Introductie Kawasaki Z1000
Sugomi
25 november 2013
Op ‘gepast’ tempo rijden we na de laatste fotosessie –godzijdank nu met droog weer- op eigen gelegenheid het laatste stuk van de route af. De ter gelegenheid gemonteerde Garmins weten waar we heen moeten, wij hoeven enkel de instructies te volgen. En hier in de binnenlanden van het land rond Carmona zijn die instructies best eenvoudig. Het gebrek aan zijwegen of zelfs andere obstakels als bebouwing of überhaupt medeweggebruikers maken de nieuw geasfalteerde weg tot de droom die iedere Nederlander wel zou willen meemaken. De Z laat zich flink opwinden, het rijwielgedeelte beantwoordt het vertrouwen. Een lichte knik over een heuvel maakt het voorwiel net licht genoeg om onder aanmoediging van 111 Nm een stuk boven het wegdek te gaan hangen – en daar te blijven, zonder tussenkomst van enige elektronica. Wat nou ‘zonde dat het er niet op zit’?
Inhoudsopgave |
---|
Introductie Kawasaki Z1000 |
Zwart... |
...of wit |
Er is geen grijs |
Conclusie |
Technische gegevens |
‘Je moet dat ding gebruiken waar je ‘m voor koopt. Geen kinderachtig gedoe, maar gewoon een stuk knallen op zondag. Dan heb je helemaal geen traction control nodig’. De boodschap is duidelijk, de Z als rijdersmotor is zo puur mogelijk, zonder knopjes, settings of gezeur. Maar er zijn twee delen; als statement is diezelfde motor namelijk een tot in de puntjes doordacht stuk design en dan is geen detail te gek. Daar gaan de Japanners ver in, zoals later zal blijken. Dus een brute bak ‘wow’, een verhaal zonder eind in de garage, op het terras, overal waar je stilstaat, een no nonsense dikke motorfiets als je ermee rijdt. Zo moet je het zien.
Tekst: Vincent Burger
Fotografie: Kawasaki