Reizen: Sturen en culturen in de Franse Drome
Om weg te dromen
Tekst: Ed Smits
Fotografie: Ed Smits, Anton Sacher, Arie Blokland
Bergpassen en kloven
Hoewel het departement Drôme tot ver over de landsgrenzen bekend staat om haar prachtige lavendelvelden, olijfboomgaarden en wijnvelden, behoort de streek voor veel motorrijders tot de minder bekende gebieden. Het departement ligt precies tussen de
Op nog geen duizend kilometer vanaf Utrecht zit je in de Franse Drôme, waar bergpassen en kloven elkaar in raptempo opvolgen
Franse Alpen en het gebied aan de Middellandse zee, met de welbekende George du Verdon – de Franse Grand Canyon – in, waardoor het vaak tussen de wal en het schip in dreigt te vallen. Terwijl juist deze relatieve onbekendheid, in combinatie met de veelal ongerepte natuur, de Drôme tot fantastische uitvalsbasis voor heerlijke motortochten maakt. Het gebied ligt ten zuiden van Lyon, een kleine 1.000 km vanaf Utrecht, waar je binnendoor rijdend in twee dagen kunt zijn, maar met een zoals gebruikelijk te strakke planning op de redactie besluiten we dat ditmaal in een dag over de snelweg te doen.
De hiervoor door Honda beschikbaar gestelde VFR1200 DCT blijkt hiervoor uitstekend geschikt, waardoor de kleine duizend kilometer sneller dan verwacht worden afgelegd. En waar het weer in de Belgische Ardennen –zoals zo vaak- erg nat en met 5 graden vooral heel erg koud is wordt het beter zodra we de grens met Luxemburg zijn gepasseerd. Een kleine valpartij na het tanken langs de Franse tolweg is een kleine smet op het blazoen, maar ondanks dat weten we nog voor zessen 's avonds de motor bij het eerste hotel in Tain-l’Hermitage, een pittoreske plaats aan de rivier de Rhône op de grens met de Ardèche, te parkeren.
Sneeuw was het laatste wat we in deze streek in april hadden verwacht, als we nu boven de 2.000 meter hadden gezeten... het levert wel altijd fraaie beelden op
“Morgenvroeg rijden we eerst een stuk verbindingsweg, om het industriële gebied hier langs de snelweg te ontvluchten, maar dan zullen jullie gaan genieten van een van de hoogtepunten van deze tour, de Combe Laval,” aldus Drôme specialist Jochen Elders van Endurofun tours, die jaarlijks meerdere vakanties naar deze streek organiseert. De Combe Laval bergweg werd in 1897 door Italiaanse arbeiders gemaakt, oorspronkelijk voor het vervoer van
Spectaculair was het zeker, de rit over de Combe Laval, maar we hadden ons dat toch wat anders voorgesteld...
hout uit de bossen van Lente naar St-Jean-en-Royans. “Het is daarmee niet alleen een van Frankrijks oudste bergwegen, maar de weg die soms dwars door de bergwand is aangelegd kijkt bovendien uit op het fraaie dal en is alleen al daarom een genot om te rijden,” zo vervolgt Elders enthousiast zijn verhaal.
De weergoden blijken ons echter minder gezind. Waar het voorjaar in ons eigen Nederland zich eind maart vooral tot erg koud en nat heeft ontpopt wordt de Drôme juist geplaagd door extreme droogte, hetgeen de mat ogende lavendelvelden duidelijk is af te lezen. Nu is warm en droog niet iets waar je als motorrijder snel over zult klagen, maar juist de timing van onze trip moet volgens de deskundigen een ommekeer in het weer gaan plaatsvinden. Hetgeen ons vroeg in de ochtend al snel duidelijk wordt, als we vanuit Tain-l’Hermitage over nog natte wegen zetten koers richting Romans-sur-Isère. We rijden met een boog om de kleine stad, die in 2008 nog wereldnieuws werd vanwege een -mogelijk al jarenlang- lek in haar kerncentrale, en gaan richting Barbières waar het betere stuurwerk ons al ligt op te wachten. De wegen zijn inmiddels grotendeels opgedroogd, maar het is nog wel fris en eenmaal de boven de 1.000 meter uitkomende Col de Tourniol ingezet zien we nevel zich boven de bergen uitstrekken. De Col de Tourniol en daarop volgende slingerweg richting St-Jean-en-Royans worden in ontspannen tempo afgelegd, waarna de spectaculaire Combe Laval met Col Gaudissart en Col de la Machine volgen. De dikke nevel, die eerder nog boven de bergen leek uit te strekken, heeft de Combe Laval echter compleet in zijn greep waardoor de normaal gesproken zo ontzettend fraaie bergweg met soms minimaal zicht wordt afgelegd.
In het oude hotel de la Machine vindt koffie en warme chocolademelk gretig aftrek, waarna onder niet veel betere omstandigheden de afdaling wordt ingezet. Niet veel beter, omdat de aan de zon onttrokken noordelijke delen van de pas deels nog zijn besneeuwd. Niet iets dat je in april hier nog zou verwachten,maar zolang de ijsheiligen nog niet zijn geweest moet alles mogelijk zijn. Nu is sneeuw altijd wel goed voor fraaie kiekjes en sterke verhalen achteraf, maar aangenamere temperaturen was anders ook niet verkeerd geweest. De normaal gesproken prachtige bergpassen, die elkaar in rap tempo opvolgen, zijn toch anders met sneeuw in de berm.
Als vanuit Vassieux weg wordt gezet richting de Col de Rousset is de hemel inmiddels helemaal opgeklaard en begint het zowaar warm te worden. Iets waar op de bijna 1.400 meter hoge col nog niet zoveel van is merken, maar eenmaal in het lager gelegen Chamaloc begint de warme zon behoorlijk op ons in te branden.Het geplande bezoek aan de wijnkelders van de Jaillance coöperatie in het plaatje Die komt dan ook erg gelegen. In het kleine museum wordt de geschiedenis van de coöperatie, die in 1950 werd opgericht en voornamelijk witte wijn produceert, verteld, waarna de goed sprekende gids ons door de koele wijnkelders leidt. Indrukwekkend en ook nog eens erg leerzaam. Als na afloop van de rondleiding de verschillende wijnen kunnen worden geproefd bedanken we vriendelijk voor het aanbod. Het is buiten inmiddels erg warm en we hebben nog de nodige kilometers op de motor af te leggen, en dus lijkt alcohol – hoe weinig het met een proeverij ook zij – geen goed idee.
Waanzinnig mooie vergezichten op de Col de Rousset
Dat het in de Drôme lange tijd niet heeft geregend is de vele zijrivieren van de Rhône, waaronder de Drôme (weten we meteen waar deze streek zijn naam aan te danken heeft), duidelijk af te lezen. Waar rond deze tijd van het jaar normaal gesproken genoeg water door de rivieren zou moeten stromen is er nu amper water te ontdekken en staan veel beekjes zelfs helemaal droog. Vanuit Saillans, waar we zicht hebben op een de oude brug, wordt koers gezet richting het eindstation van de eerste dag. Eenmaal de provinciale weg verlaten is het opmerkelijk hoe weinig verkeer hier op zondag rijdt, alsof het hele gebied totaal is verlaten. En dat terwijl we hemelsbreed misschien maar vijftien kilometer van de drukke snelweg richting het zuiden verwijderd zijn. Het uitgestrekte en uitgestorven gebied heeft echter ook een nadeel, benzinestations zijn erg schaars en bovendien op zondag gesloten. Met de benzine-indicator al een tijdje op ‘lege tank’ besluiten we in Marsanne wijselijk een beroep op de lokale Franse bevolking te doen, voordat de laatste Col de la Grande Limite richting Mirmande wordt ingezet.
Petit Nice
De authentieke smalle en geplaveide dorpsstraatjes met oude poorten leidt de frisse ochtendwandeling naar de boven op de heuvel gelegen Sainta Foy Romaanse kerk, een historisch monument uit de 12e eeuw, alwaar we van het adembenemende uitzicht op Mont Vivarais en de Rhône vallei kunnen genieten. De geschiedenis van Mirmande, dat zondermeer tot een van mooiste dorpjes in de Drôme behoort, gaat terug naar 1238, als voor het eerst melding van het plaatsje wordt gemaakt. Het plaatsje wordt dan door Adhemar, zoon van de Koningin van Engeland, overgedragen aan de bisschop van Valence. In het midden van de 14e eeuw is de plaats dusdanig gegroeid dat een tweede muur, die nog steeds ten dele zichtbaar is, wordt aangelegd. In de 17e eeuw groeit Mirmande buiten haar muren, dankzij de teelt van zijderups waardoor in de 19e eeuw zelfs bijna 3.000 mensen in de inmiddels grote plaats werkzaam zijn. Met de neergang van de economie in het begin van de 20e eeuw keerden velen Mirmande de rug toe, de wedergeboorte heeft het dorp te danken aan de vele kunstenaars, zoals Andre Lhote, die zich in het plaatsje hebben gevestigd. We genieten van het uitzicht en slenteren via de smalle steegjes met plavuizen, die ons aan Le Mont Saint Michel doen denken, weer terug naar ons hotel, waar de motoren weer worden opgezadeld.
De Oase van rust wordt voor kort ingeruild voor de -relatief- drukke provinciale weg die parallel aan zowel de Rhône als de snelweg naar het zuiden loopt, waar de motorfietsen worden afgetankt. Opmerkelijk hoe ontzettend dichtbij, maar tegelijkertijd ontzettend ver weg Mirmande zich van de moderne wereld bevindt, hemelsbreed zal de afstand geen vijf kilometer zijn geweest. Na de korte tankstop keren we snel terug naar dit prachtige gebied en rijden daarbij richting Bourdeaux, om langs de uitgedroogde rivier Roubion de Col Lesou op te sturen. De net geen duizend meter hoge pas wordt gevolgd door de Col de Pré Guittard, waarna we door de prachtige kloof langs de rivier Arnayon richting het plaatsje Cornillon-sur-l’Oule rijden. Dat het hier absoluut genieten is wordt nog eens extra onderstreept als een Nederlands echtpaar ons tijdens onze lunch in Rémuzat vertelt hier al bijna 30 jaar naar toe op vakantie te gaan. De rust, de mooie natuur waar bossen en koven zich in sneltreintempo afwisselen, de prachtige wegen, beter dan dit zal je als Koning in Frankrijk haast niet kunnen leven. Vogelaars kunnen met een bezoek aan de Rocher du Cairehun, waar na een korte wandeling bovenop een steile rots de (aas)gieren vlak langs je heen scheren, bovendien hun hart ophalen.
Niet iets wat vandaag voor ons op het programma staat, niet alleen zijn we daarvoor veel te warm gekleed, bovendien hebben we nog het nodige op het programma staan. Vanuit Rémuzat wordt via een kloof richting Nyons gestuurd, waar we een lavendel distilleerderij zullen bezichtigen.
Het gebied rond Nyons staat bekend om haar olijfboomgaarden. De heuvelachtige slingerweg dwars door de boomgaarden wordt ook wel 'Prominade des Anglais' genoemd
De oude brug in Nyons, de stad die vanwege het warme klimaat 'Petit Nice' wordt genoemd en veel bejaarden zich hebben gevestigd. Zoals we konden zien...Maar niet voordat eerst richting Châteauneuf de Bordette wordt gereden om daar van de prachtige olijfboomgaarden genieten. Waarmee we meteen twee belangrijke exportproducten van de Drôme te pakken hebben, lavendel en olijven. Het tekort aan regenval is de lavendelvelden echter goed af te lezen, de normaal gesproken opvallend paars gekleurde velden zien dof en grauw doordat ze in tijden geen water hebben gezien. Nyons wordt door de Fransen ook wel als ‘Petit Nice’ aangeduid, vanwege het microklimaat, dat net als Nice schijnt te zijn. Iets wat we op deze zonnige en zeer warme lentedag absoluut willen geloven. Door het mooie klimaat hebben zich in de plaats veel gepensioneerden gevestigd, maar het belangrijkste is misschien wel het corso dat elk jaar met Pasen wordt georganiseerd en elk jaar duizenden mensen aan weet te trekken.
Het bezoek aan de lavendel distilleerderij is, net als het bezoek aan de wijnkelders gisteren, een aangename onderbreking van de fraaie tour. Op het heetst van de dag kun je beter binnen zitten, waar de vriendelijke medewerker ons de ins en outs van lavendel weet te vertellen. Om 1 liter olie te produceren is maar liefst 100 kilo lavendelbloem nodig, die in 6.000 liter grote tanks wordt gedistilleerd. De lavendel betrekt Distillerie Blue Provence uit de Provence, waar een netwerk van meer dan 15 boeren meer dan 300 hectare lavendel verbouwen. Rond juli wordt de lavendel geoogst, waarna deze in de grote tanks wordt verwerkt.
Lavendel, goed voor een breed scala aan producten. Hoe kleurig de lavendelgaarden normaal gesproken zouden moeten zijn wordt door Jochen nog eens extra op gewezen
Lavendelolie wordt als geurstof gebruikt in bijvoorbeeld zeep, douchegel en parfum, maar ook als korrels in bijvoorbeeld Potpourri's. Ook wordt lavendel als geneesmiddel tegen allerlei aandoeningen gebruikt. Daarnaast kan van lavendel ook lavendelthee of lavendelsiroop worden gemaakt, wat op een warme dag als deze prima ingaat.
Nadat de dorst is gelest laten we Petit Nice achter ons en maken ons op voor de laatste etappe van de dag, die volgens Jochen erg spectaculair moet zijn. En daar is geen woord van gelogen, zo wordt ons snel duidelijk als gang is gezet richting de Col de Valouse. De prachtige bergweg leidt ons dwars door een kloof, waar rechts de rotswand steil omhoog gaat en links het smalle beekje het weinige water door de vallei leidt. A-dem-be-ne-mend. De weg eindigt voor ons bij onze eindbestemming van deze tweede dag, het op een heuvel gelegen Hameau de Valouse, een pension met prachtige vergezichten waar we het idee hebben van de buitenwereld te zijn afgezonderd. Het is nog vroeg, waardoor we na onze spullen in ons huisje (kamers hebben meer de indeling van een vakantiehuisje) te hebben gedropt besluiten nog een extra rondje door de vallei te gaan maken. En nog een...
Chateau de Grignan
Na een goed ontbijt in het prachtige pension vervolgt de reis via de bosrijke en bergachtige slingerwegen via plaatsen als Montjoux en Taulignan naar Grignan, wat bovenop een heuvel is gebouwd. De aanblik van de stad wordt gedomineerd door het kasteel van Grignan, wat van verre al te zien is. Het kasteel is het grootste renaissance kasteel in zuidoost Frankrijk, waarvan voor het eerst in 1035 melding wordt gemaakt in de geschriften. In die tijd had het gebouw een militaire functie en was gebouwd op een rots met steile wanden. In de 15e eeuw werd de burcht door Gaucher Adhémar omgebouwd tot een luxueus kasteel. Zijn zoon Adhémar, gouverneur van de Provence en ambassadeur van Rome, zet de modernisatie voort, maar de grote bekendheid krijgt het kasteel pas in de 17e eeuw dankzij de markiezin De Sévigné, Marie de Rabutin-Chantal. Haar dochter, Françoise Marguerite, trouwt in 1671 met de graaf van Grignan en gaat op het kasteel wonen, waarna een levendige correspondentie tussen dochter en moeder, die in Parijs woont, ontstaat.
De correspondentie tussen moeder en dochter wordt wereldberoemd. De brieven van de Markiezin getuigden van een levendige schrijfstijl, waarbij de kunst van het vertellen een nieuwe dimensie kreeg.
Zondermeer de moeite van een bezoek waard, het compleet resestaureerde chateau de Grignan
Hoe belangrijk de markiezin voor deze plaats is geweest blijkt uit het feit dat in het centrum een standbeeld van haar staat. Bovendien wordt in juni/juli ter hare nagedachtenis een festijn in Grignan gehouden over alles wat maar met schrijven te maken heeft.De schoonzoon van de markiezin zet de transformatie voort door grote werkzaamheden binnenin het kasteel te realiseren. Tijdens de Franse Revolutie wordt het kasteel leeggeroofd en geplunderd, waarna het een tijdlang verlaten is. In 1838 wordt het kasteel door een inwoner van Grignan gekocht, die aan een voorzichtige wederopbouw begint. De volgende eigenaar, getrouwd met de dochter van een rijke Amerikaanse bankier, spendeert zo’n 10 miljoen dollar van haar fortuin om het kasteel verder te restaureren, maar is na scheiding genoodzaakt alle architecturale elementen weer te verkopen.
Tussen 1913 en 1931 wordt het kasteel eindelijk in eren hersteld, als het kasteel door Marie Fontaine is opgekocht. Marie Fontaine restaureert alle ruimtes en richt deze in de stijl van vroeger tijden weer in.In 1979 werd het kasteel opgekocht door het departement van de Drôme, waarna het in 1993 als een historisch monument wordt aangeduid en als Musée de Franse voor het publiek wordt opengesteld. Het bezoek aan dit kasteel is werkelijk indrukwekkend
Best leuk, zo'n lokale markt zoals deze in Grignan, maar jaloerse blikken waren niet van de lucht toen men vernam dat ik 'even vlug' terug naar het pension moest gaan
en dat de rondleiding veel langer duurt dan het half uur wat hiervoor was ingepland is voor niemand een bezwaar. Terug bij het toeristenbureau, waar de motoren waren geparkeerd, blijkt de uitbater van het pension van de afgelopen nacht te hebben getelefoneerd met de melding dat iemand spullen op z’n kamer heeft laten liggen.
Overtuigd dat ik diegene ben geweest besluit ik voor de zekerheid toch maar even te checken, waarna mijn vermoedens worden bevestigd. En dus, waar de groep zich opmaakt voor het vervolg van de trip, rest mij niets dan vlug even terug naar het pension te rijden. En dat is geen straf, in van-dik-hout-zaagt-men-planken tempo stuur ik de VRF1200 terug naar het pension. Volgens Jochen een rit van een half uur en ‘immer grade aus, maar als ik na drie kwartier rijden hopeloos in het gebied rond Nyons hopeloos verdwaald ben geraakt besluit ik toch maar even TomTom te raadplegen. Eenmaal weer op het juiste pad krijg ik al snel een aha erlebnis, als via de kloof de Col de Valouse op wordt gestuurd. Terug bij het pension neem ik mijn spullen in ontvangt en dank voor hun vriendelijkheid, waarna ik de ’s ochtends verreden route voor de tweede keer afleg om me in totaal meer dan twee uur later, dorstig maar wel voldaan, weer bij de groep aan sluit.
Combe Laval
In Domaine Eyguebelle, waar echte vruchtensiroop wordt gebotteld, sluit ik weer aan bij de groep, waarna we ons opmaken voor het laatste deel van deze trip naar ons eerste hotel in Tain l’Hermitage. Via de snelweg een trip van nog geen uur, maar daar willen we ook vandaag niets van weten.Via wegen en plaatsen die me inmiddels bekend aan het worden zijn rijden we terug naar het noordelijk deel van de Drôme, waar we tot slot genieten van de Col des Limouches. De zon heeft inmiddels plaats gemaakt voor dikke bewolking, waardoor vanaf hier de korste route naar het hotel wordt ingezet. Precies op tijd worden de motoren in de garage geparkeerd, waarna door Pluvius de hemelsluizen worden geopend en langzaam maar zeker regen begint te vallen.
Regen die dit door droogte geplaagde gebied momenteel goed kan gebruiken, maar waardoor we nog wel een kleine duizend kilometer terug naar Nederland moeten rijden. Ach, dat is pas morgen, vanavond genieten in we in dit mooie plaatsje in een wijnproeverij onder het genot van wijn en tapas nog na, en blikken we terug op de ervaringen die we de afgelopen dagen in dit prachtige en veelzijdige gebied hebben opgedaan. Bovendien, de regen geeft mij in ieder geval een excuus om hier zeker eens terug te gaan, alleen al om hopelijk dan wél van het uitzicht van de Combe Laval te mogen genieten.
Wetenswaardigheden:
Het departement Drôme is gelegen ten oosten van de rivier de Rhone en de snelweg A7 van Lyon richting het zuiden, en ligt op nog geen duizend kilometer rijden vanaf Utrecht. Het gebied staat bekend om haar rijke wijn- olijven- en lavendelcultuur. Het gebied heeft een goede infrastructuur met goede wegen, maar kent -zeker buiten het hoogseizoen - opmerkelijk weinig verkeer.
Het departement maakt deel uit van de regio Rhône-Alpes, en wordt begrensd door de departementen Ardeche, Isere, Hautes-Alpes, Alpes-de-Haute-Provence en Vaucluse. Het ontleent zijn naam aan de rivier de Drôme, een zijtak van de Rhône, met een lengte van 110 km. Het heeft een oppervlak van 6.530 km en een bevolkingsdichtheid van 75/km2 (ter illustratie, Nederland heeft een dichtheid van 403/km2).
Het klimaat in de Drôme is voornamelijk mediterraan met warme tot hete zomers en milde winters. Ten noorden van Valence, in de Drôme des Collines, krijgt het mediterrane klimaat invloeden van een landklimaat en in het noorden en oosten geldt een bergklimaat, met eveneens veel zon, maar met de lagere temperaturen en strengere winters die nou eenmaal inherent zijn aan hoger gelegen gebieden. De gemiddelde temperaturen liggen rond de 29 graden in juli en augustus en 5 graden in januari. De zon schijnt gemiddeld 270 dagen per jaar, en is zo krachtig dat het, zelfs ’s winters, vaak nog goed toeven is op het terras.
Meer informatie over de Drôme is te vinden op de website van het toeristenburo van de Drôme, www.ladrometourisme.com
Hoteltips:
Hotel des 2 Coteaux
Tain-l'Hermitage
www.hotel-les-2-coteaux.com
Hotel de Mirmande
Le Village - Mirnande
www.hoteldemirmande.com
Hameau de Valouse
Valouse
www.hameau-de-valouse.com
Reizen kan uitstekend op individuele basis, maar wil je georganiseerd gaan, dan biedt het Duitse Endurofun tours uitkomst. Deze motorreis specialist organiseert jaarlijks meerdere motorvakanties naar Zuid-Frankrijk.