Zoeken

Test: Triumph Sprint ST

Toverij

5 september 2005
Inhoudsopgave
Test: Triumph Sprint ST
Toverij
Als we dan toch zitten
Conclusie
Nakaarten
Technische gegevens

Toverij

Over klasse dan ook niet te klagen bij de Sprint ST; de motor loopt er haast van over, als dat zou kunnen. Niet alleen is overal over nagedacht en alles doorontwikkelt en afgewerkt, het is ook nog eens allemaal in dezelfde stijl uitgevoerd en dat merk je. Geen enkel onderdeel valt uit de toon, nergens is productie of eenvoud ten gunste van styling doorgevoerd; van voor naar achter is de motor ontworpen met de designers aan dezelfde tafel als de ingenieurs. Je zou haast zeggen dat vorm soms zelfs is verkozen bóven functie, totdat je merkt dat een 'minder-alledaagse'oplossing eenvoudigweg ook werkt en wellicht zelfs nog beter!  Resultaat van deze designwoede is een fiets die zo strak oogt dat het opvalt. Ondergetekende komt –als gevolg van Freaks- nog wel eens met ander vervoer ten arbeid, waaronder niet de allerminste- RSV Factory, Gold wing en Voxan Black magic- maar normaliter blijft het commentaar van collegae beperkt tot diegenen die min of meer affiniteit hebben met motoren. Niet de Sprint ST. Ineens komt ook het vrouwtje van P&O langs 'wat een flitsende motor joh', collegae 'ziet er snel uit' (amper een week nadat ze dus voorbij een RSV gelopen waren dus) en zelfs de directrice wier chique entree ik meestal dus 'bevuil' complimenteert de uitstraling van de Brit. En stom genoeg; de kenners vinden de fiets stuk voor stuk (heel) erg netjes en afgewerkt, maar ook 'degelijk' en daarmee toch weer een tikje saai. Een beetje VFR. En daarmee hebben we het toverwoord wel genoemd. Het is nogal duidelijk dat met de Sprint ST Triumph voor de directe concurrentie met de VFR heeft gekozen. Dat was al zo met de vorige Sprint-uitvoering, en dat is met deze niet anders. Zelfs zonder de plaatsing in de markt - en de marketingkreten die daarbij horen - direct naast de VFR zou het redelijk snel duidelijk worden; op elk vlak is maar één vergelijk denkbaar en dat is het paradepaardje van 'sportief-allround'; de Honda VFR. Of het nou de luxe is warmee de motor is overgoten, de vermogensafgifte, het rijgedrag of de optionele koffers en ABS, alles is op dezelfde lijn uitgevoerd en doordacht als de Japanner.

Dat betekent dat je eigenlijk van te voren ook zou weten hoe het zit en rijdt. Het wordt een beetje tegenstrijdig; ga je- met alle geschepte verwachtingen- continu zitten vergelijken of laat je de motor in zijn eigen waarde en beoordeel je 'm op zijn eigen kwaliteiten?

In dit geval beide. Aangezien het een concurrent is van de VFR is het best geoorloofd om de twee met elkaar te vergelijken. Aan de andere kant is dit een op zichzelf staand model, dus bekijk je die ook als zodanig. Bovendien staat die VFR er niet werkelijk naast, dus zeker weten doe je het niet, wil je toch gaan vergelijken. Maar…en nu komt het; in hun pogingen deze motor op het grote voorbeeld te laten lijken zijn de ingenieurs bij Triumph zo wonderwel gelaagd dat je niet anders doet dan je continu afvragen hoe het naast een VFR zou scoren, en dat is mijns inziens een kenmerk van een zeer geslaagde poging. Zelfs onbewust vraag je jezelf gewoon steeds af hoe goed de benadering is. Maar voordat iemand nu gaat roepen dat de Sprint wel meer waard is dan een eenvoudig vergelijk (en eigenlijk dus een verbanning naar 'tweede positie' tot het tegendeel bewezen

is)- de Sprint heeft meer dan voldoende eigen stijlelementen en andere eigenschappen om zich in zijn ééntje heel goed te redden. De koplampen, dat is stijl. De uitlaat, dat is evenveel stijl. En die stijl wordt doorgevoerd in het dashboard, wat daarmee fantastisch mooi is geworden. En erg overzichtelijk ook, hoewel het net even wennen is aan de indeling van de snelheidsmeter. Goed veel functies ook in het digitale deel, waaronder (voor de zuinigaards) ook een tripmeter die de resterende kilometers vanaf reserve bijhoudt. Erg leuk om te hebben natuurlijk. Net zo handig is het opbergvakje in de zijkant van de kuip. Omdat de uitlaat in het kontje zit is daar geen plaats meer voor opbergruimte, en om toch wat mee te kunnen nemen heeft Triumph gekozen voor een vakje in de kuip. Schappelijk.