Zoeken

Test: Kawasaki W800 Final Edition

Gentlemen’s bike

4 oktober 2016

 

Dat de W800 straks met een Big Bang het toneel verlaat is eigenlijk helemaal niet des W’s, zo realiseer ik me als ik met de fiets in de Ardennen van de prachtige omgeving aan het genieten ben. Als er één motor is die introvert kan worden genoemd, dan wel de W800. Geen rebel without a cause, maar een échte gentlemen’s motorbike. Als het verlegen jongetje van de klas, dat stiekem wel de beste punten haalt. In tegenstelling tot de meeste tweecilinder lijnmotoren heeft de W800 een 360° ontstekingsvolgorde, Nog maar een extra rondje dan? waardoor de twee cilinders gelijkmatig werken. De motor lijkt daardoor ontzettend lui, hij voelt aan als een diesel die langzaam op toeren komt, tot je op de teller kijkt en ziet dat de naald het cijfer 120 aanwijst. Ook de topsnelheid ligt veel hoger dan je denkt, op een spaarzaam kort stukje rechtdoor tikte de W800 met gemak 160 kilometer per uur aan, waarbij er nog niet de minste onrust in het rijwielgedeelte was. Het beschaafde ‘gentleman’ geluid past perfect bij het karakter van de fiets, maar klinkt als gevolg van de staande twin configuratie wel als een BMW boxer. Maar dan zonder het kanteleffect.

 

Als de manier waarop het motorblok van de W800 klinkt en rijdt als introvert kan worden bestempeld, dan kan van het rijwielgedeelte precies hetzelfde worden gezegd. Met een wielbasis van 1.465 mm, een balhoofdhoek van 27°, een naloop van 108 mm en een rijklaargewicht van 216 kilo klinkt de W800 alles behalve flitsend, maar ook hier wordt je met rijden aangenaam verrast. De W800 volgt zonder te morren elk commando van z’n rijder op en is met een speels gemak over de bochtiger Ardenner wegen te sturen dat eerder aan een lichte eencilinder doen denken. Zonder daarbij nerveus te zijn. Als Kawasaki me had gezegd dat het gewicht 160 kilo rijklaar was geweest had ik het ook geloofd, zó ontzettend gemakkelijk als deze W800 stuurt. Mede ook dankzij z’n relaxte zithouding, het stuur en de
Alsof je 50 jaar terug in de tijd gaat, maar dan met betere remmen. Zonder ABS, dat wel

Toonbeeld van souplesse, de 773cc staande twin
voetsteunen zitten precies waar je ze zou verwachten om een ontspannen zit te realiseren, het stuur op zich is net breed genoeg.

 

Het comfortabele en relaxte is ook in de vering terug te vinden, die duidelijk op comfort is afgesteld. Hoewel, de oneffenheden in het bij tijd en wijle typisch Belgische asfalt worden vooral door de twee achtershocks soms best hard doorgegeven. De voorvork daarentegen absorbeert alle hobbels en bobbels als een stoomstrijkijzer de plooien in je spijkerbroek gladstrijkt. Wat remmen betreft is het eigenlijk van hetzelfde laken een pak, onopvallend weet de W800 nog een aardige vertraging te realiseren, zonder dat het flitsend is. De W800 heeft trouwens nog een old-school mentaliteit: ABS is de W800 vreemd en in het achterwiel zit nog een heuse trommelrem, voor het échte retrogevoel. En zwarte strepen op het asfalt bij het keerpunt van de fotobocht, want het is te mooi en te gemakkelijk om het achterwiel al blokkerend uit te laten breken. Heeft ‘ie stiekem toch nog wat rebels.