Zoeken

Vergelijk: Allroads op hun paasbest

Pagina 5

19 april 2008
Inhoudsopgave
Vergelijk: Allroads op hun paasbest
Pagina 2
Pagina 3
Pagina 4
Pagina 5
Pagina 6
Pagina 7
Pagina 8
Pagina 9

Buell XB12X Ulysses

 

In tegenstelling tot BMW is Buell pas recentelijk toegetreden tot het sement van de Allroads. Sterker nog, BMW produceert al langer GS modellen dan dat Erik Buell uberhaubt motorfietsen ging produceren onder de merknaam Buell. De eerste R 80 G/S verliet de fabriekshallen in Beieren in het jaar 1980, Erik Buell richte het merk Buell op in 1983, maar het zou nog tien jaar duren voordat het merk zijn aangezicht zou krijgen zoals we het heden ten dage kennen. In 1993 ging Buell Motor Company een samenwerking aan met Harley Davidson, dat daarbij 49% aandeel kreeg in het nieuwe "Buell Motorcycle Company". De luchtgekoelde tweecilinders, die oorspronkelijk werden toegepast bij de H-D XR1000 sportster modellen, werden vanaf dat moment het kenmerkende speerpunt van Buell. Niet veel later zou dat motorblok worden ingeruild voor het 1200 sportster motorblok, dat tot 2003 de basis was van de Buell modellenlijn.

Net als de Triumph Tiger staat deze Ulysses wel héél erg ver verwijderd van het concept 'Allroad', maar daarmee is niet gezegd dat de XB12X er minder om is. Een fiets met een zo korte wielbasis als deze Buell is per definitie ongeschikt om offroad te rijden, iets wat wij alleen maar konden beamen. Een verhard kleipad gaat nog wel maar alles wat met zachte ondergrond te maken heeft moet de Ulysses heel ver vandaan blijven. Door de korte wielbasis heb je zeer weinig stabiliteit op een zachtere ondergrond, daarbij ligt het zwaarte punt vrij hoog waardoor de fiets naast het asfalt zich niet lekker voelt. Kom je echter op asfalt met kort bochtenwerk, dan is deze fiets heer en meester. Mits je aan het rijkarakter bent gewend. De lange-slag motor maakt namelijk dat de Buell anders dan elke andere motor gereden dient te worden. In tegenstelling tot het karakteristieke tweecilinder karakter (dikke klappen, snel thuis), moet de motor namelijk eerst op gang komen.

Onder de twee-enhalf duizend toeren gebeurt er namelijk...niets. Eenmaal daarboven gaat de motor als een speer tot aan de begrenzer, dit maakt dat je vaker dan je lief is, alsof je met een tweetakt aan het rijden bent, de koppeling erbij zult moeten nemen om vlot van je plek te komen. Naarnaast maakt het zware vliegwiel dat de motor amper over een motorrem beschikt (hej, kennen we dit niet van ... tweetakten?) waardoor de motor voor je gevoel doorschiet op 't moment dat je het gas loslaat. Nogmaals, inherent aan het concept van de Buell en zeker iets waar je aan zult wennen, maar ben je zoals wij met drie andere collega's op stap, dan is het telkens wel weer even wennen. Ander minpunt betreft de versnellingsbak, die zich erg moeilijk en lastig liet schakelen. Iets wat tijdens de vele kilometers onder erbarmelijk slechte en koude weersomstandigheden maar al te duidelijk werd: met halfbevroren voeten was het gevoel compleet weg en kregen we de motor slechts met moeite in een hogere versnelling, om maar niet te spreken over de vrijstand die lastiger te vinden was dan een hetero op de Gay-parade. 

De bediening op het stuur biedt alles wat je als rijder nodig hebt, maar het ziet er wat goedkoop uit, in tegensteling tot de stal van Harley Davidson waar je altijd mooie knoppen en glimmende bediengspanelen voor je verlichting en dergelijke ziet. Bij Buell is dit zeker nog een punt van aandacht.

De zithouding is sportief en de windbescherming is nihil, ook dit valt niet in het allroad segment waarmee je zonder enige onderbreking naar de Dolomieten kunt rijden. Op de Buell gaat dit zeker lukken maar niet in één keer, want dat is te vermoeiend. De trillingen die het blok in stationaire toestand produceert zal voor je tandarts een zegen, maar voor jezelf een aderlating zijn. Voor je het weet zijn alle vullingen uit je tanden getrild. Eenmaal rijdend (zeg boven de 1200 toeren) zijn die laagfrequente trillingen verdwenen, maar niet zonder plaats te maken voor hoogfrequente trillingen die bij lang monotoom rijden voor een zeurderig gevoel in handen en voeten zorgen. Eenmaal boven de 4000 toeren verdwijnen de trillingen en kun je door tot 6.500 toeren als de begrenzer er een eind aan maakt. De motor op toeren houden is dus het devies van deze Buell, en dán doet hij niet veel onder voor zijn andere mede-allroaders. Kom je op een dijkje zul je van goede huizen moeten komen om deze Buell partij te kunnen bieden. Door de vering en demping iets harder in te stellen leverde direct resultaat in een strakker sturende fiets op hogere snelheden.

Conclusie
Buell begeeft zich in een segment waar de concurrentie zeer groot is, en als je de Ullysses op zichzelf staand bekijkt is hij zo slecht nog niet. Vergelijk je m met een GS of soortgelijke dan komt de Buell te kort in het segment. Schoenmaker blijf bij leest! De XB-series die Buell al jaren bouwt zijn altijd vet, stoer en spreekt een grote groep mannen en vrouwen aan. Die series dwingen iets af. De Ullysses mist op alle fronten raakvlakken met een allroad. Met handkappen, een kofferset en handvatverwarming bouw je geen allroad. Toch, op de dijkjes en korte bochtige wegen zul je de andere merken achter je houden want de wielbasis maakt het wel een flitsend stuurapparaat dat gek is op bochten.

  • Kort bochtenwerk, remmen

  • Stationaire trillingen, stroeve versnellingsbak, windbescherming