Zoeken

Touren in de Auvergne

Het beroemde onbekende

18 april 2016
Slingerwegen, historie, bezienswaardigheden, romantische dalletjes en spectaculaire bergketens. Een Mekka voor motorrijders, zou je denken, maar toch zoeken die meestal andere gebieden op. De Auvergne is onbekend bij toeristen, maar beroemd onder de pelgrims.

Auvergne

Door Peter Aansorgh
Foto's: Peter Aansorgh, Marianne Mathys
m.v.v. Endurofun Tours en het Comité Régional de Développement Touristique d'Auvergne

Massif Central

Auvergne Puy

De weg slingert behoorlijk als ik na Lyon via St. Etienne het Massif Central in duik. De V-Strom heeft het naar zijn zin op al die glooiende bochten en ook ik vermaak me prima met een landschap dat als maar rustieker en authentieker wordt. Ik zie steeds minder ketenhotels en steeds meer leuke dorpen langs de weg, die zelfs vlakbij Le Puy en Velay nog altijd verdacht breed is. Waarom leggen ze zo'n brede weg aan naar een klein stadje in een Franse streek, dat nauwelijks industrie heeft en waar toeristen nauwelijks komen. Toeristen gaan naar de Ardèche, de Dordogne, de Middellandse Zee of naar de Alpen, zeker als het motorrijders zijn. De Auvergne is voor de meeste mensen het zwarte gat tussen de bekende vakantiebestemmingen. Een streek waar je niet komt, ook omdat de belangrijke snelwegen er niet doorheen gaan. En omdat er blijkbaar niets interessants te beleven is. MAuvergne Puyaar daar hebben de toeristen het mis, zo vindt het Comité Régional de Développement Touristique d'Auvergne, dat samen met Endurofun Tours een reis op poten zette om de streek bij motorrijders te promoten. Want de Auvergne biedt niet alleen veel historie, bezienswaardigheden en prachtige landschappen, maar biedt - juist doordat het niet is platgewalst door het toerisme - nog een blik op het echte Franse leven. Een cultuur, waarin mensen nog de tijd nemen en waar je gerust twee uur kunt uittrekken voor een lunch. Klinkt goed…

Jacobus

De reden dat er zo'n grote weg naar Le Puy en Velay loopt, wordt duidelijk als we de volgende ochtend een bezoek brengen aan het centrum van het stadje. Dat staat in het teken van de bedevaart. In de middeleeuwen was het al een van de belangrijkste pelgrimscentra: jaarlijks kwamen er een half miljoen gelovigen om te bidden tot de maagd Maria. Nu kwamen die natuurlijk niet met de auto, maar de moderne pelgrims komen wel met auto's en bussen naar Le Puy. En dat zijn er nog altijd zo'n 40.000 per jaar. Wellicht niet zozeer om tot Maria te bidden, maar meer om te beginnen aan een pelgrimstocht naar Santiago de Compostella, waarbij de kathedraal van Le Puy en Velay als startpunt van een van de vier belangrijkste routes naar Santiago geldt. De bedevaart wordt door velen aangegrepen als een gelegenheid om zichzelf te ontdekken, maar had van oorsprong een zeer religieuze reden: het was een bedevaart ter ere van de apostel Jakob de Meerdere, de broer van Johannes en - afhankelijk van de legende die je gelooft - de neef van Jezus Christus. Johannes zou in Spanje gepredikt hebben en direct bij zijn terugkeer in Palestina door Herodes met een zwaard zijn onthoofd. Dit was het begin van de vervolging van Christenen, dAuvergne Puyie in groten getale Judea ontvluchtten. Het lichaam van Jacobus werd daarbij in een stenen boot gelegd, waarna deze met enkele discipelen de zee opging en terechtkwam aan de Galicische kust. Daar werd hij begraven in de berg Libredón, waar het graf in vergetelheid raakte. Het verhaal gaat vervolgens dat keizer Karel de Grote in zijn dromen een weg van sterren in de hemel zag. Die weg begon bij de Friese zee en liep naar het graf in Galicië, dat in de negende eeuw opnieuw werd ontdekt. Vanaf dat moment reisden pelgrims overal vandaan naar Santiago.

Kathedraal

Voor de reis naar Santiago - El Camino - waren een aantal belangrijke routes. In Frankrijk waren dat er vier, met startpunten in Tours, Vézelay, Saint Gilles du Gard en Le Puy en Velay, waarvandaan Bisschop Godescalc van Le Puy in 951 als een van de eerste niet-Spaanse pelgrims naar Santiago vertrok. Het werd een populair startpunt, een van de redenen dat hij in de 11e eeuw een kathedraal werd gebouwd. Die werd op de top van een vulkanische bergpiek neergezet, wat ook de naam van de stad verklaart: Puy is afgeleid van "podiensis", het Latijnse woord voor podium, het plateau waarop de kathedraal staat. "De weg" wordt daarom ook wel aangeduid met via podiensis en wordt vanaf de kathedraal tot in Santiago aangeduid met de Sint Jacobsschelp, een attribuut waarvan Sint Jacob zich bediend schijnt te hebben. Met de grote aantallen bezoekers werd de kathedraal echter al snel te klein, waardoor deze moest worden uitgebreid. De bergpiek was echter niet groot genoeg, vandaar dat er eerst een laag stuk werd bijgebouwd, wAuvergneaar de rest van de kerk weer bovenop is gezet. Deze bestaat nu dus uit twee etages. Het is een hele klim er naartoe, maar het uitzicht er vandaan is geweldig en ook de kerk zelf is het aanzien waard. Ook van binnen. Daar vind je bijvoorbeeld een standbeeld van de maagd Maria. Op zich niet wereldschokkend, behalve dat dit slechts 77 cm hoge beeld een zwarte Maria portretteert. Ze heeft ook nog een baby Jezus, die ergens op halve hoogte het zwarte koppie uit de mantel steekt. Maria heeft wel 30 verschillende jurken en wordt regelmatig omgekleed. Het is een eer voor de mensen uit Le Puy om een mantel voor haar te maken en die te doneren. Saillant detail is overigens dat deze Maria niet de originele zwarte Maria uit de kathedraal is: die werd in het jaar 1240 door Lodewijk de 14e naar Le Puy gebracht, maar werd in de Franse revolutie vernietigd, in 1794. In 1843 wist het bisdom een andere zwarte maagd op de kop te tikken. Dit 400 jaar oude beeld nam de plaats van de originele Maria in. In de kerk is verder nog een grote "koortssteen” te vinden. Het verhaal gaat dat een jonge vrouw na een bevalling visioenen van deze steen had, erop ging liggen en zo van haar koorts genas, wat de steen tot een populair genezingsmiddel maakte.

Auvergne

Losbollen

Auvergne

Le Puy en Velay heeft in de loop der jaren aan importantie verloren. Het is nu een klein provinciestadje. Het telt 19.000 inwoners en ademt een leuke sfeer uit. Dat is niet zo gek, want er zijn veel historische huizen en gebouwen met stokoude gevels, vaak met mooie en rare beelden, en veel verwijzingen naar de roemruchte geschiedenis. Zo is er een plein dat "Place du Martouret" heet, het Martelaarsplein. Hier werden in de godsdienstwaanzin publiekelijke executies verricht met de guillotine. Er moeten er zeker 40 hebben plaatsgevonden. Een ander mooi punt Is het Place du Plot. Plot betekent kruispunt. Het is dan ook het centrum van de bezigheden in dit stadje. Er is een verschrikkelijk oude fontein te vinden, de Fontain Bidoire, die uit 1246 stamt. Iets ouder dus dan de gotische CAuvergneorriste fontein vlakbij de kathedraal, die uit 1320 stamt. Leuk, maar niet zo imposant als het gigantische stalen Mariabeeld, dat boven op een andere heuveltop staat. Leuk detail is dat dit standbeeld uit op 100 stalen platen is opgebouwd, die weer zijn gemaakt van omgesmolten, Russische geweren. Deze in 1860 opgerichte Maria draagt een kroon waarop 12 sterren prijken, het symbool dat zij de koningin uit de hemel is. Zij kijkt daarbij neer op de kapel van St. Michael, die daar door bisschop Godescalc en deken Trianus in 962 werd neergezet. Er zijn prachtige 10e en 12e eeuwse fresco's te zien. Daarvoor moet je echter wel de 285 treden tellende trap op...

Messen

Natuurlijk trappen wij daar niet in. In plaats daarvan trappen we onze motoren aan en verlaten Le Puy via de N102 en steken naar een paar kilometer af naar de D136, langs het fraaie Chateau de Polignac, om vervolgens over de D103 langs de hier nog smalle Loire naar het noorden te rijden. Een mooi landschap, heuvelachtig en toch niet al te krap, met mooi uitzicht op de rivier die zich een slingerende weg door de rotsachtige heuvels heeft gekerfd. Het lekkere warme voorjaarszonnetje, dat ons die ochtend vergezelde, is inmiddels echter verdreven door een wolkendek, waaruit steeds meer regen valt. Desondanks is het nog best leuk rijden, al ziet het landschap er natuurlijk een stuk fraaier uit als er een zonnetje op schijnt. Al gauw besluiten we dan ook om de route af te snijden, ook omdat de volgende afspraak wacht op ons in Thiers: daar brengen we namelijk een bezoek aan "SCIP", de messenfabriek van Bruno Nakache. Deze fabriek bestaat al sinds 1850 en produceert onder meer messen en kurkentrekkers van het beroemde merk Laguiole. Daaronder vallen gewone messen, restaurantmessen, zakmessen en sommeliermessen. OAuvergneok worden er champagnestoppers en keukenmessen gemaakt, waarbij het bijzondere is dat alle producten met de hand worden gemaakt. De lemmets worden weliswaar automatisch uit een plaat RVS gestanst, maar daarna wordt het heft er met de hand op geklonken en worden de messen met de hand op maat geschuurd, gepolijst en geslepen. "Het assembleren van het mes neemt 20% van de tijd in beslag, 80% van de tijd gaat in het polijsten zitten" legt Bruno uit, die ook benadrukt dat het echt vakwerk is: Je ziet in vijf minuten of iemand dat in zich heeft", vertelt Bruno. "Dan duurt het nog 2-3 jaar voordat zo iemand het vak volledig beheerst ".

Het vakwerk van SCIP wordt vooral in de restaurantwereld gewaardeerd: "Als restaurant kun je niet met goedkope messen werken. Als een klant zijn biefstuk niet kan snijden, denkt hij dat die niet mals is. De eerste indruk is dan al verpest. Je hebt dus een mes nodig dat erg scherp is en dat ook lang blijft", aldus Bruno. "Dat is niet alleen een kwestie van goed materiaal, maar ook van de juiste slijptechniek. Restaurants sturen hun messen daarom jaarlijks terug, dan worden ze hier geslepen en gepolijst." Weer wat geleerd en dat gaat door als we het over kurkentrekkers hebben, want ook daar is verschil in: een normale kurk is 38 mm lang, sommige wijnen hebben echter kurken van 44 mm, andere van 54 mm lang. En dus heb je voor Bourgogne een kurkentrekker met een langere slag nodig. Weer een specialiteit van SCIP.

Voxan

AuvergneAls we Bruno verlaten is de zon tevoorschijn gekomen. Zo snijdt het mes aan twee kanten: we zien leuke dingen als het regent en als we buiten komen is het weer droog... Afijn, al dat gepraat over restaurants maakt hongerig en dus blazen we naar Hotel Le relais des Puys à Orcines, wat vlak bij Clermont Ferrand ligt. Vanaf de heuvels kun je de hele stad zien liggen, fel beschenen door de zon die door donkere wolken heenprikt en die een prachtige regenboog over de stad legt. Had ik nu maar een fisheye-lens...

Enfin, de waard van het restaurant blijkt een echte petrol-head. Als we onze motoren binnen mogen stallen blijkt dat hij een aantal Voxans in de schuur heeft staan, motoren die hier vlakbij in Issoire werden gefabriceerd. Ook biedt hij af en toe onderdak aan de Voxan club, getuige een berg Voxan-parafernalia. Speciaal voor ons fikst hij dan ook een aantal glaasjes explosieve brandstof, waarvan het niet geheel duidelijk is of we die in de tank of in het keelgat moeten gieten. Gelukkig komt de gerand na een paar glaasjes melden dat het eten geserveerd is. Ook dat mag er trouwens zijn. Kortom als je in de buurt bent, weet je waar je moet overnachten...

Auvergne

Motormuseum

Auvergne

Het Massif Central is grotendeels ontstaan door vulkanisme. Die zijn inmiddels allemaal uitgedoofd en als ze dat nog niet waren, dan zouden ze nu wel doven, want als we de volgende ochtend buiten komen hangt er een grauwe regenwolk die het einde der tijden lijkt aan te kondigen. We worden verwacht bij het Parc "Vulcania" in Saint-Ours les Roches. DAuvergneaar kun je "de mysteries van de aarde doorgronden en machtige vulkanen en de krachten van de natuur trotseren via rides, dynamische platforms, 5D films (5, ja), en hightech technologie. We staan in de pissende regen te wachten tot het open gaat en besluiten dat we genoeg natuurkrachten hebben getrotseerd. We keren om en blazen door Clermont Ferrand naar Rioms, waar ene meneer Baster een paar motoren heeft verzameld. Dat blijkt de understatement van de eeuw. Meneer Baster heeft ooit een paar motoren op de kop getikt en is daarna op hol geslagen. Inmiddels heeft hij er 450, variërend van Brough Superiors, Nimbus, AMC, Indian, Harley, Vagabond, Henderson, Cleveland, Munch, Puch, Chrome Rhone, J. Train, Monet & Goyon, Syphax, WSK, MZ, FN, Gillet, MV, Terrot, Motobecane, AJS, Peugeot, Dresch, Vincent, Matchless, Royal Enfield, Moto Guzzi en Laverda. En dan zal ik nog wel een stuk of wat merken vergeten zijn. De complete mAuvergneotorgeschiedenis trekt hier aan je voorbij. De meeste motoren verkeren in goede originele of in prachtig gerestaureerde staat en zijn rijdbaar. En dat niet alleen, ze staan ook nog prachtig geëtaleerd in een leuke boeren-country barn stijl. Het is duidelijk dat het heilige vuur hier nog niet gedoofd is. Ik zou er de hele dag wel kunnen rondkijken. Wat een verscheidenheid aan motoren en technieken. Vroeger leken motoren echt niet op elkaar...

Clermont Ferrand

Tegen het middaguur parkeren we de tweewielers in het centrum van Clermont-Ferrand. Het is een grote stad met 140.000 inwoners, waarvan 31.000 studenten. Een op de tien inwoners werkt bij Michelin. En het is de geboortestad van wijlen Lola Ferrari, een "dame" waar je moeilijk omheen kon. Of meer een aanklacht tegen excessen in de plastische chirurgie. Hoe dan ook, Clermont heeft een centrum en het is er best gezellig, al is het nu niet het meest pittoreske stadje dat ik ooit ben tegengekomen. Wel aardig is de Kathedraal Notre-Dame-de-l'assomption, die van zwarte lavasteen is gebouwd, waardoor je hem van verre boven de overwegend witte huizen af ziet steken. De bouw heeft lang geduurd, want ze zijn er in 1284 aan begonnen en waren er pas in de 19e eeuw mee klaar. Leuk om te bezoeken is verder de overdekte markt, waar etenswaar van allerlei soorten wordt verkocht. Maar de voornaamste trekpleister van de stad schijnt toch het "l'Aventure Michelin" te zijn, het museum dat de bandenfabrikant over de geschiedenis van de luchtband en het bedrijf Michelin zelf heeft opgericht.

Michelin

Auvergne

Michelin maakt ook motorbanden en dus laten we een bezoekje aan het l'Aventure Michelin" niet schieten. Het vertelt ons over de fabriek van André en Édouard Michelin, die in 1889 een bedrijf oprichtten en drie jaar later in de productie van luchtbanden gingen. Geen uitvinding van Dunlop, trouwens, mAuvergne
Auvergne
aar van Robert William Thomson en door hem ook gepatenteerd, in Frankrijk in 1846 en in Amerika in 1847. Hij gaf er in 1847 demonstraties mee in Regents Park in Londen, maar omdat hij geen goede dunne rubbersoorten kon vinden deed hij er verder niets mee. Dat deed John Boyd Dunlop wel. Ook hij vroeg er patent voor aan, in 1888. Hij kreeg het, maar moest het weer inleveren omdat men erachter kwam dat Thomson het patent al had. Dus als Dunlop nog eens roept dat het de luchtband heeft uitgevonden, dan weet je dat het een leugen is. Dunlop nam ze echter wel in productie. Maar het waren lastige dingen. De rubberen lappen waren op de velg gelijmd en dat maakte het repareren van een lekke band lastig. In 1892 kregen André en Éduard een fietser op bezoek, die drie uur bezig was met plakken van een Dunlop band. De heren Michelin besloten dat het beter moest kunnen en ontwierpen een afneembare band die in 15 minuten te repareren was. En daar vroegen ze uiteraard patent op aan. Dat was het begin va een bandenimperium. Michelin maakte auto's, autobanden en nam deel aan betrouwbaarheidsritten om te bewijzen dat de banden heel bleven. Het museum laat het allemaal zien: de ontwikkeling van zwarte banden met carbon black in 1919, profiel ontwikkeling, treinen op luchtbanden en niet te vergeten de ontwikkeling van Michelin gidsen en wegenkaarten, waarvan de eerste in 1910 uitkwam. Michelin had overigens ook de eerste routeplanner, in 1908. Als je een reis wilde maken kon je een brief naar het Michelin kantoor in Parijs sturen. Dan kreeg je binnen acht dagen reisinfo en een routebeschrijving toegestuurd.

Auvergne

Le Puy de Dome

Auvergne

De volgende overnachting is geboekt in Hotel le Parc des Fées in het nabij Clermont gelegen La Bourboule. Om er te komen trekken we over de roemruchte Puy de Dôme. Het uitzicht hiervandaan moet fantastisch zijn, maar vandaag rijden we in stikdichte mist en regen over de talrijke haarspelden. IAuvergnek zie de volgende bocht vaak pas als in moet insturen en om de feestvreugde te versterken licht er lampje in het dashboard op: ijswaarschuwing... Ik zie ook af en toe verdacht witte vlakten links en rechts van de weg. Dat krijg je als je in mei boven de 1200 meter komt... Ook deze Puy is trouwens een vulkaan, met de geruststellende wetenschap dat hij 5760 voor Christus voor het laatst is uitgebarsten. Zal vandaag dus niet gebeuren. Gelukkig komen we onder de mist terecht als we weer afdalen en zijn we blij als we drijfnat in het hotel aankomen. Het is een wat gedateerd, maar gezellig hotel waar de keuken geweldig is. La Bourboule zelf moet ooit een mooi dorp zijn geweest, maar is nu nogal vergane glorie, wat vervallen met hier en daar een leegstaand, verpauperd gebouw. TAuvergneoch wel sfeervol en - als je er van houdt - is er ook een spa met thermische baden. Wij hebben buiten al genoeg nattigheid en vertrekken de volgende ochtend richting Zuiden, in de hoop op beter weer.

Kaas

De route naar het zuiden heeft een bijzondere bijnaam: Route des Fromages. Dat slaat gelukkig niet op het wegdek, dat is hier beslist geen gatenkaas. Het slaat op de specialiteit van de Auvergne. In Frankrijk worden 600 verschillende kazen gemaakt en ook de Auvergne heeft er een flink aantal. De Puy en Velay heeft de "fromage du Velay, geitenkaas met blauwe schimmeldraden en microscopisch kleine spinnetjes in de korst. Die geven de smaak aan de kaas.

Auvergne

In Saint Nectaire komen we bij de kaasboerderij van de familie Bellonte. Het is een demonstratieboerderij, waar je mag kijken waar de koeien staan en waar de beroemde St. Nectaire kaas wordt gemaakt. Bijzonder is dat de kaas wordt gerijpt in oude grotten, die je ook kunt bezichtigen. Door de eeuwen heen hebben de grotten gediend als behuizing en als vAuvergne Auvergne
Auvergne
luchtoord tijdens oorlogen. Tijdens een "son et lumiere"-voorstelling" kun je de geschiedenis tot in detail te weten komen, terwijl een tweede voorstelling een prachtig beeld geeft van St. Nectaire vroeger en nu, via oude 3D beelden. Duurt wel even, maar het voordeel is dat we daarmee het laatste beetje regenfront voorbij hebben zien trekken.

Salers

Het rijdt een stuk prettiger als de zon op het wegdek schijnt. We maken daarvan gebruik door een prachtige bergroute te rijden via Besse, Condat en vervolgens de D62 naar Le Puy Mary, een 1787 meter hoge berg met een schitterende slingerende bergpas er overheen. Onderweg komen we nog wat mooie dorpjes en pittoreske ruïnes tegen, tot we slingerend de hellingen van Marie beklimmen. Ze ligt er wat bleekjes bij met haar groene hellingen en besneeuwde vlakten. Mooi hoor... maar dat bordje "passe de Peyrol fermé" baart wel zorgen. Bij een wegversperring wurm ik me langs de obstakels en rijd door, om te kijken of de pas echt dicht is. En ja, een paar kilometer verder liggen grote ijsbrokken over de weg. De V-Strom is wel een allroad, maar er zijn grenzen...  En dat betekent dat we terug moeten naar Riom les Montagnes om via een omweg van dik 80 km toch nog in Salers uit te komen. OAuvergneok geen straf, want de route is mooi, maar de zon is al aardig aan het zakken. Tegen achten komen we aan in Salers, een burgtstadje met 354 inwoners dat op een 950 meter hoge heuvel in het Parc Naturel des Volcans d'Auvergne ligt en dat verbluffend mooi is. Het dateert grotendeels uit de 15e eeuw, de huizen zijn veelal gemaakt van lavagesteente. De Saint Mathieu kerk is met haar vijf 17e eeuwse wandtapijten een van de bezienswaardigheden, net als de klokkentoren, waaronder een grote poort de doorgang vormt tussen het gezellige winkelstraatje, de Rue du Beffroi, en het prachtige Place Tyssandier d'Escous. Het is een stadje waar je lekker doorheen kunt dolen, je waant je dan haast in de middeleeuwen. Gelukkig is Hotel Bailliage wel modern en heeft het een grote garage waar de motoren mogen staan...

Auvergne

Au revoir

Auvergne

Net als Le Puy en Velay is Salers een van die dorpjes die na deze reis op mijn shortlist van toekomstige vakantiebestemmingen staan. Wat een sfeer, wat een rijkdom aan monumenten en wat een mooie bergwegen om te toeren. Ik zet mijn Garmin dan ook niet op de snelste weg naar huis als ik 's morgens uit het hotel vertrek. Tot aan Clermont geniet ik nog even van de mooie slingerwegen door de bergen en door het boerenlandschap van de dalen van het vulkaanlandschap. Vlak voor ik de snelweg op draai zie ik de Puy de Dôme in de zon liggen. "Ill get you next time, inspector Gadget", grinnik ik als ik het gas open draai...

Auvergne