Tweetakt festival: Cagiva Mito vs. Aprilia RS
Vestzak Raketjes
Inhoudsopgave |
---|
Tweetakt festival: Cagiva Mito vs. Aprilia RS |
Pagina 2 |
Pagina 3 |
Pagina 4 |
Pagina 5 |
Pagina 6 |
"Tienduizend toeren in zes en aan het accelereren….dit zijn de moeilijkste…Met mn kont zo ver mogelijk naar achter, mijn borst op de platte tank en mijn ellebogen op mijn knieën vervloek ik het feit dat ik tegen de bovenrand van m’n helm aankijk. Ik til met mijn linkerhand mijn helm wat op en hoop dat ik zo een zo gestroomlijnd mogelijk geheel behoud….elfduizend…bijna 160 kilometer per uur… die irritante flikkering in mijn linkerspiegel wil maar niet weg. Shit, dat is die Mostafi! Hij bijt zich vast… ik laat me niet kennen en blijf gewoon aan het gas hangen. Ik rol het zelfs een graadje terug; ik had al ontdekt dat hij dan nét nog mooier loopt…165… O verdomme, daar is de bocht al, en die andere gek is hier bekend. Nog niet remmen…..nog niet…nog steeds niet… Nu ga ik het écht niet meer halen. De dood of de gladiolen; insturen die bak! Remmen gebeurt wel door de extra wrijving. Mijn god, ik ga veel te hard! Ik haal het niet, ik… ik had nog veel harder gekund. Wéér een bocht verkloot, daar komt Karim ook; zodra hij in zijn powerband zit is dat apparaat niet te houden he…maar man, wat ziet dat er mooi uit. En binnen drie bochten hebben we weer een kans. Wat is sparren toch mooi… "
Dit is slechts één van de ontelbaar vele voorbeelden die, als je ook maar enigszins liefhebber bent van tweetaktrijden, je bloed sneller doen stromen. Het pure rijden, het ‘je-kop-erbij houden’ in plaats van braaf doorsukkelen op klepgestuurde arbeidsslagen, de beloning als alles klópt…
Natúúrlijk ga je met méér vermogen nóg harder, maar dan mis je het punt. Het is juist zaak het meeste uit zo weinig te halen. Minder is beter, minder kilo’s verdien je dubbel terug als je méér je kop erbij houdt en een keer niet als een buffel die kraan open en dicht ramt of ineens de rem erop klemt maar juist zo vloeiend mogelijk een bocht probeert aan te snijden om er maar met zo hoog mogelijke bochtensnelheid doorheen te vliegen en zo snel mogelijk weer de gaskabel op treksterkte tart. Dáár zit het échte stuurmanswerk, dáár komt het op techniek aan.
Kan je je er geen voorstelling bij maken? Zie het als het eerder belichte eerste deel van een circuittraining: in één versnelling rondjes rijden, zonder remmen, zonder schakelen. Nou is er dit verschil dat je wél schakelen kan (en ook echt moet) en je wel een rem hébt, maar probeer die niet te gebruiken en je zult wat meemaken. Zo ook hoor je met een vlieggewicht tweetakkie rond te rijden; zo min mogelijk snelheidsverlies, wáár dan ook, want je hebt een eeuwigheid nodig het weer terug te krijgen. Eerlijk waar; je wordt een ander mens. Geholpen door de minimale afmetingen en de wetenschap dat alles corrigeerbaar is (en je in een uiterste geval altijd alsnog die rem erbij kunt pakken) verander je nog vóórdat je je woonplaats uit bent in wat grenst aan het maniakale. Alles voor de kick, en die krijg je dan ook, dubbel en dwars.
Eigenlijk zou je hiervoor verkeerloze dagen in moeten lassen: eerst alle buurt- en regiobewoners gezamenlijk de straat op om zo veel mogelijk losliggende troep weg te halen en op te vegen, en dan, als de meesten zich keren tot hun tuintje of natuurgebied, alle tweetakten loslaten op een vrije en schone weg.
Hey, je kan er toch over dromen?
Ook mét verkeer is wel te leven; je zal enkel wat inventiever moeten worden. En goed in je spiegels kijken, ten allen tijde. Nou wil het geval dat, met name de Cagiva Mito, is uitgerust met een set spiegels die het best werken met je kin op de tank, dus dat komt goed uit.
Tekst: Vincent Burger Foto's: Vincent Burger, Ed Smits