Test KTM 1290 Super Duke GT
De nieuwe Koning
Het kán wel een beest zijn, als je in sportmodus de tractie controle uit zet en waagt het gas volledig open te draaien (en je daar ruimte voor hebt) maar het hoéft helemaal niet. In meerdere vergelijkingstesten kwam de motor uit de bus als de beste allrounder en regelmatig wezen we de oranje naked aan als testwinnaar. Niet alleen omdat ‘ie als je knallen wilt knallen kunt, maar ook omdat je er zo goed op zit en je er fris als een hoentje ook weer vanaf stapt, ongeacht hoe ver je gereden hebt. En het zijn precies die eigenschappen waar KTM nu zelf op voortborduurt.
Al tijdens de ontwikkeling van de Superduke viel het ook de engineers al op dat het zo’n goede reismachine is, zonder ergens een compromis te hoeven sluiten met betrekking tot z’n sportieve aspiraties. En dus ontstond al snel het idee ‘Wat als’… het resultaat daarvan zien we nu hier: de Superduke GT. Een naked met koffers en een ruit, een Superduke met Adventure DNA, noem het hoe je het noemen wilt. Lichten we even toe: in de basis heeft KTM inderdaad letterlijk de oude 1290 genomen en die op een paar plaatsen aangepast om ruimte te kunnen bieden aan wat je ziet. Wat je niet ziet is echter stap twee: in één moeite door heeft KTM alle innovaties van de Super Adventure overgenomen en die geïntegreerd in de GT. Feitelijk is dit momenteel dus de meest uitgebreide, meest geavanceerde motor in de lineup en dat belooft wat. Dat belooft heel veel. Want ook dat was niet voldoende en dus vinden we behalve alle toverij die de super Adventure had ook nog eens een quickshifter, cruise control en handvatverwarming. Standaard. Dan klinkt Euro4 ineens maar als een kanttekening.
Tekst: Vincent Burger
Fotografie: Sebastian Romero, Marco Campelli
Super Duke R DNA
Toch willen we daar even beginnen. Het begint namelijk allemaal bij het blok. Als uitgang heeft KTM de tweecilinder direct overgenomen van de naked en de cijfers zijn dan ook gelijk (en ietsje eerlijker, de officiële opgave is nu 173 pk voor beiden), alleen is dit blok nu klaar voor Euro4. O
Gottegot... wat heb ik nou weer aan m'n fiets hangen?m dat te kunnen is er wel licht wat aangepast, maar dat heeft de motor alleen maar nog aantrekkelijker gemaakt. Het maximum vermogen is gelijk gebleven, de kromme heeft alleen nog wat meer body gekregen. Kortom, de powerband is breder geworden: bij 3250 toeren heb je al 114 Nm koppel in je rechterhand. Perfect dus voor een toermachine… al wil elke motor dat wel, ook op een circuit is zo’n smeuïg karakter een leuke bijkomstigheid. Maar we praten nu GT.
Ook het rijwielgedeelte is direct overgenomen van de Super Duke R. De geometrie is dus identiek en daarmee de rijeigenschappen. Sterker, doordat de koplamp en het dashboard nu niet meer op de voorvork gemonteerd zijn, stuurt ie in principe lichter. Het subframe is iets langer gemaakt om ruimte te bieden voor koffers en meer ruimte te maken voor rijder en passagier. De tank heeft nu een inhoud van 23 liter en is dus groter geworden. Dat is een van de paar dingen die de zithouding iets hebben veranderd ten opzichte van de R: de tank is iets breder tussen de benen, het stuur is iets hoger en 25mm breder, het zadel van de rijder is wat langer en heeft een ander profiel. Wil je nog iets aanpassen, dan is het stuur nog in vier standen verstelbaar. Dit zijn volgens KTM veranderingen die ‘m nog comfortabeler maken op lange stukken. Let wel: dit is een ander soort comfort als de luxe toermachines, het zadel is nog net zo hard als voorheen en ook de aanvalshouding is gebleven, zo niet versterkt. Maar neem bijvoorbeeld de afstand tussen zadel en voetsteunen, die is identiek aan de Superduke R.
Wat wel veranderd is, is de vering. WP heeft voor de GT de semiactieve vering van de 1290 Adventure overgenomen en verbeterd. Daarmee gaat ook voor de GT een wereld van opties open, waar we in het aparte kader nog iets dieper op ingaan. De vering is in meerdere standen aan te passen, waarbij de hoofdsettings Sport, Street en Comfort onder het rijden te selecteren zijn. Daarnaast is de achterschokbreker ook nog aan te passen op rijden met of zonder bagage en met of zonder passagier. Los daarvan zijn de motormappings t

Nieuwe neus, zelfde stijl. Navigatiesteun past perfect in het design

De knoppenkast links is bekend, rechts is nieuw.... en had misschien subtieler gekund

Er is flink nagedacht over de koffers , dat zie je eigenlijk pas als je ze verwijdert..e switchen tussen Sport, Street en Rain. De tractioncontrol wordt daarbij mee aangepast, maar kan ook onafhankelijk uitgeschakeld worden (net als bij de Superduke R), het ABS idem: naar wens kun je switchen tussen gewoon C-ABS, Supermotomode (waarbij ABS op het achterwiel is uitgeschakeld voor de betere slides) en geheel uit. En nog steeds hebben we het over een toermachine.
Dan hebben we nog de luxetrucjes als de standaard handvatverwarming en bandenspannings-indicatie, optioneel aangevuld met Hill Hold Control voor probleemloos wegrijden op een helling en Motor Slip Regulation die de mate van motorrem in meerdere standen controleert. Voor de lange afstanden is er standaard cruise control en een met één hand verstelbare ruit, voor de bochten zijn er net als bij de Super Adventure automatische LED Cornering Lights die je bijstaan in de donkere hoeken van je blikveld. In dezelfde unit geïntegreerd zijn de knipperlichten die nu een automatische cancelling functie hebben. Leuk voor onze hoofdredacteur.
En dan zijn er uiteraard nog de koffers. Neem je deze erbij, dan kunnen ze direct op de achterkant van de motor gemonteerd worden op zo goed als onzichtbare ophangpunten. Beide koffers bieden ruimte aan een integraalhelm, precies zoals het hoort en zijn uiteraard met de contactsleutel te openen. Om aan te tonen hoe het rijdt zijn alle motoren met koffers behangen en daarnaast zijn verschillende motoren uitgerust met verschillende onderdelen uit de Powerpartscatalogus. Zoals daar zijn: een donkere ruit, carbondelen, een verwarmd zadel, valblokken, een zwart titanium Akrapovic en nog veel meer zaken die op de handling van de motor geen invloed hebben.

Krijg spontaan zin in een retourtje Phillip Island... in twee weken
Bijzonder Kwiek Toeren

Dus… kunnen we nog steeds spreken van een Superduke met wat extra’s of is dit toch een totaal andere machine? “Dat heeft zo’n jongen toch niet nodig” zou je denken en het gaat er om hoeveel van de oude Superduke er nog over is gebleven. Tegelijkertijd zijn er elektronisch zoveel dingen bijgekomen waarvan we –van de Super Adventure- al weten dat het perfect werkt, dat het er op lijkt dat de GT eenvoudigweg naar een nog hoger niveau is getild. K

Led 'bochtverlichting' en knipperlichten voor, langer subframe en meer ruimte achter
De enkelzijdige ophanging is gebleven. De duo krijgt meer comfort

Als je de details bekijkt is het echt nog steeds de oude bekende Superduke. KTM doet niet aan concessiesTM noemt het een sporttoermachine en gezien onze ervaring met de R willen we ze daar gelijk in geven, maar een sportsetting die Jeremy McWilliams goedkeurt, een quickshifter en Brembo M50’s zijn wij nog niet op een sporttoer tegengekomen. En oh ja, ook niet op een Superbike, het is alweer enige jaren geleden dat KTM de RC8 z’n laatste update gaf en die kwam niet zo ver. Sterker nog, de GT heeft meer vermogen aan boord…
Aan de andere kant zijn we van KTM ook niet gewend water bij de wijn te doen en dus vertrouwen we erop dat het met de GT ook helemaal goed gaat komen. Voor ons ligt een route van ongeveer driehonderd kilometer over Mallorca’s beste stuurwegen om daar achter te komen. Driehonderd kilometer op KTM tempo bovendien. Dat wordt bijzonder kwiek toeren. Zou je het niet weten, dan zou je zo geloven dat de motor evenveel weegt als de Superduke R. Met lege koffers is er niets wat wijst op extra gewicht, terwijl de tank toch nagenoeg vol zit en dat is dus wel een paar kilo bovenop de naked, plus de toevoeging aan voor- en achterzijde. De zit is super, het bredere stuur ligt heerlijk in de hand en qua rijcomfort durf ik al snel aan te nemen dat het inderdaad een kilometervreter is. al snel kan ik mijn nieuwsgierigheid niet meer bedwingen en begin met de verschillende settings te spelen, waarbij de overeenkomst met de Super Adventure overduidelijk is. in eerste instantie twijfel ik nog over het nut van l
Bedenk er het geluid van een dikke twin bij en je hebt het idee te pakkenosse bediening van blokkarakter en vering, maar dat went snel en bovendien kun je zo eenvoudig je eigen combinatie maken. Hou je wel van een strak afgeveerde motor maar is de weg nat of zoals wel vaker voorkomt, ’s ochtends nog wat vochtig in de meer overschaduwde bochten, dan zet je alleen het motorvermogen op ‘Wet’ en laat de rest staan. Wil je juist het volle vermogen maar ben je een beetje lief voor je meisje, of ligt er tweehonderd kilometer snelweg voor je, dan zet je alleen de vering ins Street of Comfort en laat de motor gewoon op Sport staan. En bovendien, het is allemaal (met een beetje oefening) daadwerkelijk onderweg instelbaar. Zelfs op de krappe en bizar bochtige wegen waar we af en toe over rijden is het met een paar goed getimede drukken op de knop mogelijk tussen verschillende settings te switchen.
De route die we volgen leidt grotendeels langs de kust en geeft ons de kans om alles grondig uit te proberen. Van lange doordraaiers tot korte knijpers, alles komt aan bod en we krijgen dan ook een overvloed aan kansen om alle functies uit te proberen. Dat begint al direct goed als we na een korte eerste stuk snelweg de heuvels in duiken en we nog met het ontbijt dwars in de maag flink aan de bak moeten. Gas? Check. Remmen? Dubbel check. Vering? Ook check. Was er verder nog iets? Oh ja, sturen en zitten. Check en check, de Superduke draait als op een postzegel en blijft z’n lijn perfect houden. Niet invallen, niet wijdlopen en vooral geen moment het idee dat we met een GrootToerist aan het vegen zijn. Dit is meer het gebied van een lichte naked of adventure, maar daar rijden we nu toevallig niet mee en de route is onverbiddelijk.

Da's weer eens wat anders dan een bagagerol.
Het wordt eigenlijk pas echt leuk als je de motor wat meer durft te vertrouwen. Later in de ankers, eerder op het gas. Vooral dat laatste is iets waar je goed mee kunt spelen, steeds vroeger in de bocht, nog dik onder hellingshoek, kun je gewoon vol het gas er op gooien en alle 144 nVering
Alleen het beste is goed genoeg voor de GT en dus is de semiactieve vering van de Super Adventure overgenomen en aangepast voor de nieuwe toermotor. Dat moest wel, want de GT heeft kortere veerwegen en moet dus sneller reageren. Door dit systeem kun je nu onderweg het karakter van de vering aanpassen voor meer comfort of juist meer grip. En er is een groot verschil met elektronisch instelbare vering, die zet je op een bepaalde stand en daar blijft het bij: het reageert volgens een bepaalde vooringestelde waarde. Het actieve deel houdt in dat er gereageerd wordt binnen een bepaald spectrum van demping, waarbinnen naar gelang de omstandigheden continu meer en minder wordt gereageerd op wat er onderweg onder de wielen gebeurt. Dit wordt ingegeven door de wens van de rijder dis hetzij comfortabel wil rijden, hetzij sportief. In comfort en street modus reageert het systeem als een soort ‘Skyhook’, de motor wordt zo stabiel mogelijk gehouden en de wielen gaan daaronder op en neer volgens wat wegdek, remmen en accelereren doen. Daarbij wordt er ook een electronische antiduik toegepast, alles om je zo strak mogelijk over de weg te laten zweven. In sportmodus werkt het systeem meer volgens een ‘Groundhook’ principe, wat er juist voor zorgt dat de wiélen onder alle omstandigheden aan de grond vastgeplakt blijven voor optimale grip en drive en beweegt de motor daarboven dus veel meer. Bovendien heb je dan geen antiduik en is de feedback die je krijgt veel natuurlijker. Deze setting komt volgens de heren engineers het dichtst in de buurt van de setting die testrijder Jeremy McWilliams op zijn Superduke R gebruikt.ewtonmeters op het achterste rubber loslaten. En als je dat eenmaal durft word je beloond met een drive waarvan je niet dacht dat het mogelijk was. Wat nou, een beest? Alhoewel, eigenlijk wel dus. Maar dan wel eentje die uit je hand eet. Het is elektronica ten overvloede, maar wel als hulpmiddel, niet als beperking.
Eigenlijk wordt het nog interessanter als het wegdek wat slechter wordt. We hebben al geleerd dat de elektronica prima werkt, maar dat wordt nog eens extra onderstreept als de grip van het wegdek afneemt. Het tempo blijft namelijk wat het is en het enige wat we merken is dat het lampje van de tractiecontrole wat vaker oplicht. De GT betaalt het vertrouwen wat je ‘m geeft met gelijke munt uit. Je moet er wel vertrouwen in steken, maar dat krijg je als gevolg direct terug. Ook het verschil tussen de diverse modi is goed te merken. In Sport is de motor echt levendig en scherp, in Street nog steeds potent maar iets liever, in Wet wordt het vermogen weliswaar teruggeschroefd maar krijg je nog steeds zo veel mogelijk als de situatie het toelaat. En aangezien het droog is, laat dat nog best veel toe. Voor de volledigheid proberen we dit echter wel uit op een krap en stoffig paadje van het kaliber ‘zou jij hier met een 1300cc dikke tweecilinder toermotor gezien willen worden?’ maar ook dit deert de GT maar bar weinig.

Verdorie, alwéér een berg. Kunnen ze nou echt geen rechte weg aanleggen of willen ze gewoon niet?
Een groot stuurfeest

Eenmaal terug op de doorgaande route is het opnieuw één groot stuurfeest. Snelle opeenvolgende bochten, korte dichtdraaiende en compleet onoverzichtelijke hairpins, alles komt voor bij en alles wordt aangevallen op een tempo wat je zelfs met de standaard Superduke R niet zomaar zou doen. Zou je de keus hebben, dan was het eerder een supermoto geworden, maar die hebben dan weer andere nadelen die de GT niet heeft. We hebben net de lunch achter de kiezen en zijn dus opgeladen, even op adem gekomen en gewend aan het gevoel van de GT en dus vindt de voorrijder dat er nog wel een schepje bovenop kan. Van kappen en draaien wordt het nu rammen en beuken, het maakt de GT echter niks uit. Gas, remmen, insturen, soms bijna in z’n achteruit als de volgende bocht echt de andere kant op gaat en nog steeds rij je er mee alsof het een fiets is. Geen moment van paniek, geen enkel probleem als de volgende tegenligger geen wielrenner maar een touringcar is, het gaat maar door totdat het op en gegeven mMSC
Ook overgenomen van de Super Adventure is het MSC, het Motorcycle Stability Control. Dit is net wat meer dan alleen ABS of Tractiecontrole, vanaf het moment dat je rolt is dit de baas over wat er onder je gebeurt. Centraal is de IMU die meet hoe de motor op de wereld staat: links overhellen, rechts overhellend, hard accelererend of juist vol in de ankers. Met deze informatie wordt ABS aangestuurd, wat we kennen als ‘hellingshoek-ABS’, maar die kreet dekt niet de hele lading. Toch is het wel zo dat je dus ongeacht of je rechtuit rijdt of plat in een bocht ligt, je gewoon het maximale uit je remmen kunt halen zonder dat er wat gebeurt Maar het betekent ook dat je, stel dat je een bocht iets te enthousiast hebt ingeschat, ook gewoon je lijn kunt blijven houden. Het is dus niet alleen een noodsysteem om je netjes tot stilstand te brengen, maar zorgt ook dat de motor zich niet (teveel) opricht als je dat niet kunt gebruiken. Je hoeft dus niet te worstelen om de motor de hoek om te krijgen, maar kunt ‘m gewoon blijven sturen op de lijn die je wilt. Daarbij zit ook het C-ABS, wat de remdruk verdeelt over voor- en achterwiel. Rem je met je voet, dan wordt wel alleen de achterrem aangesproken. Hetzelfde geldt voor de achterkant, waarbij het traction control op dezelfde manier werkt. Dus ook vol onder hellingshoek kun je moeiteloos het gas vol opengooien zonder dat er enge dingen gebeuren. Afhankelijk van de mapping of veringssetting die je kiest uiteraard. Daarnaast zijn ook nog cruisecontrol en een slimme quickshifter geïntegreerd. Die laatste zit niet meer op de schakelpook, maar is in het blok verwerkt en heeft nog een extra trucje. Hoog in toeren met de quickshifter opschakelen is nooit een probleem, maar lager kan het nogal abrupt werken. Om toch een comfortabel schakelgedrag te bewerkstelligen speelt het systeem ook een beetje met de gaskleppen om een soepele overgang te maken naar de volgende versnelling.oment echt beschamend lijkt en we de Mallorcaanse wegontwerpers beginnen te verdenken gewoon nog wat extra bochten te hebben gemaakt waar het niet eens strikt noodzakelijk is. geeft niet, wij zijn in controle. Nog steeds hebben we niet meer nodig dan een breed stuur, goede remmen en keer op keer die waanzinnige tractie van de dikke twin. In sportstand wordt zelfs net genoeg vrijheid gegeven om over een hobbeltje meerdere meters het luchtruim te kiezen, dus waar om zouden we ook überhaupt kiezen om het uit te zetten? Ander keertje weer.
Hetzelfde geldt voor de veringsopties. Net als bij de Super Adventure is er veel merkbaar verschil tussen Street en Comfort enerzijds en Sport anderzijds, waarbij na een paar pogingen de knop toch maar in de laatste stand blijft staan. Dan rijdt de motor het strakst en reageert het meest intuïtief. Het tempo dicteert dit ook wel, maar los daarvan vindt dit fossiel (yours truly) het wel prettig als de motor volgens verwachting induikt. Aan de andere kant: de antiduik van Street en Comfort werkt dus écht en in het algemeen is Street dan ook een perfect uitgangspunt waarbij je weinig te wensen overhoudt. Zou er maar één instelling van het pakket zijn, dan zou je hier onder alle omstandigheden prima tevreden mee kunnen zijn. Alleen.. het is dus niet de enige, dus kunnen we kiezen en gaan voor de ex-GP-coureur setting. We zijn inmiddels al zo vaak vergeten dat we met een toermotor rijden dat het een beetje schunnig begint te worden. H
Gelukkig heb je nu ruimte voor je aspirines of reistabletten.et is dat we in een groep rijden en elkaar dus continu zien, dat we eraan herinnerd worden dat we koffers meedragen, anders waren we het glad vergeten. Geen greintje beweging in de bevestiging is ook geen greintje merken dat je ze mee hebt. Kan misschien iets anders worden als we ze eens echt ramvol gooien met bagage, maar ik betwijfel dat het veel uitmaakt.
En dan zijn er nog de remmen. Kunnen we simpel over zijn, hoe hard we ook in de ankers gaan, deze jongens kunnen waarschijnlijk nog veel meer aan. Als ze goed genoeg zijn voor Panigale en ZX-10R, zijn ze zeker goed genoeg voor een zwaarlijvige, gezapige toermachine, nietwaar? Alleen.. dat is de GT dus niet. Met z’n 205 kilo is het zelfs een bijzonder lichte motor voor wat ’t is. Natuurlijk, het is geen vedergewicht, maar toch. Als verstokt éénvinger-remmer heb ik meer dan genoeg remkracht paraat en ik weet dat dat een slechte gewoonte is. Een beetje coureur kan hier nog veel meer uit halen en ik merk dat ik al plannen zit te maken dit varkentje eens op een circuit te willen wassen. En net zo makkelijk vergeet ik ook dán de koffers en navigatie te verwijderen. Waarom zou je ook?

Verwacht dit beeld vaker te zien op een willekeurige Alpentop komende zomer
Conclusie

Dus wat is de Superduke GT nou precies? Met zoveel innovaties, elektronische toeters en bellen en overige luxe is de GT het meeste wat KTM ooit gemaakt heeft. Ze noemen het een sporttoermachine maar probeer eens een sporttoer te noemen die er in de buurt komt.. wij weten het niet. E
Nog een rondje?n wij zullen er straks vergelijkingstests mee moeten gaan doen. De GT is alles wat je wilt en meer: inderdaad is het de ideale reismotor, maar ook te gek voor een goed stuk sturen, heeft belachelijk veel power en noem het maar.. wat je ook maar zou willen. Was de Superduke R al de beste allroundmotor uit Mattighofen, die titel wordt nu overgedragen aan de GT. En vergeet niet dat de motor meer vermogen heeft dan de RC8 ooit gehad heeft, nota bene de officiële “echte” superbike. En net als ik denk dat ik het weet, draaien we voor het laatste stuk terug naar het hotel de snelweg op. Tijd voor cruisecontrol, tijd voor meters maken en tijd om nog eens met die ruit te pielen. In de hoogste stand voel je dat ’t werkt, maar hij kan nog een stuk omlaag. En op het moment dat ik dat doe zit ik weer vol in de wind, op een KTM met een breed stuur. Verrek… ik zit weer op een Superduke. Maar dan met koffers. En nog veel meer.
- vermogen, aanspreekbaarheid, gebruiksgemak
- trillingen, enorme unit op het stuur voor een paar knopjes
Technische gegevens
| Merk/Model | KTM 1290 Superduke GT |
| Motor | |
| Type | 75° V-Twin |
| Koelsysteem | vloeistofkoeling |
| Cilinderinhoud | 1301 cc |
| Boring x slag | 108 x 71 mm |
| Compr. verh. | 13,2:1 |
| Klepaandrijving | DOHC, 4 kleppen per cilinder |
| Ontsteking | digitaal |
| Starter | elektrisch |
| Benzinetoevoer | Keihin EFI, 56 mm inlaatkelken |
| Smering | wet sump |
| Vermogen | 127 kW/ 173 pk @ 9.500 tpm |
| Koppel | 144 Nm @ 6.750 tpm |
| Transmissie | |
| Aantal versnellingen | 6 |
| Finale reductie | ketting |
| Koppeling | nat, meervoudige plaat, slip/assist, hydraulisch bediend |
| Chassis | |
| Frame | CrMo stalen buizenframe |
| Wielbasis | 1.482 mm |
| Balhoofdhoek | 65.1° |
| Naloop | 107 mm |
| Vering voor | 48 mm semi-actieve WP Upside down |
| Vering achter | Semi- actieve WP monoshock |
| Veerweg voor | 125 mm |
| Veerweg achter | 156 mm |
| Voorrem | dubbele schijf 320 mm, vierzuiger Brembo Monobloc M50, C-ABS |
| Achterrem | enkele schijf 240 mm, tweezuiger remklauw, C-ABS |
| Voorband | 120/70 ZR 17" |
| Achterband | 190/55 ZR 17" |
| Afmetingen | |
| Lengte | 2.149 mm |
| Breedte | 818 mm |
| Hoogte | 1.322 mm |
| Zadelhoogte | 835 mm |
| Gewicht | 205 kg rijklaar |
| Tankinhoud | 23 liter |
| Reserve | 3.5 liter |
| Gegevens | |
| Rijbewijs | A |
| Garantie | 2 jaar |
| Adviesprijs NL | € 20.450.- |
| Adviesprijs BE | € 17.995.- |
| Importeur NL | KTM Sportmotorcycle AG |

