Binnenkort: eerste test Honda CBR650R en CB650R
Een compleet nieuw design, met Neo Sports Café look voor de CB650R en Fireblade look voor de CBR650R, een behoorlijk vernieuwd rijwielgedeelte met naast een nieuw frame een nieuwe aluminium achterbrug, een Showa SFF upside down voorvork en radiale Nissin 4-zuiger remklauwen, en een motorblok dat over de hele linie sterker is en 1.000 toeren meer maakt, dat zijn in een notendop de 2019 CB650R en CBR650R. Ofwel: F wordt R.
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: nee, de metamorfose van F naar R is zeker niet ten koste van het comfort gegaan en ja, wat funfactor betreft zijn beide modellen er minstens met een factor 10 op vooruit gegaan. Alsof Honda onze eerdere minpunten van de CBR650F, die we twee jaar geleden nog in Schotland tegenover de Ninja 650 hadden gezet, ter harte had genomen.
Schreven we destijds dat de CBR650F een superfijne vierinlijn was waarmee je vanaf de eerste meters direct vertrouwd was en die geen klap verkeerd gaf, maar wel nét dat verslavende eindschot miste wat je verwacht van een vierinlijn, heeft Honda precies dát bij beide R modellen nu behoorlijk aangepakt. Het rode gebied is van 11.000 naar 12.000 toeren per minuut verlegd, boven de 7.000 toeren komt er nu dan ook echt veel meer leven in de brouwerij.
Dat is het punt dat het geluid agressiever wordt en de 649cc viercilinder lijnmotor er voelbaar harder aan gaat trekken, met een maximale waarde van 95 pk bij 12.000 toeren per minuut en een maximum koppel van 64 Nm bij 8.500 toeren per minuut. Dat Honda het vermogen op 'slechts' 95 pk heeft gehouden hebben ze best slim gedaan, een andere inlaatkelk is nu voldoende om de motor terug te tunen naar 35 kW voor het A2 rijbewijs. Een korte rit tijdens de lunch met een 35 kW leerde ons dat er tot pak 'm beet 6.000 toeren amper verschil is met de 70 kW versie.
Een uitgebreide test van de CB650R en CBR650R zal binnenkort op Motorfreaks te lezen zijn.