Zoeken

Test: Harley-Davidson Street Rod vs. Triumph Street Twin

no-nonsense

4 juni 2017

 

Terwijl ik de eerste indrukken aan het opschrijven ben is Vincent inmiddels ook gearriveerd en die is minstens zo enthousiast over de Street Twin die hij in Alkmaar heeft opgehaald. “Ik ben me net effe die dijk naar hier afgeragd zeg, denk niet dat dat veel Wist je trouwens dat die 'Great Escape' helemaal zo'n waanzinnige film niet is? Heb er pas naar gekeken maare....langzamer ging dan met menig sportievere fiets. Hij mag er dan redelijk eenvoudig uitzien, maar onderhuids zit een heerlijke no-nonsense stuurfiets.” Ik hou wijselijk m’n mond en zeg nog even niets over de Harley, laat ‘m dat zelf maar uitvinden.

“Wie in hemelsnaam heeft bedacht dat je zó op een motor moet zitten, en wie heeft dat goedgekeurd,” is het eerste wat Vincent zegt als ‘ie na een kort ritje van 5 minuten bij het eerste fotopunt van de Street Rod stapt. “Hij is niet vooruit te branden, stuurt voor geen kwartje en dan die zit… zoiets bedenk je toch niet.” Het is mij wel duidelijk, het ritje is nog niet lang genoeg geweest en met een paar aanwijzingen help ik ‘m een handje op weg. “Zet je rechtervoet nou wat verder naar achteren en hou ’t ding wel op toeren.” Om er meteen als een speer vandoor te gaan naar het volgende fotopunt.
Klassiek en vooral 'basic' is het woord bij Triumph

Maar met zo'n tijdloos uiterlijk... wat wil je nou nog meer?

Het visitekaartje: de vermomming van de injectie
Hoe hard ik het ook probeer op de volgens Burger waanzinnig goede Triumph, ik zie de Harley als een stip aan de horizon verdwijnen. Ongeacht of ’t vanaf stilstand of rollend is, de Street Twin is kansloos tegen de Street Rod. In tegenstelling tot de Harley, die van een overigens goed schakelende zesbak is voorzien die zich ook zonder koppeling perfect laat schakelen heeft Triumph bij de 900cc paralleltwin een vijfbak toegepast en dat breekt ‘m met acceleratie op. Alsof ‘ie te lang is gegeard, zo voelt ’t op de Twin.

Dat Burger zo lovend was over de Street Twin begrijp ik best. Vanaf de Rod voelt de zit van de Twin als een Chesterfield, het blok loopt fluweelzacht, trillingsvrij en is in vijfde versnelling tot bijna stationair af te knijpen, en ook het rijwielgedeelte doet z’n werk perfect. De fiets geeft geen klap verkeerd, maar dat is ook meteen z’n manco: hij geeft geen klap verkeerd en weet daardoor geen gevoelige snaar te raken. Beetje het Hondasyndroom, perfect tot in het detail maar zonder een spatje van emotie. In het tempo dat Vincent er nog steeds op de Streed Rod op nahoudt – hoezo niet vooruit te branden – is de enkele schijf in het voorwiel aan de lichte kant, maar wie de Street Twin normaal gebruikt zal ’t waarschijnlijk geeneens opvallen. Net als dat we al weer zijn vergeten dat dit de 35 kW versie is. Hadden ze ’t ons niet gezegd bij Triumph, dan was ’t waarschijnlijk nog geeneens opgevallen, zo goed als de Street Twin het – even los van de Street Rod – in feite doet. En dat is alleen maar een compliment aan de fiets en een goed verkoopargument richting de beginnend motorrijder, waar Triumph z’n pijlen met de Street Twin op heeft gericht.