? En de Duecinquanta? Ook niet? Toch is dit –hopen we van ganser harte- nu al het beste nieuws van 2018.

De Vins Duecinquanta is namelijk, mensen met een kleine Italiaanse achtergrond hebben het al kunnen gokken, niets minder dan een 250cc…… tweetakt! Gewoon een tweetakt jongens! Hou op! Doe normaal! Dat meen je niet!

En toch is niets minder waar, als je de site mag geloven. Maar goed, als je iets beter kijkt op de site kun je wel zien dat de enige afbeeldingen digitale renders zijn van hoe het eindproduct er uit zou moeten gaan zien. Er is dus nog geen tastbaar bewijs, maar als er iets waard is in de gaten gehouden te worden, dan is dit het wel. 

Het merk heeft zich afgelopen EICMA wel gepresenteerd, maar behalve een paar scherpe Italiaanse media is het nauwelijks opgemerkt. Maar er stonden wél twee prototypes op de stand, dus het zou heel goed kunnen dat we hier meer van horen.



Laat het even op je inwerken… Een moderne, injectiegestuurde tweetakt. Goed, we weten dat de laatste Italianen die dat probeerden niet alleen met epische proporties faalden maar daarmee ook zo goed als hun eigen doodvonnis tekenden door de enórme spoten geld die het project verslond –en niet terugverdiende-, maar we zijn inmiddels weer een kleine twintig jaar verder en dat geldt ook voor de techniek. 

Dat zullen ze echter ook hard nodig hebben, want de vorige keer dat het geprobeerd werd, hadden we nog niks te maken met emissieregels of wat dan ook. De raceversie wordt trouwens opgegeven voor een topvermogen van 80 pk en een rijklaargewicht van 85 kilo, bij de straatversie kan daar 10 kilo bij op worden geteld. Hoe, zul je denken, zullen ze dat dan nu voor elkaar hebben gekregen? Het antwoord daarop: we hebben geen flauw idee. Niks. Maar goed, het feit dat ze het proberen stelt ons een heel klein beetje gerust.

Daarna wordt het leuker. Nog leuker ja. Want het is niet zomaar een laffe nieuwe poging een 250cc tweetakt twin op de weg te zetten, welnee. Ook de rest is opmerkelijk anders en innovatief. Dat doe je natuurlijk voornamelijk met carbon, maar om dat dan á la BMW (of dat ter zielen gegane andere Italiaanse bedrijf) heel flauwtjes te doen om bestaande onderdelen in een ander materiaal uit te voeren is natuurlijk niet hip. 



En dus krijgen we een zelfdragende monocoque. De hele tank/zitunit is één groot stuk carbon, inclusief ophanging voor voorvork en swingarm. Kijk, dan heb je tenminste wat. Die voorvork zit op z’n eigen beurt dan ook weer bijzonder in elkaar, in navolging tot BMW en anderen, met een star gedeelte om het wiel vast te houden, gemonteerd op een paralellogram inclusief schokbreker ter hoogte van het balhoofd, alles wat BMW dan weer wél in z’n K1300 serie heeft toegepast. Kan het nog mooier? Nou, om eerlijk te zijn wél. 

Kijken we aan de achterzijde, dan zien we namelijk ook een heel interessante plaatsing van de schokbreker boven de swingarm. En hiervan weten we heel toevallig dat dat écht werkt. De overdwars gemonteerde, liggende schokbreker wordt van twee zijden aangestuurd door een slim linksysteem. Dit heeft als gevolg dat de grootste krachten, het indrukken van de schokbreker bij bewegen van de achterbrug, worden opgevangen door de schokbreker zelf. 

Hierdoor krijgt het frame een stuk minder kracht te verwerken en kan de ophanging dus een stuk eenvoudiger en lichter uitgevoerd te worden. Bijkomend voordeel is dat ook de werking van de achterveer kan worden ingesteld, van progressief tot lineair. Ideaal als je op het circuit rijdt. Het idee hebben we zelfs al eens in praktijk gezien (voor geïnteresseerden: kijk eens op zijn Facebook of bekijk de werking op YouTube) en we zijn overtuigd dat het werkt. 



Maar dat is nog steeds niet alles. Er is ook gedacht aan de aerodynamica, waar veel aandacht aan is besteed. Dankzij de monocoque constructie ontstaat ruimte voor verschillende nieuwe, frisse oplossingen, waaronder een flinke vrije ruimte voor de koeling, als ook voor vrije doorstroom van de rijwind.  En als we vrije doorstroom zeggen, bedoelen we dat ook in dit geval: dwars door de motor heen, mede dankzij de plaatsing van voor- en achtervering.

Door het gebruik van lichte materialen, gewicht besparende constructie, een tweetaktmotor en slim achterwege laten van sommige andere onderdelen is de motor een superlichtgewicht waardoor er ook maar één remschijf nodig is voor dezelfde vertraging als andere, veel zwaardere motoren met twee schijven. Wijzelf denken dat als het er op aan komt, er stiekem toch wel een tweede schijf bij komt, maar het idee is leuk. 

Vooralsnog willen we er geen geld op inzetten, maar het feit dat het bedrijf al twee prototypes (een circuitmachine en zelfs een straatmotor, inclusief verlichting) toont geeft aan dat ze het wel menen. Wij hopen dan ook van ganser harte dat als er dan toch nog een klapper kan gaan komen dit jaar, het de Duecinquanta mag worden. Wat een waanzinnig ding!