Verslag: North West 200
Irish Moos
Tekst & fotografie: Thilo Kozik
Roemruchte straatraces
“Eigenlijk is de benaming North West 200 niet meer juist”, zo legt Keith Beattie me uit. “Oorspronkelijk vonden de wedstrijden namelijk in het district Donegal plaats, in het Noordwesten van het Ierse eiland dus, en destijds was de raceafstand 200 mijl – maar omdat de naam er zo in gebeiteld zat, heeft men hem behouden.” De beste man moet het weten, want hij is de chef van het Noord-Ierse Ballymoney museum, dat wereldwijd als enige museum het thema straatrace motorsport heeft. In mei veranderen zijn heilige hallen in een waar Pelgrimsoord voor fans van de stratenrace motorsport, als een paar mijl verderop direct aan de kust van de Atlantische oceaan de legendarische North West 200 straatrace wordt gestart. Engelse, Franse, Duitse en ook Nederlandse bezoekers zijn in grote aantallen aanwezig, en haast allemaal willen ze van Keith de weg naar het Dunlop Memorial weten. Een steenworp van het museum verwijderd heeft Ballymoney zijn beroemdste zonen, de gebroeders Dunlop een gedenkteken gegeven.
En met recht, de Noord-Ierse familiedynastie heeft in de stratenrace motorsport geschiedenis geschreven: Joey is nog steeds recordhouder in de Isle of Man TT van het eiland Man met een onvoorstelbare 26 overwinningen, terwijl Robert daar vijf maal wist te winnen en de zegelijst van de North West 200 aanvoert met 15 overwinningen, in die lijst gevolgd door Joey met 13 overwinningen. Ondanks alle succes moesten beide hun deelname aan de gevaarlijkste tak van wegrace motorsport met de dood bekopen en stierven in het harnas – Joey in het jaar 2000 tijdens een stratenrace in Estland en Robert vijf jaar geleden bij zijn thuiswedstrijd, de North West 200.
Inderdaad, hetzelfde standbeeld als bij de Bungalow bij de spoorwegovergang van de Mountain Section van de Isle of Man TT: Joey Dunlop op zijn Honda VTR1000 SP1
De gevaren waar de coureurs van de North West 200 aan worden blootgesteld wordt de bezoekers direct duidelijk, zodra een ronde over het triangelvormige stratencircuit is afgelegd. De wedstrijden vinden plaats op de openbare verbindingswegen tussen Portstewart, Coleraine en Portrush en gaan over rotondes, bruggen, voorbij aan bushaltes en over rijbaanmarkeringen – bij het hier regelmatig vochtige weer een niet in te calculeren risico. Start en finish bevinden zich direct aan zee op een speciaal daarvoor aangelegd stukje asfalt, de wedstrijdleiding bivakkeert in containers die na de wedstrijden weer weg worden getransporteerd. De toeschouwers zitten op voor de wedstrijden speciaal gebouwde tribunes langs verschillende passages, of bekijken de races achter de dranghekken de langs de baan staan. Bij de mensen die hier direct aan de baan wonen verzamelen zich elk jaar vrienden en familie, en maken van de racedag een echte happening. Sommige fans kamperen ’s nachts voor de wedstrijddag zelfs op een vlakte achter een interessant deel van het circuit en nemen op de koop toe, daar tot na de races ingesloten te zijn.
Niks geen luxe pitboxen met riante trailers, maar gewoon partytenten die als pitbox zijn ingericht
Ongekend populair
Straatraces zijn op de Britse eilanden ongekend populair en hebben daardoor een heel andere positie als op het Europese vasteland: jaarlijks reizen ruim 150.000 bezoekers naar de North West 200 af, een cijfer waar zelfs onze eigen TT van Assen jaloers op mag zijn, en maken de stratenrace tot het jaarlijks grootste sportevenement van Noord-Ierland. En dat komt niet zozeer door de zenuwslopende wedstrijden, maar door de onnavolgbare toegankelijkheid van de volkshelden op twee wielen – als eer één plek is waar jet met je neus bovenop motorsport kunt staan, dan is het hier. In het rennerskwartier lopen coureurs, bezoekers en monteurs ontspannen naast elkaar en worden handtekeningen graag uitgedeeld, wordt her en der een praatje gemaakt en een blik werpen in de als pitbox ingerichte (party)tenten wordt nergens weggewuifd.
Dat hier een andere mentaliteit heerst, is ook het relaxte tijdschema af te lezen: de tijdtraining van de vier raceklassen Supertwin, Superstock, Supersport en Superbike vindt op dinsdag en donderdagochtend plaats, voor donderdagmiddag staan de eerste drie wedstrijden op het programma, terwijl op de zaterdag hoofd-dag nog de aanvullende twee Superbike wedstrijden worden verreden. Zo traditioneel als de ontspannen atmosfeer is ook het wisselvallige weer, waardoor dit jaar de training op donderdag geheel in het water viel. De wedstrijden in de middag konden daarentegen op een droge baan worden gestart, met winst van Alastair Seeley, de leider in het Britse Supersport kampioenschap, in de Supersport en Superstock raceklasse en de 49-jarige Jeremy McWilliams als winnaar bij de Supertwins. Met zijn eerste overwinning op het Noord-Ierse eiland is McWilliams het huzarenstuk gelukt om zowel een (250cc) Grand Prix als de North West 200 te winnen.
Hoe ontzettend belangrijk de hoofd-wedstrijddag op zaterdag is, blijkt als op vrijdagavond de televisie wordt aangezet. De weerman van het Noord-Ierse journaal sluit zijn voorspelling af met de woorden: “We zijn benieuwd hoe de coureurs van de North West 200 hier morgen mee om zullen gaan.” Een afsluitende zin als deze zou bij onze weerman van het NOS journaal ondenkbaar zijn.
Net zo onvoorstelbaar: hoe de mensen op zaterdagochtend ondanks de slechte weersvoorspelling de aanhoudende zware regen trotseren richting circuit zijn gegaan. Uitgerust met regenponcho’s, warm ondergoed, dikke pullovers en rubberlaarzen zoeken ze de beste plaatsen op en naast de tribunes. Ze horen de aankondigingen over de langs de hele baan geplaatste luidsprekers aan en kijken op de Grandstand als betoverd naar het supergrote scherm, waar actuele beelden met fragmenten van de afgelopen wedstrijden worden afgewisseld. Na een eindeloos geduldig wachten wordt met het afspelen van het Britse volkslied de spanning opgevoerd – ondanks de aanhoudende regen gaat de Supersport raceklasse als eerste van start.
Staande ovatie
De vanwege het weer tot vijf ronden ingekorte race moet echter na twee ronden als gevolg van meerdere crashes al worden stilgelegd, maar in tegenstelling tot bij ons krijgt de wedstrijdleiding
De fans trotseren het slechte weergeen fluitconcert maar een staande ovatie, die bijna in oorverdovend gejubel overgaat, als door de speaker Michael Dunlop tot winnaar wordt verklaard. De als complex geziene lokale held uit de Ballymoney-racefamilie heeft de sympathie van alle toeschouwers vanwege de tragedie in 2008, die als een van de spraakmakendste hoofstukken van de lange geschiedenis van de races in is gegaan. En tegelijkertijd een sprekend voorbeeld is voor een ijzeren wil: destijds had zijn vader Robert in de kwalificatietraining een zware crash in de 250cc raceklasse en bezweek een paar uur later in het Causeway ziekenhuis van Coleraine aan zijn verwondingen. Ondanks deze trieste gebeurtenis besloot de destijds 19-jarige Michael twee dagen later in dezelfde wedstrijdklasse aan te treden – en won! Dat was een van de meest emotionele momenten ooit die de geschiedenis van de stratenracerij heeft gekend.
Hoewel het maar niet wil ophouden met regenen en niemand er nog in geloofd dat de wedstrijden nog zullen worden hervat, blijven de toeschouwers zitten en wachten geduldig de dingen die nog gaan komen af. Het duurt tot kwart over drie, totdat de definitieve afgelasting van de resterende wedstrijden via de luidsprekers bekend wordt gemaakt.
Mervyn White, wedstrijdleider en chef organisator van de North West 200 verklaart: “We hebben alles geprobeerd, hebben meerdere veegmachines op pad gestuurd, waren met een rijdersvertegenwoordiging bestaand uit John McGuinness, Stuart Easton en Michael Rutter buiten om de baan met eigen ogen te aanschouwen. Maar de weersvooruitzichten zijn nog steeds slecht en er is geen verbetering te verwachten. Er staat simpelweg te veel water op de baan. Het spijt me voor alle teams, rijders en fans, maar de veiligheid van de rijders gaat boven alles.”
Voor de komende edities van de North West 200 hebben de verantwoordelijken een flexibelere oplossing voor de wegafsluitingen voor ogen, want de tussenliggende vrijdag was het prachtig zonnig weer geweest.
Donderdag
Supertwins
1. Jeremy McWILLIAMS Kawasaki 650 - KMR Vauxhall Dealers NI
2. James HILLIER Kawasaki 650 - Quattro Plant Kawasaki
3. Jamie HAMILTON Kawasaki 650 - KMR Vauxhall Dealers NI
Superstock
1. Alastair SEELEY Kawasaki - MSS Kawasaki
2. Bruce ANSTEY Honda - HM Plant Honda by Padgetts
3. Gary JOHNSON Kawasaki - Lincs Lifting Ltd
Supersport
1. Alastair SEELEY Kawasaki - Gearlink Kawasaki
2. Michael DUNLOP Honda - MD Racing
3. Guy MARTIN Suzuki - Tyco Suzuki by TAS Racing
Zaterdag
Supersport, 2e wedstrijd
1. Michael DUNLOP Honda - MD Racing
2. Bruce ANSTEY Honda - HM Plant Honda by Padgetts
3. Lee JOHNSTON Honda - Millsport Racing
Geschiedenis van de North West 200
De eerste North West 200 vond in 1029 in het noordwesten gelegen Magherabuoy plaats, maar al een jaar later werden de wedstrijden naar Portstewart verplaatst. Sinds 1930 wordt de roemruchte stratenrace op een 8,97 mijl (14,436 km) lang stratencircuit verreden dat een triangelvorm tussen de plaatsen Portstewart, Coleraine en Portrush aan de Noord-Ierse Causeway kust heeft en daardoor de bijnaam ‘The Triangle’ heeft gekregen. De North West 200 is het grootste sportevenement van Noord-Ierland, de wedstrijden die halverwege mei plaatsvinden trekken jaarlijks meer dan 150.000 toeschouwers. Op dit moment worden er nog in vier raceklassen gestart: Supertwin, Supersport, Superstock en Superbike.
In tegenstelling tot de Isle of Man TT, waar elke tien seconden een coureur wordt gestart, heeft de North West 200 een startopstelling zoals we die in de normale wegrace motorsport ook kennen. Wanneer er meer rijders dan startplaatsen zijn, dan wordt er in twee etappes gestart. De wedstrijden zijn 4 tot 6 ronden lang. Hoewel de gemiddelde snelheid bij de North West 200 lager is dan bij de Isle of Man TT, wordt op het Noord-Ierse stratencircuit wel een hogere topsnelheid gehaald. Het huidige topsnelheidsrecord stamt uit 2012 en staat op naam van Martin Jessopp die op de weg naar de University Corner de onvoorstelbare snelheid van 208 mijl per uur (335 km/u) wist te behalen.
De meeste overwinningen staan op naam van Robert Dunlop (15), gevolgd door zijn broer Joey en Michael Rutter (13). Phillip McCallen is tot op heden de enige coureur die erin is geslaagd om (in 1992) alle vijf wedstrijden op zaterdag te winnen. Meer informatie over de North West 200 is op hun website terug te vinden.
Ballymoney Museum
Van 13 mei tot 24 augustus in de exhibitie “Ulster TT Heroes” in het Ballymoney museum. Het museum bevindt zich in de Town Hall van Ballemoney, in de Townhead Street. De openingstijden zijn van maandag tot en met donderdag van 9 tot 17 uur, op vrijdag en zaterdag is het museum van 9 tot 16:30 uur geopend. De toegang is gratis. De Joey Dunlop Memorial Garden is gelegen aan Castle Street.